8.3 Kringlopen in ecosystemen dl1

Ath. 4 huiswerk 8.1 +8.2
Bespreken:
8.1: -opdrachten 2; 3; 7a+c+d+e 
8.2: -opdracht 1; 3; 
1 / 32
volgende
Slide 1: Tekstslide
BiologieMiddelbare schoolvwoLeerjaar 4

In deze les zitten 32 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 2 videos.

time-iconLesduur is: 60 min

Onderdelen in deze les

Ath. 4 huiswerk 8.1 +8.2
Bespreken:
8.1: -opdrachten 2; 3; 7a+c+d+e 
8.2: -opdracht 1; 3; 

Slide 1 - Tekstslide

8.3 Kringlopen in ecosystemen

Slide 2 - Tekstslide

Eutrofiëring

Slide 3 - Tekstslide

heide
heide na eutrofiering

Slide 4 - Tekstslide

EUTROFIËRING ONTSTAAT DOOR
A
teveel voedingsstoffen
B
te weinig voedingsstoffen
C
teveel dieren in het water
D
alle drie de antwoorden zijn goed

Slide 5 - Quizvraag

Een ander woord voor eutrofiëring is
A
Waterbloei
B
Algenbloei
C
Overbemesting
D
Vermesting

Slide 6 - Quizvraag

Gevolg eutrofiëring
Oorzaak eutrofiëring

Slide 7 - Sleepvraag

Wat is een oplossing voor eutrofiëring?
A
Algeneters aan het water toevoegen
B
Maaien
C
Snoeken in het water brengen
D
Forellen in het water brengen

Slide 8 - Quizvraag

Koolstofkringloop
Bij de koolstofkringloop kijk je alleen naar het atoom koolstof ==> dus de C




Slide 9 - Tekstslide

Slide 10 - Video

De koolstofkringloop gaat over het doorgeven van het element koolstof (C)

Koolstof zit onder andere in koolstofdioxide (CO2) en glucose (C6H12O6)

Slide 11 - Tekstslide

koolstofkringloop

Slide 12 - Tekstslide

Slide 13 - Video

Even herhalen
Producent, consument of reducent?

Beantwoord de volgende dia's

Slide 14 - Tekstslide

Een rups is een
A
producent
B
consument
C
reducent

Slide 15 - Quizvraag

Geef voorbeelden van organische stoffen met een C als element
(organische stoffen bevatten C en H)

Slide 16 - Open vraag

In de koolstofkringloop worden door veel organismen stoffen verbrand. Welke organismen in de koolstofkringloop hebben verbranding=dissimilatie?
A
planten
B
dieren
C
dieren en schimmels
D
zowel planten, dieren als schimmels

Slide 17 - Quizvraag

Wat is de kleinst mogelijke koolstofkringloop?

Slide 18 - Open vraag

Welke rol spelen de reducenten in de koolstofkringloop?

Slide 19 - Open vraag

Welke kleuren hebben de producenten, consumenten en reducenten in Binas?

Slide 20 - Open vraag

natuurlijk en versterkt broeikaseffect

Natuurlijk broeikaseffect

-Op temperatuur houden van de aarde door weerkaatsing in de atmosfeer

-broeikasgassen: waterdamp en koolstofdioxide


Versterkt broeikaseffect

1. Toename broeikasgassen
- koolstofdioxide
- methaan (veelteelt, moerassen)
- waterdamp

2. Stijging temperatuur : 1, 7 in NL


Slide 21 - Tekstslide

Het versterkt broeikaseffect verandert het klimaat

Slide 22 - Tekstslide

Juist/Onjuist
Het broeikaseffect wordt veroorzaakt door ... (meerdere antwoorden mogelijk)
A
CO2
B
C6H12O6
C
N2
D
CH4

Slide 23 - Quizvraag

Een beetje scheikunde
In water reageert CO2:
CO2 + H2O wordt HCO3- en H+

H+ zorgt voor verzuring van het water
HCO3- kan reageren met calcium en vormt kalk (harde schelpen bijvoorbeeld) 

Slide 24 - Tekstslide

Welk van de volgende uitspraken over het broeikaseffect is/zijn waar
A
broeikaseffect is nodig om leven te laten ontstaan op een planeet
B
versterkt broeikaseffect ontstaat door koolstofdioxide
C
het broeikaseffect bestaat helemaal niet
D
verbranden van fossiele brandstoffen zorgt voor versterkt broeikaseffect

Slide 25 - Quizvraag

 Oefenen met de koolstofkringloop

Slide 26 - Tekstslide

Eten van energierijk plantaardig voedsel

Dissimilatie door dieren

Afbreken van dode dieren door schimmels en bacteriën
Vorming van fossiele brandstoffen

Dissimilatie door schimmels en bacteriën

Fotosynthese

(Voortgezette) assimilatie door planten

Verbranding van fossiele brandstoffen

Afbreken van dode planten door schimmels en bacteriën
Sleep de nummers naar de juiste zin in de tabel:
1
2
3
4
5
6
7
8
9

Slide 27 - Sleepvraag

Is de CO2 afgifte door de lichamen van alle mensen samen per jaar kleiner dan, ongeveer gelijk aan of groter dan het CO2 verbruik van alle producenten samen in de koolstofkringloop?

Slide 28 - Open vraag

Slide 29 - Tekstslide

Miljoenen jaren geleden werden koolstofatomen geassimileerd en daarna vastgelegd in fossiele brandstoffen. Een koolstofatoom uit een fossiele brandstof kan zich nu in een eiwitmolecuul in jouw lichaam bevinden.
Neem de afbeelding op de vorige pagina over en geef de kortste route aan - vanaf het compartiment van de organismen die koolstof assimileren, tot aan het compartiment dat jouw lichaam weergeeft waarlangs het koolstofatoom in jouw lichaam terecht kan zijn gekomen.

Slide 30 - Open vraag

Uit metingen blijkt dat het CO2 gehalte in de dampkring in de laatste 150 jaar met ongeveer 25% is toegenomen (van 0.028% tot 0.036%). De absolute toename van CO2 (ongeveer 500 miljard ton) is geringer dan de geschatte totale CO2 produktie bij verbranding van fossiele brandstoffen in die 150 jaar.

Blijkbaar is de hoeveelheid CO2 die per dag uit de dampkring verdwijnt, ook gestegen. Bekijk Binas 93F, door welke twee processen verdwijnt CO2 uit de dampkring?

Slide 31 - Open vraag

Leg uit waardoor de CO2 uitstoot bij verbranding van fossiele brandstoffen een oorzaak is van de stijging van het gemiddelde CO2 gehalte van de dampkring.

Slide 32 - Open vraag