Directe/indirecte rede

Directe en indirecte rede


Uitleg
Oefenen
1 / 27
volgende
Slide 1: Tekstslide
TaalBasisschoolGroep 8

In deze les zitten 27 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 1 video.

time-iconLesduur is: 15 min

Onderdelen in deze les

Directe en indirecte rede


Uitleg
Oefenen

Slide 1 - Tekstslide

Indirecte rede

Juf zegt dat we weer gaan oefenen met de directe rede en indirecte rede.

Slide 2 - Tekstslide

Directe rede

Juf zegt: 'We gaan weer oefenen met de 
directe rede en indirecte rede.'

Slide 3 - Tekstslide

Lesdoel

Ik weet wat de directe en indirecte rede is en kan zinnen omzetten van directe naar indirecte rede en andersom.

Slide 4 - Tekstslide

WAT IS ONS LESDOEL?

Slide 5 - Open vraag

Slide 6 - Tekstslide

Slide 7 - Video

De boze stiefmoeder vroeg aan de spiegel wie de mooiste van het land is.

A
directe rede
B
indirecte rede

Slide 8 - Quizvraag

De spiegel antwoordde: "U bent de mooiste van het land."

A
directe rede
B
indirecte rede

Slide 9 - Quizvraag

"Breng Sneeuwwitje naar het bos en dood haar!" sprak de boze koningin.


A
directe rede
B
indirecte rede

Slide 10 - Quizvraag

De jager zei tegen Sneeuwwitje dat ze ver weg moest lopen.



A
directe rede
B
indirecte rede

Slide 11 - Quizvraag

De dwergen vroegen verbaasd: "Wie heeft er soep voor ons gekookt?“



A
directe rede
B
indirecte rede

Slide 12 - Quizvraag

Sneeuwwitje zei dat zij dat had gedaan.



A
directe rede
B
indirecte rede

Slide 13 - Quizvraag

De dwergen riepen dat ze er erg blij mee waren.



A
directe rede
B
indirecte rede

Slide 14 - Quizvraag

Welke zin staat er in de DIRECTE rede?
A
Mijn vader zegt dat hij morgen thuiskomt.
B
Mijn moeder roept: 'Kom direct thuis!'
C
Het meisje vertelt mij dat ze morgen jarig is.
D
Simon vertelde mij dat hij gister ziek was.

Slide 15 - Quizvraag

Welke zin staat in de INDIRECTE rede?
A
Simon zegt:'Ik heb geen zin meer!'
B
'Ben je daar eindelijk!', roept Henk
C
Vader fluistert: 'Ik heb een verrassing voor je.'
D
Ik vertel haar dat ik de tekening mooi vind.

Slide 16 - Quizvraag

Welke zin is helemaal juist?
A
Iza vraagt:'mag ik een ijsje?'
B
Iza vraagt: Mag ik een ijsje?
C
Iza vraagt:'Mag ik een ijsje?'
D
Iza vraagt: 'Mag ik een ijsje'?

Slide 17 - Quizvraag

Welke zin is helemaal juist?
A
Ik roep: Kijk uit!
B
Ik roep: 'Kijk uit.'
C
Ik roep:'Kijk uit!'
D
Ik roep 'Kijk uit!'

Slide 18 - Quizvraag

Slide 19 - Tekstslide

Juf doet het voor.
Zet deze zin in de indirecte rede.

Caro zegt: ‘Ik heb zin om naar Frankrijk te gaan.’

Slide 20 - Tekstslide

Nu jullie
Zet deze zin in de indirecte rede.

Lisanne zegt: ‘Ik ga pannenkoeken eten.’

Slide 21 - Tekstslide

Nu jij
Zet deze zin in de indirecte rede.

Kyara zegt: ‘Ik ga zwemmen.’

Slide 22 - Tekstslide

Slide 23 - Tekstslide

Juf doet het voor.
Zet deze zin in de directe rede.

Fieke zegt dat het schilderij af is.

Slide 24 - Tekstslide

Nu jullie
Zet deze zin in de directe rede.

Karim vraagt of het bijna pauze is.

Slide 25 - Tekstslide

Nu jij
Zet deze zin in de directe rede.

Fieke zegt dat het schilderij af is.

Sev zegt dat hij naar buiten gaat.

Slide 26 - Tekstslide

Zelf aan de slag
Taal - thema 1 - blok 1 - les 4

Opgave 3
Opgave 2
Plussen




Directe rede:
Juf zegt: "Doe je best."


Indirecte rede:
Juf zegt dat wij ons best moeten doen.

Slide 27 - Tekstslide