Herhaling secretarieel H5 + H6

Herhaling secretarieel H5 + H6
1 / 16
volgende
Slide 1: Tekstslide
Economie & OndernemenMiddelbare schoolvmbo bLeerjaar 4

In deze les zitten 16 slides, met interactieve quiz en tekstslides.

Onderdelen in deze les

Herhaling secretarieel H5 + H6

Slide 1 - Tekstslide

Organiseren van een bijeenkomst
Wat komt er kijken bij het organiseren van een bijeenkomst?
  • Deelnemerslijst opstellen
  • Datum prikken
  • Uitnodigingen versturen
  • Planning maken van de voorbereidingen
  • Afspraken vastleggen
  • Ruimte(s) en apparatuur regelen
  • Tijdens de bijeenkomst --> notulen maken
  • Na de bijeenkomst --> notulen uitwerken en versturen

Slide 2 - Tekstslide

Afspraken plannen, verplaatsen en annuleren
Om een agenda goed te gebruiken, moet je afspraken plannen.

Voor het plannen van een afspraak moet je een aantal zaken weten:
  • Wanneer is de afspraak?
  • Hoe laat is de afspraak?
  • Hoelang duurt de afspraak?
  • Wie moeten er aanwezig zijn?
  • Wat zijn de contactgegevens van de deelnemers?
  • Waar is de afspraak?
  • Wat is de reistijd?
  • Wat moet er voorbereid worden?

Slide 3 - Tekstslide

5.3 Plannen en taken verdelen
Om efficiënter te werken, maak je vaak een planning. Dat gebeurt meestal met een planningsformulier. Daarin verdeel je de opdracht in stappen. Per stap geef je aan:
  • Wat er moet gebeuren
  • Wie dat doet/ doen (taakverdeling)
  • Wanneer dat klaar moet zijn
  • Waarmee je dat doet

Slide 4 - Tekstslide

 Je gebruikt een agenda om afspraken en werkzaamheden op te schrijven. In een elektronische agenda kun je heel makkelijk afspraken plannen, verplaatsen en annuleren.

Slide 5 - Tekstslide

Efficiënt werken
= Je wilt zoveel mogelijk resultaat
halen in de tijd die je hebt.

Slide 6 - Tekstslide




Efficiënt werken kan op basis van een to do lijst

Slide 7 - Tekstslide

Kopiëren en scannen
Gekopieerde documenten --> papieren archief

Gescande documenten --> elektronisch archief

Slide 8 - Tekstslide

Kopiëren en scannen
Kopiëren = het maken van een duplicaat van het origineel.

Wat kun je allemaal met een kopieerapparaat?
  • Enkelzijdig bedrukken
  • Dubbelzijdig bedrukken
  • Nieten
  • Sorteren
  • Stansgaten maken
  • Kopie vergroten/ verkleinen
  • Papier bijvullen
  • Eenvoudig storingen verhelpen

Slide 9 - Tekstslide

Lamineren
Lijsten en overzichten die je vaak 
gebruikt kun je het beste lamineren
Lamineren betekent het aanbrengen 
van een doorzichtige plastic folie door middel 
van warme lijm.

Slide 10 - Tekstslide

Drukwerk en mailing
Mailing is een brief die naar veel verschillende mensen verstuurd wordt. Drukwerk is een woord voor papier dat bedrukt is, bijvoorbeeld een verslag van een vergadering of brieven om te versturen.

Slide 11 - Tekstslide

Rapen
= verschillende stapels papier een exemplaar pakken in de juiste volgorde.

Slide 12 - Tekstslide

Waar staat ADV-dagen voor?
A
Arbeidsduurverlof
B
Arbeidsduurverkorting
C
Arbeidsdoorlopende vrije dagen

Slide 13 - Quizvraag

NAW-gegevens
Naam
Adres
Woonplaats

Slide 14 - Tekstslide

Relatiebestand
In een relatiebestand houd je alle gegevens bij van mensen met wie het bedrijf te maken heeft: je relaties. Dit zijn bijvoorbeeld klanten en leveranciers. Je gebruikt het relatiebestand om met klanten te communiceren of bestellingen te plaatsen bij een leverancier.

Je kunt hierbij denken aan:
  • NAW-gegevens (NAW = naam, adres en woonplaats)
  • telefoon- en faxnummers
  • e-mailadressen
  • diverse aantekeningen/opmerkingen.

Slide 15 - Tekstslide

Persoonsgegevens
  • gegevens over kinderen
  • rekeningnummer (IBAN)
  • burgerservicenummer (BSN)
  • gevolgde opleiding(en)
  • loopbaangegevens: vorige werkgever(s) en functie(s), huidige functie
  • sollicitatiebrief (+ cv) en/of sollicitatieformulier
  • aanstellingsbrief
  • arbeidsovereenkomst
  • medische verklaring of verklaring van goed gedrag, indien van toepassing
  • persoonlijke gegevens van ouders of wettelijke verzorgers, als de medewerker minderjarig is. 

Slide 16 - Tekstslide