ASS

Autisme / ASS
1 / 14
volgende
Slide 1: Tekstslide
EngelsHBOStudiejaar 3

In deze les zitten 14 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

Onderdelen in deze les

Autisme / ASS

Slide 1 - Tekstslide

Lesdoelen
- De student kan minimaal drie kenmerken van autisme benoemen.
- De student kan een manier benoemen hoe je een leerling met autisme kan ondersteunen in de klas.
- De student kan benoemen hoe die in de rol van docent op  verschillende lessituaties met leerlingen binnen het autistisch spectrum zou reageren (casus).

Slide 2 - Tekstslide

Waar denken jullie
aan bij 'autisme'?

Slide 3 - Woordweb

Kenmerken van autisme
Geen kenmerk van autisme
Rigide houding.
Oog voor detail.
Niet empathisch.
Willen sociaal contact vermijden.
Nemen gezegdes letterlijk.
Hebben over het algemeen een laag IQ.
Het uiten van emoties op extreme wijze.
Je kunt over autisme heen groeien.

Slide 4 - Sleepvraag

Kenmerken van autisme
- Anticiperen niet op het antwoord van een ander tijdens een gesprek, waardoor de communicatie stilvalt.
-Hebben behoefte aan regels en structuur.
 - Zijn emotioneel jonger (prikkelverwerking verloopt moeilijker)
- Weten zich geen houding te geven (stijfjes).
- "Eigen koers" / geen interesse in anderen tonen.
- Komen op specifieke gebieden tot grote prestaties (goed oog voor detail en/of fotografisch geheugen).

Slide 5 - Tekstslide

Casus 1

Slide 6 - Tekstslide

Wat zou jij doen in deze situatie?

Slide 7 - Open vraag

Casus 2

Slide 8 - Tekstslide

Wat zou jij doen in deze situatie?

Slide 9 - Open vraag

Eigen casus
- Steek je hand op als je zelf een casus hebt en die wilt delen (waarbij je nog niet aangeeft, hoe je zelf gehandeld hebt in die situatie). 

Slide 10 - Tekstslide

Wat zou jij doen in die situatie?

Slide 11 - Open vraag

Algemene tips
- Breng structuur aan in je lessen. 
--> maak je lessen voorspelbaar en visueel

- Forceer leerling niet om oogcontact te maken.

- De leerling meteen individueel aanspreken op ongewenst gedrag.
--> voorkomen dat het een routine wordt voor de leerling
--> daarbij niet verwijzen naar je eigen gevoel, maar alleen naar de regel.

-  Benadruk de positieve eigenschappen van de leerling.

Slide 12 - Tekstslide

Lesdoelen
- De student kan minimaal drie kenmerken van autisme benoemen.
- De student kan een manier benoemen hoe je een leerling met autisme kan ondersteunen in de klas.
- De student kan benoemen hoe die in de rol van docent op verschillende lessituaties met leerlingen binnen het autistisch spectrum zou reageren (casus).

Slide 13 - Tekstslide

Bronvermelding
Horeweg, A. (2015). Gedragsproblemen in de klas in het voortgezet onderwijs. Amsterdam: Lannoo Campus
Ravelli, A. J., Bobbink, A. F., Bommel, V. M., Magnee, M., Deutekom, M. V. J., & Heemelaar, M. (2000). Autisme: hoe te verstaan, hoe te begeleiden? (Dutch Edition) (2000ste editie). Bohn Stafleu van Loghum.
Van der Veen, T., & van der Wal, J. (2016). Van leertheorie naar Onderwijspraktijk (6e druk). Groningen: Noordhoff.
Van Lieshout, T. (2009). Pedagogische adviezen voor speciale kinderen. Houten: Bohn Stafleu van Loghum. 

Slide 14 - Tekstslide