Week 20 2024 Herhaling paragraaf 1.1 en 1.2

Herhaling 
Paragraaf 1.1 en 1.2
1 / 19
volgende
Slide 1: Tekstslide
AardrijkskundeMiddelbare schoolhavoLeerjaar 4

In deze les zitten 19 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

Onderdelen in deze les

Herhaling 
Paragraaf 1.1 en 1.2

Slide 1 - Tekstslide

Slide 2 - Tekstslide

Een rivier slingert 500 km door het landschap. De bron ligt op 2500 meter hoogte.
Wat is het verhang?

Slide 3 - Open vraag

Het verval van een rivier neemt in de benedenloop af
A
juist
B
onjuist

Slide 4 - Quizvraag

Als een rivier meer water afvoert (groter debiet), wordt hij smaller en dieper.
A
juist
B
onjuist

Slide 5 - Quizvraag

Door klimaatverandering blijft het langer droog en tegelijkertijd de buien heftiger. Dit noem je een onregelmatig ...
A
debiet
B
afvoerregiem
C
neerslagregiem
D
vertragingstijd

Slide 6 - Quizvraag

timer
0:30
Debiet op z'n hoogst
Gemengde rivier
Groot verval
Bij-, zij- en hoofdrivier
Verval per km
Reliëf in het landschap
Bovenloop
Verhang
Gelijkmatig regiem
Piekafvoer
Waterscheiding
Stroomstelsel

Slide 7 - Sleepvraag

In welke landen ligt het stroomgebied van de Rijn?
A
Frankrijk, Zwitserland, Oostenrijk, Kroatië.
B
Duitsland, Polen, Tsjechië, Oostenrijk.
C
Zwitserland, Duitsland, Nederland, Tsjechië.
D
Frankrijk, Zwitserland, Luxemburg, België.

Slide 8 - Quizvraag

Ingrepen van de mens
Winterdijk
Zomerdijk
Krib
Uiterwaard
Zomerbed
Winterbed
Binnendijks
Veilig, beschermd door de dijk
Buitendijks
Onveilig - niet beschermd

Slide 9 - Tekstslide

Veel Nederlanders wonen in polders, zij wonen ...
A
Binnendijks
B
Buitendijks

Slide 10 - Quizvraag

De uiterwaard bevindt zich
A
binnendijks
B
aan de rivierkant van de winterdijk
C
in het zomerbed
D
tussen de kribben

Slide 11 - Quizvraag

De vertragingstijd
De tijd die een (regen)druppel erover doet om de rivier te bereiken.

Deze tijd is lang als de druppel de bodem intrekt en in het grondwater komt en als grondwater langzaam naar de rivier stroomt.

De tijd is kort als er veel beton is en de druppel niet de grond in kan, dan stroomt het via riolering naar de rivier.

Slide 12 - Tekstslide

Wat deed de mens?
Ontbossen: 
  • weghalen van bomen
  • weilanden opofferen voor huizen

Verstenen:
  • huizen bouwen
  • straten aanleggen
  • riolering aanleggen

Slide 13 - Tekstslide

Als we meer steden bouwen, wordt de vertragingstijd
A
langer
B
korter

Slide 14 - Quizvraag

Slide 15 - Tekstslide

Ga nu in SOM naar inleveropdrachten
Je vindt daar 5 vragen die jouw begrip van paragraaf 1.1 en 1.2 testen. Je mag het in tweetallen maken.
Je levert de antwoorden voor het eind van de les in.

Ben je klaar?
Maak dan de "extra opdrachten" horend bij 1.3 (Buitenland), je vindt ze in het rechter keuzemenu van 1.3

Slide 16 - Tekstslide

Slide 17 - Tekstslide

Welke ingrepen
deed de mens in het rivierengebied?

Slide 18 - Woordweb

Hoe vond je de opdrachten gaan die je deze les maakte?
0100

Slide 19 - Poll