Week 7: BS 6 De stam gewervelden

B6 De stam gewervelden
1 / 35
volgende
Slide 1: Tekstslide
BiologieMiddelbare schoolvmbo kLeerjaar 1

In deze les zitten 35 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

Onderdelen in deze les

B6 De stam gewervelden

Slide 1 - Tekstslide

Maar eerst een kleine herhaling.....

Slide 2 - Tekstslide

Leerdoel 1.
Naar welk onderdeel van de cel kijken biologen NIET bij het indelen van organismen in groepen?
A
Vacuole
B
Celkern
C
Celwand
D
Bladgroenkorrels

Slide 3 - Quizvraag

Leerdoel 1.
Welke groep heeft als enige geen celwand?
A
Planten
B
Dieren
C
Schimmels
D
Bacteriën

Slide 4 - Quizvraag

Leerdoel 3.
Welke vorm van symmetrie zie je bij de olifant op de afbeelding?
A
Tweezijdig symmetrisch
B
Niet symmetrisch
C
Veelzijdig symmetrisch

Slide 5 - Quizvraag

Leerdoel 3.
Welke vorm van symmetrie zie je bij de kwal op de afbeelding?
A
Tweezijdig symmetrisch
B
Niet symmetrisch
C
Veelzijdig symmetrisch

Slide 6 - Quizvraag

Leerdoel 4.
Welk type skelet heeft de kever in de afbeelding?
A
Inwendig skelet
B
Uitwendig skelet
C
Geen skelet

Slide 7 - Quizvraag

Leerdoel 5.
Bij welke stam hoort dit dier?
A
Weekdieren
B
Stekelhuidigen
C
Gewervelden
D
Geleedpotigen

Slide 8 - Quizvraag

Leerdoel 5.
Tot welke stam behoort de slang?
A
Gewervelden
B
Neteldieren
C
Geleedpotigen
D
Geleedpotigen

Slide 9 - Quizvraag

Leerdoel 6.
Welk kenmerk vind je alleen bij zaadplanten?
A
Wortels
B
Stengels
C
Bladeren
D
Bloemen

Slide 10 - Quizvraag

Leerdoel 6.
Bij welke plant kun je sporen vinden?
A
Appelboom
B
Zonnebloem
C
Varen
D
Tomatenplant

Slide 11 - Quizvraag

Leerdoel 6.
Bij welke plant bevinden de sporen zich in een sporendoosje?
A
Varen
B
Mos

Slide 12 - Quizvraag

Leerdoel 8.
Kunnen schimmels de afgevallen dode bladeren in een bos opruimen?
A
Ja
B
Nee

Slide 13 - Quizvraag

Aan het eind:

Weet je wat gewervelde dieren zijn

Welke 5 groepen gewervelden er zijn met hun kenmerken
LESDOEL

Slide 14 - Tekstslide

De stam van de gewervelden 
wordt onderverdeeld in 5 groepen

Slide 15 - Tekstslide

Groepen van de stam 'Gewervelden'
Tweezijdig symmetrisch
Ze hebben een skelet: 
Dat skelet bestaat o.a. uit een wervelkolom die opgebouwd is uit wervels

Slide 16 - Tekstslide

Kenmerken van gewervelden
De vijf groepen gewervelden kun je onderscheiden door te letten op de volgende kenmerken:

1. De huid
2. De lichaamstemperatuur
3. De ademhalingsorganen
4. De manier van voortplanten
5. De leefomgeving / milieu

Slide 17 - Tekstslide

Kenmerken van gewervelden
De vijf groepen gewervelden kun je onderscheiden door te letten op de volgende kenmerken:

1. De huid
2. De lichaamstemperatuur
3. De ademhalingsorganen
4. De manier van voortplanten
5. De leefomgeving / milieu

Slide 18 - Tekstslide

Kenmerken van gewervelden
De vijf groepen gewervelden kun je onderscheiden door te letten op de volgende kenmerken:

1. De huid
2. De lichaamstemperatuur
3. De ademhalingsorganen
4. De manier van voortplanten
5. De leefomgeving / milieu

Slide 19 - Tekstslide

Kenmerken van gewervelden
De vijf groepen gewervelden kun je onderscheiden door te letten op de volgende kenmerken:

1. De huid
2. De lichaamstemperatuur
3. De ademhalingsorganen
4. De manier van voortplanten
5. De leefomgeving / milieu

Slide 20 - Tekstslide

Kenmerken van gewervelden
De vijf groepen gewervelden kun je onderscheiden door te letten op de volgende kenmerken:

1. De huid
2. De lichaamstemperatuur
3. De ademhalingsorganen
4. De manier van voortplanten
5. De leefomgeving / milieu
stam

Slide 21 - Tekstslide

VISSEN

1. Huid: schubben en slijm

2. Lichaamstemperatuur: koudbloedig

3. Ademhaling: kieuwen

4. Voortplanting: eieren zonder schaal (flubberig)

5. Milieu: water

Slide 22 - Tekstslide

AMFIBIEEN

1. Huid: slijm

2. Lichaamstemperatuur: koudbloedig

3. Ademhaling: longen en huid

4. Voortplanting: eieren zonder schaal

5. Milieu: water en land

Slide 23 - Tekstslide

REPTIELEN

1. Huid: schubben

2. Lichaamstemperatuur: koudbloedig

3. Ademhaling: longen

4. Voortplanting: eieren met leerachtige-schaal 

5. Milieu: water en land

Slide 24 - Tekstslide

VOGELS

1. Huid: veren

2. Lichaamstemperatuur: warmbloedig

3. Ademhaling: longen

4. Voortplanting: eieren met kalkschaal 

5. Milieu: land en lucht

Slide 25 - Tekstslide

ZOOGDIEREN

1. Huid: haren

2. Lichaamstemperatuur: warmbloedig

3. Ademhaling: longen

4. Voortplanting: levendbarend

5. Milieu: land (zee een paar)

Het jong komt levend ter wereld, niet eerst in een ei.

Slide 26 - Tekstslide

VISSEN
VOGELS
REPTIELEN
ZOOGDIEREN
AMFIBIEN

Slide 27 - Sleepvraag

REPTIELEN
VOGELS
VISSEN
ZOOGDIEREN
AMFIBIEN

Slide 28 - Sleepvraag

REPTIELEN
VOGELS
VISSEN
ZOOGDIEREN
AMFIBIEN

Slide 29 - Sleepvraag

REPTIELEN
VOGELS
VISSEN
ZOOGDIEREN
AMFIBIEN

Slide 30 - Sleepvraag

REPTIELEN
VOGELS
VISSEN
ZOOGDIEREN
AMFIBIEN

Slide 31 - Sleepvraag

REPTIELEN
VOGELS
VISSEN
ZOOGDIEREN
AMFIBIEN

Slide 32 - Sleepvraag

REPTIELEN
VOGELS
VISSEN
ZOOGDIEREN
AMFIBIEN

Slide 33 - Sleepvraag

REPTIELEN
VOGELS
VISSEN
ZOOGDIEREN
AMFIBIEN

Slide 34 - Sleepvraag

Maken opdracht 22 t/m 27
Ga naar magister, leermiddelen en biologie.
Zorg dat je dan kiest voor thema 4 Ordening.
En ga de opdrachten van basisstof 6 'De stam gewervelden' maken. 

Slide 35 - Tekstslide