6.1 Woonplaats en werkplaats

HST 6 Steden en staten
De late middeleeuwen 1000 - 1500
1 / 16
volgende
Slide 1: Tekstslide
GeschiedenisMiddelbare schoolvwoLeerjaar 1

In deze les zitten 16 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 2 videos.

time-iconLesduur is: 45 min

Onderdelen in deze les

HST 6 Steden en staten
De late middeleeuwen 1000 - 1500

Slide 1 - Tekstslide

6.1 Woonplaats en werkplaats

Slide 2 - Tekstslide

Sleep de onderstaande gebeurtenissen naar de juiste plek.
Nummer 1 is de eerste gebeurtenis, nummer 5 is de laatste gebeurtenis.
Leerdoel 1
1
2
3
4
5
drooglegging moerassen & nieuwe ploeg
meer voedsel, mensen leefden langer
ontstaan handel door voedsel overschot
plaatsen groeiden uit tot steden
bloei economie, landbouw stedelijke samenleving

Slide 3 - Sleepvraag

Geldeconomie
  • Wat heb je nodig voor het kopen van spullen?
  • Geld
  • Als iemand iets wil kopen noem je dit ...
  • Vraag
  • Als iemand iets verkoopt noem je dit ...
  • Aanbod 


Leerdoel 2

Slide 4 - Tekstslide

Lees de tekst
Pak je infoboek op blz. 109 en lees de tekst 'geldeconomie'.
Streep de belangrijkste dingen aan.
Schrijf het leerdoel in je schrift:
ld 2: Ik kan uitleggen hoe de geldeconomie zich ontwikkelde.
Geef een antwoord op het leerdoel.

Slide 5 - Tekstslide

Antwoord leerdoel 2
Ik kan uitleggen hoe de geldeconomie zich ontwikkelde.
De handel (vraag en aanbod) nam toe en men ging over op het maken van winst. Om te kunnen handelen ging men over op een geldeconomie. Veel steden lieten hun eigen munt slaan. Daardoor ontstonden ook de eerste banken. Bij de bank kon je munten wisselen, maar ook een lening afsluiten. De bank verdiende geld aan de rente die zij vroeg. Later ontstond de wisselbrief: een brief waarop de koper een bedrag schreef, wat de verkoper kon innen bij zijn bank, en de giro: het overmaken van geld.

Slide 6 - Tekstslide

Wat is een gilde?

Slide 7 - Open vraag

Slide 8 - Video

Gilden
ld 3: Ik kan uitleggen op welke manier de nijverheid was georganiseerd.

Een gilde is een vereniging van mensen met hetzelfde beroep/ ambacht.
Met regels bewaakten zij hun beroep:
- Zij controleerden de kwaliteit van de producten op de markt.
- Zij zorgden ook voor elkaar, en elkaars familie, in tijd van nood
- Je kreeg in je gilde ook een opleiding: leerling - gezel - meester

Leerdoel 3

Slide 9 - Tekstslide

Welk gilde herken je?

Slide 10 - Tekstslide

Aan de slag!
Neem je werkboek op blz. 147. 
Maak opdr. 1, 5, 6 & 7
Succes!

Slide 11 - Tekstslide

6.1 Woonplaats en werkplaats
* nakijken HW opdr. 1, 5, 6, 7 WB blz. 150-152
* lesopdracht Hanzesteden = antwoord ld 4
* mkn opdr. 8, 9 WB blz. 152

Slide 12 - Tekstslide

Slide 13 - Video

Internationale handel
* Schrijf het ld over in je schrift: Ik kan uitleggen hoe de internationale handel plaatsvond.
* Lees de tekst op blz. 111 van je infoboek.
* Geef na het lezen van de tekst antwoord op het ld, door:
   - begrippen in je antwoord te verwerken: internationale handel, specerijen.
   - te beschrijven hoe Hanzesteden werkten.
   - voorbeelden van producten die verhandeld werden te noemen.
* Klaar? Maak opdr 8 & 9 WB blz. 152
Leerdoel 4

Slide 14 - Tekstslide

Antwoord leerdoel 4
Ik kan uitleggen hoe de internationale handel plaatsvond.
Nederlanders deden veel aan internationale handel (= handel met verschillende volken). Zo werkten steden aan de Oostzee en Noordzee samen in een verbond, de Hanze. Een Hanzestad had kantoren in andere Hanzesteden, betaalde geen tol aan elkaar en aan vorsten, beschermden elkaar of lieten zichzelf beschermen door vorsten en gebruikten een nieuw vrachtschip, de Kogge. Ze verhandelden producten zoals, bont, graan en vis. Ook handelden zij met Zuid-Europa in producten zoals, wijn zijde en specerijen (= plantaardige smaakstof) die uit het Midden-Oosten kwamen.


Leerdoel 4

Slide 15 - Tekstslide

Aan de slag!
Neem je werkboek op blz. 152. 
Maak opdr. 8 & 9
Succes!

Slide 16 - Tekstslide