In deze les zitten 20 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 1 video.
Lesduur is: 45 min
Onderdelen in deze les
Kleur codes
Voor groep 4
Voor groep 5
Voor groep 6
Wit is voor allemaal
Slide 1 - Tekstslide
Deze slide heeft geen instructies
Het spierenstelsel
Slide 2 - Tekstslide
Deze slide heeft geen instructies
Aan het einde van de les
Ken je de belangrijkste spieren in het menselijk lichaam;
Weet je hoe een spier is opgebouwd;
Weet je hoe een spier aan het bot vast zit;
Jij maakt aantekeningen op het werkblad.
Slide 3 - Tekstslide
Deze slide heeft geen instructies
Aan het einde van de les
Ken je de belangrijkste spieren in het menselijk lichaam;
Weet je hoe een spier is opgebouwd;
Weet je hoe een spier aan het bot vast zit;
Weet je hoe een spier werkt.
Jij maakt aantekeningen op het werkblad.
Slide 4 - Tekstslide
Deze slide heeft geen instructies
Aan het einde van de les
Ken je de belangrijkste spieren in het menselijk lichaam;
Weet je hoe een spier is opgebouwd;
Weet je wat een antagonist is;
Weet je hoe een spier aan het bot vast zit;
Weet je hoe een spier werkt.
Jij maakt aantekeningen op het werkblad.
Slide 5 - Tekstslide
Deze slide heeft geen instructies
Proefje
Kijk naar de foto doe je vingers op de zelfde manier tegen elkaar.
Krijg jij je ringvingers van elkaar af?
Slide 6 - Tekstslide
Deze slide heeft geen instructies
Waarom hebben we spieren?
Slide 7 - Open vraag
Antwoord: Door spieren kun je bewegen. Ze zitten vast aan de botten. Door je spieren aan te spannen en te ontspannen kun je ervoor zorgen dat je beweegt.
Slide 8 - Tekstslide
Opbouw van een spier
Een spier is opgebouwd uit verschillende onderdelen.
de pees: Is het uiteinde van de spier. Met de pees zit de spier vast aan de botten.
De spier: Is opgebouwd uit spiervezelbundels. Deze worden bestuurt door de hersenen. en zorgen ervoor dat de spier kan samentrekken en ontspannen.
Spiervezelbundels: De spiervezelbundel is opgebouwd uit spiervezels. Hier begint de beweging.
Proefje
1. Ga in de deuropening staan
2. Laat je armen langs je lijf hangen
vraag 1: Wat denk je dat er gebeurt als je met je handen tegen de deurpost duwt?
3. Houd de bovenkant van je handen links en rechts tegen de deurpost
4. Druk 30 tellen met je handen tegen de deurpost aan
5.Stap weg bij de deuropening
6. Laat je armen ontspannen langs je lijf hangen
vraag 2: Wat gebeurt er?
vraag 3: Hoe denk je dat dit komt?
Slide 9 - Tekstslide
Bij dit proefje hou je je hersenen een beetje voor de gek. Na 30 tellen, denken ze namelijk dat het duwen met je armen normaal is. Wanneer je je armen langs je lijf laat hangen, dan bewegen ze een stukje omhoog. Je hersenen zijn nog niet gewend aan de nieuwe situatie en zorgen ervoor dat je spieren nog even gespannen blijven.
kuitspier
Slide 10 - Tekstslide
Kijk wat voor jullie groep vertelt kan worden. De namen moeten wel benoemd worden. Je hele lichaam bestaat uit spieren. Er zitten al 58 spieren in je gezicht. Een aantal belangrijke spieren zie je hier op het plaatje. De biceps zitten boven op je bovenarm, deze spier maakt je spierbal. Je triceps zitten aan de onderkant van je onderarm. De biceps en triceps werken samen. Dankzij deze spieren kan je je arm buigen en strekken.
Je buikspieren zorgen er samen met je rugspieren voor dat je rechtop kunt blijven zitten. Ook kun je door deze spieren het midden van je lichaam en je heupen bewegen.
Dijbeenspieren voor en achter doen hetzelfde als de biceps en triceps. Zij zorgen ervoor dat je je been kunt bewegen. Je kuitspier zorgt er onder andere voor dat je op je teken kunt staan.
kuitspier
Slide 11 - Tekstslide
Je hele lichaam bestaat uit spieren. Er zitten al 58 spieren in je gezicht. Een aantal belangrijke spieren zie je hier op het plaatje. De biceps zitten boven op je bovenarm, deze spier maakt je spierbal. Je triceps zitten aan de onderkant van je onderarm. De biceps en triceps werken samen. Dankzij deze spieren kan je je arm buigen en strekken.
Je buikspieren zorgen er samen met je rugspieren voor dat je rechtop kunt blijven zitten. Ook kun je door deze spieren het midden van je lichaam en je heupen bewegen.
Dijbeenspieren voor en achter doen hetzelfde als de biceps en triceps. Zij zorgen ervoor dat je je been kunt bewegen. Je kuitspier zorgt er onder andere voor dat je op je teken kunt staan.
kuitspier
Slide 12 - Tekstslide
Je hele lichaam bestaat uit spieren. Er zitten al 58 spieren in je gezicht. Een aantal belangrijke spieren zie je hier op het plaatje. De biceps zitten boven op je bovenarm, deze spier maakt je spierbal. Je triceps zitten aan de onderkant van je onderarm. De biceps en triceps werken samen. Dankzij deze spieren kan je je arm buigen en strekken. Dit noem je antagonisten. Dat zijn dus spieren die het tegenovergestelde doen. Als de ene aanspant, dan ontspant de andere.
Je buikspieren zorgen er samen met je rugspieren voor dat je rechtop kunt blijven zitten. Ook kun je door deze spieren het midden van je lichaam en je heupen bewegen.
Dijbeenspieren voor en achter doen hetzelfde als de biceps en triceps. Zij zorgen ervoor dat je je been kunt bewegen. Dit zijn dus ook antagonisten
Je kuitspier zorgt er onder andere voor dat je op je teken kunt staan.
Slide 13 - Video
Alleen voor groep 6, zonder geluid. Is alleen om te laten zien wat er gebeurt.
Spier pees
Spier
Spiervezel
Spiervezelbundel
Slide 14 - Sleepvraag
De kinderen spelen de goede antwoorden naar de juiste plek.
Proefje
Ga met je rug tegen de muur staan.
Zak door je knieën, tot een hoek van 90 graden.
Hoelang kan jij zo blijven zitten?
Wat ervaar je?
Slide 15 - Tekstslide
Deze slide heeft geen instructies
Hoe werken spieren?
Slide 16 - Tekstslide
Vanuit de hersenen lopen er zenuwen naar de spieren. De zenuwen zorgen voor een elektrisch signaal waardoor de spieren willen gaan aanspannen. Als het signaal groot genoeg is, dan spannen de spieren aan. Als het signaal stopt, ontspannen de spieren weer. Tijdens het aanspannen van de spieren gaat er een signaal terug naar de hersenen. Dit signaal geeft de hersenen informatie over het aanspannen van de spier en of er een bepaalde positie of houding gecorrigeerd moet worden.
Hoe werken spieren?
Slide 17 - Tekstslide
Vanuit de hersenen lopen er zenuwen naar de spieren. De zenuwen zorgen voor een elektrisch signaal waardoor de spieren willen gaan aanspannen. Als het signaal groot genoeg is, dan spannen de spieren aan. Als het signaal stopt, ontspannen de spieren weer. Tijdens het aanspannen van de spieren gaat er een signaal terug naar de hersenen. Dit signaal geeft de hersenen informatie over het aanspannen van de spier en of er een bepaalde positie of houding gecorrigeerd moet worden.
Maak een memorie
Slide 18 - Tekstslide
De leerlingen maken een tekening bij de uitleg. Daarna kunnen ze memorie spelen.
Maak een memorie
Slide 19 - Tekstslide
De leerlingen maken een memorie met een plaatje en aan de andere kant een uitleg van wat op de tekening te zien is.
Maak een memorie of een lapbook
Slide 20 - Tekstslide
De leerlingen maken een keuze:
Memorie: De leerlingen maken een memorie met een plaatje en aan de andere kant een uitleg van wat op de tekening te zien is.
Lapbook: De leerlingen maken een lapbook (met een A3blad), waarin ze uitleggen: