Communicatievormen en lichaamstaal

Communiceren in het werkveld
1 / 179
volgende
Slide 1: Tekstslide
Pedagogisch HandelenSecundair onderwijs

In deze les zitten 179 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 13 videos.

time-iconLesduur is: 45 min

Onderdelen in deze les

Communiceren in het werkveld

Slide 1 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Communicatie...aan wat denk je?
timer
0:30
COMMUNICATIEVORMEN

Slide 2 - Woordweb

Deze slide heeft geen instructies

Slide 3 - Video

Deze slide heeft geen instructies

Programma:
  • Communicatiemodel? zender - boodschap - ontvanger
  • Verbale - non-verbale - paraverbale communicatie?
  • Actief luisteren: LSD - SOFTEN? LSD : SOFTEN:
  • Assertief - subassertief - agressie gedrag?
  • Feedback krijgen - feedback geven?
  • De ik - boodschap?

Slide 4 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Waarvoor dient een goede communicatie?


  • een betere zorg
  • hoog welbevinden bij zorgvragers en familie
  • meer wederzijds begrip
  • een fijnere samenwerking met collega’s
  • meer werkplezier en jobfierheid

Slide 5 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Dit is een diagram over communicatie.
Wat is het grootste deel van onze communicatie:
stem, lichaamstaal, woorden of brieven?
A
B
C
D

Slide 6 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Slide 7 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Ken je een bekend persoon die heel veel gebaren gebruikt?
Je kan hem zien in het  filmpje op de volgende slide

Slide 8 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 9 - Video

Deze slide heeft geen instructies

verbale communicatie
non-verbale communicatie

Slide 10 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Lichaamstaal en de eerste indruk

Slide 11 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

4

Slide 12 - Video

Deze slide heeft geen instructies

00:33
Is jouw eerste indruk positief of negatief?
Wat gaat goed?
Wat gaat minder goed?
Wat denkt de baas?

Slide 13 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

01:02
Is jouw eerste indruk positief of negatief?
Wat gaat goed?
Wat gaat minder goed?
Wat denkt de baas?

Slide 14 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

01:30
Is jouw eerste indruk positief of negatief?
Wat gaat goed?
Wat gaat minder goed?
Wat denkt de baas?

Slide 15 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

02:06
Is jouw eerste indruk positief of negatief?
Wat gaat goed?
Wat gaat minder goed?
Wat denkt de baas?

Slide 16 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Zwaaien is een vorm van .......
timer
0:08
A
Non-verbale communicatie
B
Verbale communicatie

Slide 17 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

non-verbale communicatie
timer
0:07
A
Geen communicatie
B
Communicatie zonder woorden.

Slide 18 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies


timer
0:06
A
Verbale communicatie
B
Non-verbale communicatie

Slide 19 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Blozen is
een voorbeeld van
timer
0:05
A
Verbale communicatie
B
Non-verbale communicatie

Slide 20 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

We zien hier een voorbeeld van....
timer
0:05
A
Verbale communicatie
B
Non-verbale communicatie

Slide 21 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Wat zie je hier?
timer
0:05
A
Verbale communicatie
B
Non-verbale communicatie

Slide 22 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies


Een duimpje omlaag is....
timer
0:05
A
Verbale communicatie
B
Non verbale communicatie

Slide 23 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Een duimpje omhoog is....
timer
0:05
A
Verbale communicatie
B
Non verbale communicatie

Slide 24 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies


timer
0:05
A
Verbale communicatie
B
Non-verbale communicatie

Slide 25 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies


timer
0:05
A
verbale communicatie
B
non-verbale communicatie

Slide 26 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies



timer
0:05
A
Verbale communicatie
B
Non verbale communicatie

Slide 27 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies


timer
0:05
A
verbale communicatie
B
non-verbale communicatie

Slide 28 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Basisregels van communicatie
Verbale communicatie:
  1. Duidelijkheid
  2. Luisteren
  3. Toon en intonatie
  4. Emathie
  5. Kernboodschap

Slide 29 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Non-verbale communicatie:
  1. Lichaamstaal
  2. Oogcontact
  3. Gelaatsuitdrukkingen
  4. Afstand
  5. Tijd
  6. Kleding & uiterlijk

Slide 30 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Werkveldgids pagina 113

Vul de post-its zo volledig mogelijk in.

Slide 31 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Communiceren in het werkveld
Communicatie in de zorg- en welzijnssector is heel belangrijk!
Goede communicatie brengt een betere zorg!
Voordelen van goede communicatie in de zorg:
  • betere zorg
  • zorgvragers & familie voelen zich gehoord
  • er is meer wederzijds begrip
  • er is een fijnere samenwerking met collega's
  • je ervaart meer werkplezier en jobfierheid

Slide 32 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Communiceren in de zorg en welzijnssector
STRUCTUUR VAN EEN GESPREK
1. Begroeting
Een groet is een ritueel gebaar dat sociaal contact op gang brengt. Hoe je iemand begroet, hangt ook af van de cultuur.
2. Kennismaking
Als het de eerste keer is dat je iemand ontmoet,                             stel je jezelf voor.



Hallo, ik ben .... en ik kom hier stage doen

Slide 33 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Structuur van een gesprek
  1. Begroeting
  2. Kennismaking
  3. Het gesprek
  4. Afscheid nemen 

Slide 34 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 35 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

2. Actief luisteren

Slide 36 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Instructie
Pak een stukje papier (A4) en hou het voor je. Doe nu je ogen dicht en volg de instructies exact. 

Slide 37 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Na het scheuren...
Vraag aan iedereen om zijn ogen open te doen en het papier uit te vouwen tot een heel blad.
Kijk samen wat het resultaat is. Als ik goed gecommuniceerd heb en jullie hebben goed geluisterd zouden we allemaal hetzelfde moeten hebben....

Slide 38 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 39 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Hoe is dat nu mogelijk?

Slide 40 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Hoe kan dit?

Slide 41 - Woordweb

Deze slide heeft geen instructies

Slide 42 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 43 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies


1. Armen langs je lichaam

2. Handen op je heupen

3. Armen over 
elkaar

Slide 44 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

 Betekenis van deze houdingen
1. Armen langs het lichaam= goed, je ziet er ontspannen uit, ook heb je dan je armen vrij voor het maken van gebeuren wanneer jij het woord neemt.
2. Handen op de heupen = je toont een actieve luisterhouding. Als je spreekt is dit minder goed, dit kan nogal betweterig overkomen.
3. Armen over elkaar= hiermee maak je eerder een gesloten en afstandelijke indruk

Slide 45 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 46 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Geef LSD
Dit is het belangrijkste ezelsbruggetje!

Luisteren
Samenvatten
Doorvragen


Slide 47 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 48 - Video

Deze slide heeft geen instructies

Laat oma thuis
Het is belangrijk dat je onbevooroordeeld luistert, dus laat gerust OMA thuis:


Oordelen
Meningen
Adviezen

Slide 49 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 50 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

SOFTEN
  • S...mile / glimlachen
  • O...pen posture / open houding
  • F...orward lean / naarvoor leunen
  • T...ouch / aanraken
  • E...ye contact / oogcontact
  • N...od / knikken

Slide 51 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

S
O
F
T
E
N
hoort er niet bij
Smile
Open houding
Forward
Touch
Eye
Nod
Knikken (nod)
Naar voren leunen
Aanraken (als gepast)
Oogcontact
Armen gekruist
Achterover leunen

Slide 52 - Sleepvraag

Deze slide heeft geen instructies

Luisterfouten 

Slide 53 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slecht luisteren, hoe doe je dat?

Slide 54 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

Slecht luisteren
  • Enthousiast over eigen ervaringen beginnen
  • Verteller onderbreken
  • Relativeren
  • Laten zien dat je geen of weinig tijd hebt
  • Niet reageren 
  • Naast elkaar praten 



Slide 55 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Oefening: goed of fout? 

Slide 56 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 57 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 58 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 59 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 60 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 61 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 62 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 63 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 64 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 65 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 66 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 67 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 68 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 69 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 70 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Wat hebben we allemaal geleerd?

Slide 71 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Wat hebben we geleerd? 
  1. Actief luisteren is luisteren én begrijpen
  2. Is belangrijk in- en buiten schoolcontext
  3. Respect, acceptatie en tolerantie als basisvoorwaarden
  4. Luistertechnieken: LSD (verbaal) / SOFTEN (non-verbaal)
  5. Ongeïnteresseerd en onderbroken luisteren is not done!

Slide 72 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 73 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Goed luisteren
Is belangrijk omdat 

Slide 74 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

1. Geef aandacht
Focus op het verhaal en spreker
Wat is de boodschap
Geen afleiding ( gsm uit)
Oogcontact

Slide 75 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

2. Laat zien dat je luistert
Zeg zelf enkel wat nodig is om de spreker aan te moedigen
Bijvoorbeeld hummen
Laat je gezicht spreken (spoken)
Ontspannen houding
Smile

Slide 76 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

3. Geef feedback
Word je emotie geraakt? Zeg het en vraag om meer informatie
LSD: luisteren, samenvatten en doorvragen
Wat bedoel je met
Wat ik hoor

Slide 77 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

4. Stel je mening of oordeel uit
Laat de ander uitpraten 
Niet onderbreken
Spreker centraal stellen 

Slide 78 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

5. Reageer gepast
Respect 
Acceptatie
Tolerantie
Zoals je zelf zou wilen worden behandeld

Slide 79 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Checklist
  1. Geef aandacht
  2. Laat zien dat je luistert (SOFTEN)
  3. Geef feedback  (LSD)
  4. Stel je mening of oordeel uit
  5. Reageer gepast (basisvw)

Slide 80 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

communiceren met kinderen

Slide 81 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Communiceren met kinderen

Slide 82 - Woordweb

Deze slide heeft geen instructies

Taalontwikkeling
Praten met kinderen doe je natuurlijk door in te spelen op hun taalontwikkeling.
Hoe zat dat ook alweer?

Slide 83 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 84 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 85 - Video

Deze slide heeft geen instructies

Welke interactievaardigheid zag jij terug?

Slide 86 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

Slide 87 - Video

Deze slide heeft geen instructies

Welke interactievaardigheid zag je hier terug?

Slide 88 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

Omgaan met emoties (LEO)

Slide 89 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

LEO=
  1. Luisteren  (LSD & SOFTEN)
  2. Erkennen  (Bevestig en erken het probleem)
  3. Oplossen  (Luister en geef erkenning)

Slide 90 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slecht nieuws gesprek

Slide 91 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Overzicht:
- Wat zijn de doelen van een slechtnieuws gesprek?
- Uit welke fasen bestaat een slechtnieuws gesprek?
- Voorbeelden van een slecht nieuws gesprek
- Casus(sen)
- Evaluatie

Slide 92 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Waar denk je aan
bij een slechtnieuwsgesprek?

Slide 93 - Woordweb

Deze slide heeft geen instructies

Slide 94 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 95 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 96 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

vind je het lastig om in je privéleven iemand teleur te stellen?
Ik stel dat zo lang mogelijk uit
Als ik er niet over praat, waait het wel over
Ik vertel het maar meteen, dan ben ik er vanaf
Nee hoor, teleurstellingen horen bij het leven.

Slide 97 - Poll

Deze slide heeft geen instructies

Slide 98 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 99 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Wat is het doel van een slecht nieuws gesprek?
A
Je zorgt dat je heel zakelijk blijft zodat je duidelijk kan zijn wanneer je slecht nieuws brengt.
B
Iemand deels informeren met slecht nieuws en deels met goed nieuws.
C
Een bericht overbrengen zodat een patiënt gelijk kan accepteren wat er aan de hand is.
D
Je brengt op een duidelijke manier een negatief bericht en geeft daarin steun en informatie.

Slide 100 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Grootste valkuilen

  • Voorbijgaan aan de gevoelens van de patiënt.
  • Dooddoeners gebruiken (bv. “U mag zo niet denken” of “Zo is het leven”).
  • Discussiëren (bv. “Hoe komt u daar nu bij?!”).
  • Raad en advies geven (bv. “Als ik u was …”).
  • Kleiner maken

Slide 101 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Wie heeft er al eens slecht nieuws medegedeeld aan iemand?

Slide 102 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

Wat weet je al over het voeren van een slecht nieuws gesprek?

Slide 103 - Woordweb

Deze slide heeft geen instructies

Stappenplan
  1. Korte inleiding
  2. Kom ter zake
  3. Geef de ontvanger tijd
  4. Laat emoties toe en vang ze op (geef evt. extra informatie)
  5. Geef perspectief (nieuw moment) 

Slide 104 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Voorbereiding
  • Bereid je goed voor op het gesprek en bedenk wat je precies gaat vertellen. 
  • Zorg dat je de feiten op een rijtje hebt en bedenk alvast hoe je gaat reageren op mogelijke reacties van de ander.

Slide 105 - Tekstslide

Vraag aan de studenten wat zij belangrijk vinden bij de voorbereiding van een slecht nieuws gesprek.
De boodschap brengen
  • Breng de boodschap rustig en duidelijk over. 
  • Geef de ander de tijd om te reageren en vraag hoe hij/zij zich voelt.

Slide 106 - Tekstslide

Bespreek met de studenten hoe zij de boodschap zouden brengen en hoe zij zouden reageren op emoties van de ander.
Empathie tonen
Toon begrip en empathie voor de emoties van de ander. Laat zien dat je zijn/haar gevoelens serieus neemt.

Slide 107 - Tekstslide

Vraag aan de studenten hoe zij empathie zouden tonen in een slecht nieuws gesprek.

Slide 108 - Video

Deze slide heeft geen instructies

Slide 109 - Video

Deze slide heeft geen instructies

Welke fouten zag je bij de leerkracht?

Slide 110 - Woordweb

Deze slide heeft geen instructies

Oefenen
Lees de casus die je van de leerkracht en oefen per 2 het slecht nieuws gesprek

Check de opdracht: slecht nieuws gesprek in Google Classroom

Slide 111 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Kritiek krijgen

Slide 112 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Bedenk een situatie waarop jij kritiek hebt gekregen.
Hoe heb je hierop gereageerd?

Slide 113 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

Slide 114 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 115 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 116 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 117 - Video

Deze slide heeft geen instructies

Ontwapeningstechnieken
  1. Geef gelijk
  2. Bedank
  3. Zeg sorry (als de kritiek terecht is)

Slide 118 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Communiceren binnen een team

Slide 119 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

  1. Vergaderen
  2. Assertief zijn
  3. Feedback krijgen
  4. Feedback geven
  5. Coachen 

Slide 120 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Wat weet je over vergaderen?

Slide 121 - Woordweb

Deze slide heeft geen instructies

Waarom is vergaderen belangrijk?

Slide 122 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

Wat zijn goede redenen om te vergaderen?

Slide 123 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

Slide 124 - Video

Deze slide heeft geen instructies

Wat is vergaderen?

  • = een bijeenkomst van mensen
  • om samen van gedachten te wisselen over bepaalde onderwerpen
  • of een eventueel probleem proberen op te lossen 

Slide 125 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Vergaderen, hoe doe je dat?
  1. Het aantal deelnemers?
  2. Uitnodiging + agendapunten
  3. Vergaderrollen 
  4. Besluitvorming

Slide 126 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Rollen in een vergadering
  1. Voorzitter
  2. Deelnemers
  3. Verslaggever 

Slide 127 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Vergaderrollen
  1. Voorzitter
  • leidt alles in goede banen;
  • afgesproken tijd wordt gerespecteerd;
  • iedereen kan zijn zegje doen; er wordt niet door elkaar heen gepraat;
  • niemand haakt af;
  • je werkt toe tot een besluit.

Slide 128 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Vergaderrollen
2. Deelnemers
  • nemen actief deel aan de vergadering
  • luisteren naar elkaar
  • delen mening & ideeën op een respectvolle manier

Slide 129 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Vergaderrollen
3. Verslaggever (secretaris)
  • noteert de aanwezigheden en afwezigheden; 
  • neemt notulen tijdens de vergadering: afspraken, feedback, actiepunten per lid;
  • stelt het verslag op na iedere vergadering;
  • stuurt het verslag naar de groepsleden;
  • zo weet iedereen wat te doen tegen de volgende vergadering. 

Slide 130 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Welke rol zou jij het liefst opnemen?

Slide 131 - Woordweb

Deze slide heeft geen instructies

Wat is het doel?
Soorten vergaderingen:
  • informeren - informatie meedelen
  • probleemoplossend - we gaan voor-en nadelen bekijken van het probleem dat zich stelt en proberen een oplossing te vinden.
  • brainstorm - zoveel mogelijk ideeën op tafel.

Slide 132 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Soorten vergaderingen
  • besluitvormend - we gaan een beslissing nemen en soms moet er gestemd worden met voor of tegen.
  • Werkoverleg - uitwisselen van informatie en taken verdelen  

Slide 133 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Pedro is 17 en gaat de laatste keer met zijn ouders mee op reis. Sinds enkele maanden lopen de vijf gezinsleden met allerlei plannen rond, maar elk wil naar een andere vakantiebestemming en op een ander tijdstip. Zaterdagavond gaan ze rond de tafel zitten. Wat zou het worden...?

Is deze bijeenkomst...
A
Informatief
B
besluitvormend
C
Probleemoplossend
D
geen van alle antwoorden

Slide 134 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Samir is leider van de Giro, het aantal leden van de groepen blijft jaar na jaar toenemen. Daardoor is het lokaal waarin gewerkt maar ook gespeeld wordt veel te klein geworden waardoor het niet meer zo aangenaam is om er bezig te zijn. Je beslist om een vergadering bijeen te roepen met de andere leiders en de ouders samen.
Is deze bijeenkomst...
A
Besluitvormend
B
Informatief
C
Probleemoplossend
D
geen van alle antwoorden

Slide 135 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Bij het begin van het schooljaar wordt de leerlingenraad samengeroepen. Ze krijgen dan uitleg van de directeur over de schoolkalender, de organisatie van de klasindeling, ...
Is deze bijeenkomst...
A
Probleemoplossend
B
informatief
C
Besluitvormend
D
geen van alle antwoorden

Slide 136 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Wanneer vergader je NIET?
A
Een belangrijke beslissing
B
Ideeën verzamelen
C
Informatie meedelen
D
Problemen oplossen

Slide 137 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Welke rol neemt de voorzitter niet op?
A
Modereren
B
Verslag maken
C
Agenda maken
D
Vergadering leiden

Slide 138 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Wat komt er aan bod bij het openen van de vergadering?

Slide 139 - Woordweb

Deze slide heeft geen instructies

Wat staat er in een agenda voor een vergadering?

Slide 140 - Woordweb

Deze slide heeft geen instructies

Slide 141 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Wat vind jij van vergaderen zonder gsm?
A
Nuttig
B
Niet nuttig

Slide 142 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Op welke manieren kan je tot een beslissing komen in groep?

Slide 143 - Woordweb

Deze slide heeft geen instructies

Beslissingen/besluit
  • unanieme beslissing
  • consensus
  • stemming
  • autoriteit 

Slide 144 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

1. Unanimiteit / uniformiteit
= beslissing wordt alleen genomen wanneer alle deelnemers erachter staan. 

Voordelen?
  • Eenheid in groep;
  • Gezamelijke basis;
  • Iedereen is betrokken.

Slide 145 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Unanimiteit / uniformiteit
Nadelen?
  • Kost veel tijd en moeite;
  • Soms verregaande compromissen;
  • Druk vanuit de groep is sterk;
  • Slechts in sommige situaties toepasbaar.

Slide 146 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

2. Consensus
  • = overeenkomst
  • iedereen moet zich aanpassen
  • een resultaat waarbij iedereen tevreden is 

Slide 147 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 148 - Video

Deze slide heeft geen instructies

3. Stemming 
= Telling: voorstel van de meeste stemmen wint

Slide 149 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

4. Autoriteit
= degene met de meeste macht, neemt de beslissingen.
Voordelen?
  • Snelle beslissingen
  • Gecentraliseerd
Nadelen?
  • Betrokkenheid van groepsleden is klein
  • Machtsconflicten in de groep

Slide 150 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Assertief reageren t.o.v. sub- assertief en agressief.

Slide 151 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Wat is assertiviteit?

Slide 152 - Woordweb

Deze slide heeft geen instructies

Je staat in de rij bij de supermarkt en iemand dringt voor. Niet fijn, je hebt haast. Wat is een assertieve reactie?
A
Je baalt, maar zegt niks
B
Je wordt heel boos en begint te schreeuwen
C
Je zegt op een nette manier dat je eerder in de rij stond
D
Je begint met andere klanten te praten over dit asociale gedrag

Slide 153 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Assertief zijn is...

- opkomen voor jezelf

- rekening houden met jezelf       én met de ander

- je mening durven geven

- 'nee' durven zeggen

- je grenzen aangeven

- niet over je heen laten lopen 




Slide 154 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Subassertief zijn is...

- je grenzen niet aangeven

- over je heen laten lopen

- niet zeggen wat je wilt of vindt

- doen wat anderen willen

- geremd en stil zijn

- bang zijn voor ruzie


Slide 155 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Agressief zijn is...

- voor jezelf opkomen, ten koste van de ander

- tot een conflict komen

- ikke ikke ikke en de rest kan stikken (eigen belang)

- niet naar de ander luisteren

- de ander de schuld geven





Slide 156 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 157 - Video

Deze slide heeft geen instructies

Wat ben je zelf?
Assertief, subassertief of agressief?

Slide 158 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

Slide 159 - Video

Deze slide heeft geen instructies

Wie is volgens jou
het meest assertief?

Slide 160 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies


Als je assertief bent...
A
denk je aan jezelf en de ander
B
denk je alleen aan de ander
C
denk je alleen aan jezelf
D
geef je je grenzen NIET aan

Slide 161 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Casus

Je loopt ruim een maand stage in een WZC. Iedere dag na de lunch moet jij de afwas doen. Het is een flinke stapel en niemand helpt je...



Wat doe je hiermee als je....

  •  subassertief bent
  •  assertief bent
  •  agressief bent


-> klassikaal gesprek





Slide 162 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Je leidinggevende vraagt of je wilt werken vanavond.
Eigenlijk ben je super moe en zie je het niet zitten.
Wat is een subassertieve reactie?
A
je zegt dat het je helaas niet gaat lukken vanavond
B
je zegt 'haha, bekijk het maar!!'
C
je zegt ja, maar je meldt je de volgende dag 'ziek'
D
je gaat toch werken, want je bent bang dat hij anders boos wordt

Slide 163 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Subassertief gedrag:
  • je durft niet te zeggen wat je wilt
  • je neemt geen verantwoordelijkheid
  • belangen van de ander op de eerste plaats
Agressief gedrag:
  • agressiviteit is anderen niet respecteren
  • je krijgt ruzie met je omgeving

Slide 164 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Assertief gedrag:
  • je zegt wat je wilt, zonder grof of onderdanig te worden
  • Vastberaden en vriendelijk een verzoek weigeren
  • voor jezelf durft op te komen

Slide 165 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

OVERZICHT













POSITIEVE SFEER


Gedrag
Gedachte
Resultaat
Subassertief
GEEN REACTIE
DURFT NIETS TE
ZEGGEN
ANDEREN ZULLEN ME BRUTAAL
VINDEN
ONTEVREDEN OVER JEZELF
Agressief
JE VLIEGT UIT
IK HEB GELIJK
MISSCHIEN
CONFLICT
Assertief
JE LEGT VRIENDELIJK UIT WAT HET
PROBLEEM IS

IK HEB HET RECHT OM MIJN MENING TE ZEGGEN
PROBLEMEN
KUNNEN OPGELOST WORDEN IN POSITIEVE SFEER

Slide 166 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Feedback krijgen & geven

Slide 167 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

KRITIEK GEVEN EN KRIJGEN
  • Wat is voor jullie kritiek?
  • We bekijken samen het filmpje


Slide 168 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Op welke manieren wordt er kritiek gegeven?

Slide 169 - Woordweb

Deze slide heeft geen instructies

Bedenk een situatie waarin jij feedback kreeg

Slide 170 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

Stappen bij feedback krijgen
  1. neem een open houding aan
  2. slik de verdediging in
  3. laat merken dat je de boodschap hebt begrepen
  4. accepteer de feedback
  5. maak afspraken
  6. waardeer de ander 

Slide 171 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 172 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Kritiek geven op een niet bedreigende manier
deel 1: tot 4min. 16 sec. 

Slide 173 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Voorwaarden voor het geven van feedback
  1. maak tijd 
  2. geef feedback op het gedrag (niet op de persoon!)
  3. verduidelijk je feedback
  4. wees specifiek (de 4 W-s)
  5. geef de feedback snel
  6. gebruik de ik-boodschap 

Slide 174 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 175 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 176 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 177 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Coachen
  • open vragen
  • W-vragen
  • GROW-model (doelen, realiteit, opties en wil/voornemen) 

Slide 178 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 179 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies