H6

H6
1 / 20
volgende
Slide 1: Tekstslide
BurgerschapMBOStudiejaar 1

In deze les zitten 20 slides, met interactieve quizzen en tekstslide.

time-iconLesduur is: 30 min

Onderdelen in deze les

H6

Slide 1 - Tekstslide

Welk recht geef artikel 1 van de grondwet?
A
Recht op gelijke behandeling
B
Recht op vrijheid van meningsuiting
C
Recht op privacy
D
Recht op geloofsovertuiging

Slide 2 - Quizvraag

Piet is het niet eens met de uitspraak in zijn zaak. Hij gaat in hoger beroep. Waar gaat Piet naartoe?
A
De rechtbank
B
Het gerechtshof
C
de Hoge Raad der Nederlanden

Slide 3 - Quizvraag

Wat is geen sociale grondrecht?
A
Werkgelegenheid
B
Een goed leefmilieu
C
Onderwijs
D
Privacy

Slide 4 - Quizvraag

Wat wordt bedoeld met 'onbeproken gedrag' van een rechter
A
Een rechter mag niet met andere mensen praten tijdens een zaak
B
De rechter mag geen strafblad hebben
C
Een rechter mag geen uitgesproken mening op social media hebben
D
De rechter mag niet op tv verschijnen

Slide 5 - Quizvraag

Wat is jurisprudentie?
A
Een rechter mag een andere rechter inschakelen om hem te helpen
B
De rechter baseert een uitspraak op internationale verdragen
C
Een rechter gaat na welke beslissing in een vergelijkbare zaak wordt genomen
D
Gewoonten kunnen ook worden aangenomen als wet

Slide 6 - Quizvraag

Welk rechtsgebied is van toepassing?
Mijn fiets stond op slot, maar is gesloten.
A
staatsrecht
B
strafrecht
C
bestuursrecht
D
burgerlijk recht

Slide 7 - Quizvraag

Welk rechtsgebied is van toepassing
Inwoners van Groningen hebben last van aardbevingen. De gaswinning moet stopgezet worden
A
Staatsrecht
B
Strafrecht
C
bestuursrecht
D
Burgerlijk recht

Slide 8 - Quizvraag

Welk rechtsgebied?
Na de provinciale verkiezingen moet de Eerste Kamer worden gekozen
A
Staatsrecht
B
Strafrecht
C
Burgerlijk recht
D
bestuursrecht

Slide 9 - Quizvraag

Joris loopt dronken over straat.
Joris begaat een..
A
Overtreding
B
misdrijf

Slide 10 - Quizvraag

Joris krijgt een boete. Hij is volgens het rechtssysteem een:
A
Dader
B
verdachte
C
veroordeelde

Slide 11 - Quizvraag

Sara heeft een bierglas in iemands gezicht kapot geslagen. Ze wordt opgepakt. Sara is een....
A
dader
B
verdachte
C
veroordeelde

Slide 12 - Quizvraag

De officier van justitie acht Sara schuldig en ze krijgt een taakstraf.
Sara is een
A
dader
B
verdachte
C
veroordeeld

Slide 13 - Quizvraag

Wat is indirecte vertegenwoordiging?
A
vertegenwoordiging als iemand een politieke partij meer invloed geeft om plannen te maken door zijn stem uit te brengen
B
Een Tweede Kamer lid
C
De kiezer
D
De provincie

Slide 14 - Quizvraag

Wie kan een regering vormen?
A
minister-president, ministers en oppositie
B
partijen met een meerderheid van zetels in de Eerste Kamer
C
minister-president, ministers en staatssecretarissen
D
partijen met een meerderheid van zetels in de Tweede Kamer

Slide 15 - Quizvraag

Waaruit bestaat de volksvertegenwoordiging?
A
De leden van de Eerste en Tweede kamer
B
De kiezers
C
De ministers
D
De burgers

Slide 16 - Quizvraag

Welke politieke partijen vormen momenteel de coalitie?
A
D66, VVD, CDA en CU
B
VVD, PVV, GroenLinks
C
FvD, PVV, D66
D
VVD, D66, GroenLinks

Slide 17 - Quizvraag

Wat is een kenmerk van een progressieve partij
A
Veranderingen langzaam
B
Vernieuwing

Slide 18 - Quizvraag

Welke politieke stroming heeft als belangrijkste waarde vrijheid?
A
Sociaaldemocratische partij
B
Liberale partij

Slide 19 - Quizvraag

Welke politieke stroming komt op voor het belang van een bepaalde groep
A
Levensbeschouwelijke partijen
B
one-issue partijen
C
Populistische partijen

Slide 20 - Quizvraag