basisstof 3 planten

welkom!
Goed dat je er bent! vandaag gaan we basisstof 3 afronden en nog even doorlopen.
1 / 17
volgende
Slide 1: Tekstslide
BiologieMiddelbare schoolvmbo kLeerjaar 1

In deze les zitten 17 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 30 min

Onderdelen in deze les

welkom!
Goed dat je er bent! vandaag gaan we basisstof 3 afronden en nog even doorlopen.

Slide 1 - Tekstslide

vorige les
super dat je de lessonup hebt gemaakt de vorige keer.
ik zag dat er nog een lastige vraag tussen zat over dieren. ik heb hem op de volgende dia neergezet. denk even goed na wat je antwoord is en vul deze in.

Slide 2 - Tekstslide

hiernaast zie je een krab. hoort een krab bij de gewervelden? waarom wel of niet?

Slide 3 - Open vraag

Slide 4 - Tekstslide

De wervelkolom
De dieren op het vorige plaatje hadden ook allemaal een wervelkolom. Bij de mens noemen we dat je ruggengraat. Deze bestaat uit allemaal wervels. Alle dieren die een ruggengraat hebben noemen we gewervelden.

Slide 5 - Tekstslide

dieren met botten
Een krab, kreeft of kever heeft wel botten. deze zien er alleen anders uit dan bij gewervelden. Krabben hebben een pantser dat aan de buiten kant van hun lichaam zit.

Slide 6 - Tekstslide

dieren met een ruggengraat zijn gewervelde dieren. Dieren die geen ruggengraat hebben zijn dit niet. 

gewervelde dieren delen we in 5 groepen
welke 5 dierengroepen waren dit ook alweer?

Slide 7 - Tekstslide

welke 5 dierengroepen hebben we ook alweer?

Slide 8 - Open vraag

vogels
Vogels zijn dieren met veren op de huid. ze ademen met behulp van longen en leven op land. vogels leggen eieren met een harde schaal.
zoogdieren
zoogdieren hebben een huid die vaak bedekt is met haren. ze kunnen in het water leven en ook op het land. ze halen adem door longen en de nakomelingen worden levend geboren zonder ei.
Amfibieën
Amfibieën leven op land en in het water. ze ademen met behulp van longen en door de huid. De huid is bedekt met een slijmlaag en ze leggen eieren zonder schaal.
reptielen
reptielen zijn dieren die op het land en in het water leven. Reptielen hebben een huid bedekt met schubben waar geen slijm op zit. reptielen halen adem met longen en leggen eieren met een zachte schaal.
vissen
Vissen zijn dieren die leven in het water. ze hebben kieuwen waarmee ze ademhalen. vissen hebben een huid met schubben en slijm. ze leggen eieren zonder schaal.

Slide 9 - Tekstslide

in welke twee groepen delen we planten ook alweer in?

Slide 10 - Open vraag

twee verschillende groepen
er zijn bij de planten 2 verschillende groepen.
zaadplanten en sporenplanten. het belangrijkste verschillende kenmerk is dat zaadplanten bloemen hebben en sporenplanten niet.

Slide 11 - Tekstslide

wat zijn eigenschappen van zaadplanten?

Slide 12 - Open vraag

zaadplanten
de meeste planten die je kent zijn zaadplanten. In de bloemen die ze hebben ontstaan zaden. Uit een zaad kan een nieuwe plant groeien. bomen en struiken vallen ook onder de groep zaadplanten.

Slide 13 - Tekstslide

wat zijn eigenschappen van sporenplanten?

Slide 14 - Open vraag

sporenplanten
sporeplanten hebben geen bloemen. ze planten zich voort met behulp van sporen. mossen en varens zijn sporenplanten. Met behulp van de sporen kan een varen of mos zich voortplanten.

Slide 15 - Tekstslide

sporen
de sporen worden bij de planten op verschillende manieren gemaakt. bij varens gebeurt dit door sporenhoopjes. bij mos zworden er sporendoosjes gemaakt.

Slide 16 - Tekstslide

het huiswerk.
maak opdracht 5 en 6 van basisstof 3. (bladzijde 150 )
lees alvast de leestekst van bassistof 3.1 een keer door. bladzijde 132

Slide 17 - Tekstslide