§1.2 - Je omgeving ontdekken

Welkom
- Huiswerk
- Les §1.2 - Je omgeving ontdekken
- Vooruitblik.
Leerdoelen
- Je kunt uitleggen wat een organisme is.
- Je kunt organismen bekijken met een loep en een microscoop.
- Je kunt kenmerken van organismen noemen.
- Je kunt een duidelijke tekening maken.
- Je kunt de naam van een organisme opzoeken.

Huiswerk (Vrijdag)
Lezen (Lz.) §1.2 (eerste deel)
Maken (Mk) §1.2  - 1, 2, 3, 4 en 7


1 / 28
volgende
Slide 1: Tekstslide
BiologieMiddelbare schoolhavo, vwoLeerjaar 1

In deze les zitten 28 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 30 min

Onderdelen in deze les

Welkom
- Huiswerk
- Les §1.2 - Je omgeving ontdekken
- Vooruitblik.
Leerdoelen
- Je kunt uitleggen wat een organisme is.
- Je kunt organismen bekijken met een loep en een microscoop.
- Je kunt kenmerken van organismen noemen.
- Je kunt een duidelijke tekening maken.
- Je kunt de naam van een organisme opzoeken.

Huiswerk (Vrijdag)
Lezen (Lz.) §1.2 (eerste deel)
Maken (Mk) §1.2  - 1, 2, 3, 4 en 7


Slide 1 - Tekstslide

Opdracht
Op de volgende pagina zie je een link naar een website. Gebruik die website om voor elk levensverschijnsel een voorbeeld te bedenken voor een dier en een plant. 

Neem de tabel over en vul aan:

Levensverschijnsel
Voorbeeld dier
Voorbeeld plant
Bewegen
Waarnemen
Voortplanten
Groeien
Eten / voeden
Ademhalen
Uitscheiden

Slide 2 - Tekstslide

Hoe neem je waar?
Biologie gaat niet alleen over mensen, maar ook over over planten en dieren.
Organisme = een levend wezen
Organisme kun je nauwkeurig waarnemen: kijken, proeven, ruiken, voelen, horen.

De volgende dia laat een foto zien, bekijk die goed!

Slide 3 - Tekstslide

Slide 4 - Tekstslide

Wat valt je op aan de foto?

Slide 5 - Open vraag

Waarnemen
Blote oog: mensen, katten, tulpen

Loep: details van een tulp (10 x)

Microscoop: hele kleine delen van organismen zoals cellen

Slide 6 - Tekstslide

Beschrijving

Alle waarnemingen over een organisme die je hebt gedaan kun je opschrijven, je hebt dan een beschrijving van het organisme.

De beschrijvingen moeten heel pecies zijn, anders krijg je verwarring.


Duidelijke kenmerken noteren, dit zijn de eigenschappen van het organisme.


Lees de strip op de volgende dia goed door!

Slide 7 - Tekstslide

Slide 8 - Tekstslide

Wat gaat er mis in het verhaaltje?

Slide 9 - Open vraag

Kenmerken
Als je een organisme waarneemt dan let je op kenmerken.

Kenmerken zijn eigenschappen waaraan je een organisme kunt herkennen.


Zonnebloem: lange, harige stengel-gele bloemblaadjes

Giraf: lange nek- lange poten

Slide 10 - Tekstslide

Slide 11 - Tekstslide

Waarom tekenen?
  1. Om een organisme later te bekijken
  2. Om een organisme nauwkeurig te bestuderen
  3. Om verbanden in de bouw van het organisme te ontdekken

Slide 12 - Tekstslide

Hoe leg je waarnemingen vast?

Slide 13 - Tekstslide

Natuurgetrouw
  • Zo precies mogelijk nagetekend
  • Veel details
  • Vaak in kleur
Schematisch
  • Alleen de belangrijkste delen zijn getekend
  • Weinig/geen details
  • Meestal geen kleur

Slide 14 - Tekstslide

Wat teken je?
  • Buitenaanzicht: je tekent de buitenkant van het organisme
  • Lengtedoorsnede: het organisme is in de lengte door midden gesneden
  • Dwarsdoorsnede: het organisme is dwars door midden gesneden

Slide 15 - Tekstslide

Hoe leg je waarnemingen vast?

Slide 16 - Tekstslide

Dwarsdoorsnede
Lengtedoorsnede

Slide 17 - Tekstslide


A
Buitenaanzicht
B
Lengtedoorsnede
C
Dwarsdoorsnede

Slide 18 - Quizvraag


A
Buitenaanzicht
B
Lengtedoorsnede
C
Dwarsdoorsnede

Slide 19 - Quizvraag


A
Buitenaanzicht
B
Lengtedoorsnede
C
Dwarsdoorsnede

Slide 20 - Quizvraag

Hoe vind je de naam van organismen?

Organismen zijn ingedeeld in groepen met gemeenschappelijke kenmerken, dat zijn eigenschappen waaraan je organismen kunt herkennen.





Slide 21 - Tekstslide

Determineren
Determineren is het 
opzoeken van een naam 
van een organisme.

Zoekkaart: vragen over 
kenmerken

Nauwkeurig waarnemen


Slide 22 - Tekstslide

Een zoekkaart gebruiken
  1. Wat zou een zoekkaart ?
  2. Waar zou je het voor kunnen gebruiken?

Slide 23 - Tekstslide

Slide 24 - Tekstslide

Gewervelde dieren
Dieren met een wervelkolom:
  • zoogdieren
  • vogels
  • reptielen
  • amfibiën
  • vissen
(elk van deze groepen heeft zijn eigen kenmerken)

Slide 25 - Tekstslide

Ongewervelde dieren
Dieren zonder wervelkolom
geleedpotigen
weekdieren
wormen
holtedieren
ribkwallen
stekelhuidigen

Slide 26 - Tekstslide

Werken aan opdrachten
Huiswerk
- Mk. §1.2 (1, 2, 3, 4 en 7)

- Lz. §1.2

Aan de slag
- Mk. §1.2
- Lz. §1.1
- Begrippenlijst maken
- Samenvatten/Mindmap maken
- Oefenen op www.biologiepagina.nl

Kijk goed in de planner wat er in de KWT-uren wordt aangeboden!!

Slide 27 - Tekstslide

Volgende lessen
- Onderdelen van de Microscoop
- Werken met de Microscoop

Leerdoelen
- Je kunt uitleggen wat een organisme is.
- Je kunt organismen bekijken met een loep en een microscoop.
- Je kunt kenmerken van organismen noemen.
- Je kunt een duidelijke tekening maken.
- Je kunt de naam van een organisme opzoeken.

Huiswerk (Vrijdag)
Lezen (Lz.) §1.2
Maken (Mk) §1.2  - 1, 2, 3, 4 en 7

Huiswerk (Volgende week)
Maken (Mk) §1.2  - 5, 6, 8, 9, 10 en 12

Slide 28 - Tekstslide