écrire + apprendre 8
1 / 20
Onderdelen in deze les
Slide 1 - Tekstslide
Slide 2 - Tekstslide
Slide 3 - Tekstslide
Slide 4 - Tekstslide
Slide 5 - Video
Slide 6 - Tekstslide
Slide 7 - Tekstslide
De bezittelijke voornaamwoorden enkelvoud
Maak de juiste combinaties.
Maak de juiste combinaties.
MIJN
JOUW
ZIJN/HAAR
mon
ton
son
ta
tes
mes
ses
ma
sa
Slide 8 - Sleepvraag
Sleep de bezittelijk voornaamwoorden naar de juiste vertaling
ONS/ONZE
JULLIE / UW
HUN
nos
votre
leur
notre
vos
leurs
Slide 9 - Sleepvraag
Vertaal het bezittelijk voornaamwoord tussen haakjes.
Kies het goede bezittelijk voornaamwoord.
_________ (mijn) chat
Kies het goede bezittelijk voornaamwoord.
_________ (mijn) chat
A
mon
B
ma
C
ton
D
ta
Slide 10 - Quizvraag
Vertaal het bezittelijk voornaamwoord tussen haakjes.
Kies het goede bezittelijk voornaamwoord.
_________ (ons) maison
Kies het goede bezittelijk voornaamwoord.
_________ (ons) maison
A
notre
B
votre
C
nos
D
leur
Slide 11 - Quizvraag
Bezittelijk voornaamwoord:
mijn vriendin=
mijn vriendin=
A
ma amie
B
mon amie
C
m'amie
D
mon ami
Slide 12 - Quizvraag
Wat is GEEN bezittelijk voornaamwoord?
A
die
B
jouw
C
mijn
D
onze
Slide 13 - Quizvraag
Vertaal:
Mijn lievelings sport is (eigen keus)
Mijn lievelings sport is (eigen keus)
Slide 14 - Open vraag
Slide 15 - Tekstslide
Slide 16 - Tekstslide
Maak ontkennend:
Elle va à l'école
A
Elle n'va pas à l'école
B
Elle ne va pas à l'école
C
Elle ne pas va à l'école
Slide 17 - Quizvraag
Maak ontkennend:
Simon habite à Paris.
A
Simon habite ne pas à Paris
B
Simon n' habites pas à Paris
C
Simon ne habite pas à Paris
D
Simon n' habite pas à Paris
Slide 18 - Quizvraag
Maak de zin ontkennend:
Charles aime le foot.
