Spreekwoorden/gezegden

Spreekwoorden/gezegden
Stencil taal
1 / 21
volgende
Slide 1: Tekstslide
WoordenschatBasisschoolGroep 7

In deze les zitten 21 slides, met tekstslides.

time-iconLesduur is: 10 min

Onderdelen in deze les

Spreekwoorden/gezegden
Stencil taal

Slide 1 - Tekstslide

1. Bot vangen
Een weigering ontvangen, zijn doel niet bereiken, teleurgesteld worden

Slide 2 - Tekstslide

2. Op apengapen liggen
Uitgeput zijn, naar den laatsten adem hijgen

Slide 3 - Tekstslide

3. Tegen windmolens vechten
Een denkbeeldig gevaar bestrijden

Slide 4 - Tekstslide

4. Eén lijn trekken
Dezelfde mening hebben

Slide 5 - Tekstslide

5. Voet bij stuk houden
Iemand laat zich niet ompraten, hij houdt voet bij stuk.
Je wijkt niet af van je eigen plan.

Slide 6 - Tekstslide

6. Op de been blijven
Doorgaan terwijl je moe of ziek bent

Slide 7 - Tekstslide

7. Ergens de lucht van krijgen
Iets vermoeden, iets in de gaten krijgen 

Slide 8 - Tekstslide

8. Zijn mond voorbij praten
Het geheim verklappen, meer zeggen dan je eigenlijk mag zeggen

Slide 9 - Tekstslide

9. Op eigen wieken drijven
Zelfstandig zijn, niet steunen op een ander

Slide 10 - Tekstslide

10. De bakens verzetten
Als de omstandigheden veranderen, moet je ook andere maatregelen nemen. 
Je aanpassen aan de ontwikkelingen.

Slide 11 - Tekstslide

11. Op de kleintjes letten
Zuinig zijn, bezuinigen 

Slide 12 - Tekstslide

12. Tegen de stroom in roeien
Ondanks verzet/weerstand streven naar het bereiken van het doel. 
Tegen de meerderheid ingaan.

Slide 13 - Tekstslide

13. Iemand naar de ogen zien
Pas iets doen als de ander toestemming geeft, proberen iemands wensen te raden

Slide 14 - Tekstslide

14. Schoon schip maken
Het verleden achterlaten of vergeten, de boel opruimen, helemaal opnieuw beginnen

Slide 15 - Tekstslide

15. De kroon spannen 
Dat overtreft alles, de beste zijn

Slide 16 - Tekstslide

16. Iemand onder handen nemen

Met iemand of iets bezig zijn, onder behandeling hebben, iemand flink aanpakken

Slide 17 - Tekstslide

17. Botje bij botje leggen
Iedereen draagt iets bij, samen ieder een deel betalen

Slide 18 - Tekstslide

18. De lijn trekken
Niet doorwerken maar weinig doen, opzettelijk langzaam werken

Slide 19 - Tekstslide

19. Op de bres springen
Iemand te hulp schieten, helpen, voor iemand opnemen/verdedigen

Slide 20 - Tekstslide

20. Iemand uit zijn tent lokken

Iemand zover krijgen dat hij iets doet/zegt

Slide 21 - Tekstslide