Vitale functies

Vitale functies




Basisfase 
april 2023TL1W
1 / 36
volgende
Slide 1: Tekstslide
Verpleging en verzorgingMBOStudiejaar 1

In deze les zitten 36 slides, met tekstslides.

time-iconLesduur is: 45 min

Onderdelen in deze les

Vitale functies




Basisfase 
april 2023TL1W

Slide 1 - Tekstslide

Programma
  • Vitale functies
  • Hersenstam 
  • Ademhaling
  • Bewustzijn
  • Hartslag
  • Bloeddruk

Slide 2 - Tekstslide

Vitale functies

  • Ademhaling

  • Bewustzijn

  • Circulatie

Slide 3 - Tekstslide

Ze zijn van levensbelang!

  • Zonder hersenen geen ademhaling, circulatie en geen bewustzijn!

Slide 4 - Tekstslide

De hersenstam 
  • Regelt:
  1. RR (hartslag)
  2. Temp 
  3. Hartslag  
  4. Ah (ademhaling)

Slide 5 - Tekstslide

Waar zoemen we op in vandaag
  • Ademhaling 
  • Bewustzijn
  • Pols-/ hartslag
  • Bloeddruk
  • Temperatuur






Slide 6 - Tekstslide

Ademhaling (volgende keer)

Slide 7 - Tekstslide

Waar let je op bij de ademhaling?
  • De frequentie (hoe vaak)
  • De diepte
  • De gelijkmatigheid
  • Het ritme
  • De geluiden

Slide 8 - Tekstslide

Afwijkende ademhaling
  • Hyperventilatie
  • Benauwdheid
  • Apneu (geen lucht)
  • Ademhaling volgens Kussmaul (zeer diep, snakkend ademen)
  • Ademhaling volgens Cheyne Stokes (teugvolume neemt toe en weer af)

Slide 9 - Tekstslide

Een hoge frequentie van ademhaling komt voor bij?
  • Aandoeningen longen/luchtwegen
  • Hartafwijkingen
  • Koorts
  • Lichamelijke inspanning
  • Emotie

Slide 10 - Tekstslide

Bewustzijn
  • Wat is bewustzijn?

  • = toestand van de geest van besef of beleving van de eigen ik en de omgeving

Slide 11 - Tekstslide

Slide 12 - Tekstslide

Methode om bewustzijn van zorgvrager te bepalen:

  • Glasgow Coma Scale

  • eenduidige scorelijst om bewustzijnsniveau van een patiënt te bepalen (meetinstrument).

Slide 13 - Tekstslide

Deze meet 3 reacties (met behulp van punten);
  • Het openen van de ogen (E)

  • De motorische reacties (M)

  • De verbale reacties (V)



Slide 14 - Tekstslide

Het openen van de ogen (E)
  • 4 = Spontaan
  • 3 = Op aanspreken: Bij het stellen van een vraag
  • 2 = Op pijnprikkel: na toedienen van een pijnprikkel
  • 1= niet : de ogen blijven dicht

Slide 15 - Tekstslide

Best motorische reactie (M) 
(let op; de reactie geldt voor de armen)
  • 6 = Gehoorzamen, uitvoeren van opdrachten
  • 5 = Lokaliseren van de pijnprikkel
  • 4 = Terugtrekken (na pijnprikkel)
  • 3 = Abnormaal buigen (na pijnprikkel)
  • 2 = Strekken (abnormaal strekken na pijnprikkel)
  • 1 = Geen reactie

Slide 16 - Tekstslide

Best verbale reactie (V)
  • 5 = Georiënteerd: geeft correcte antwoorden op vragen
  • 4 = Verward: geeft onjuiste antwoorden
  • 3 = Inadequaat Geeft onsamenhangende antwoorden
  • 2 = Onverstaanbaar: maakt onverstaanbare geluiden
  • 1 = Geen; reageert niet

Slide 17 - Tekstslide

Welke volgorde?
  1. Eerst observeren
  2. Dan vragen
  3. Dan pijnprikkel toedienen

  • Wat is de maximale score bij deze meetmethode ?
  • Maximaal te behalen score is 15 punten!


Slide 18 - Tekstslide

Pupil controle 

Slide 19 - Tekstslide

  • Hoe doe je het?
  • Controleer de oogstand.
  • Test de lichtreactie.

  • Waar let je op?
  • Dwangstand
  • Gaan de ogen ritmisch heen en weer (onwillekeurig)
  • staan de ogen  onbeweeglijk 

Slide 20 - Tekstslide

  • Waarom doe je het?
  • Controle neurologische afwijkingen 
  • Bijv. wanneer er een verschil tussen beide pupillen in reactie is of de reactie helemaal niet optreedt, wijst dit op een probleem in de hersenen.

Slide 21 - Tekstslide

Pols-/hartslag
  • Waar kun je hartslag voelen:

Slide 22 - Tekstslide

Waar let je op bij de hartslag?
  • Frequentie (hoe vaak)
  • Gelijkmatigheid
  • Ritme /regelmaat
  • Spanning en volume (hoe goed is het voelbaar)

Slide 23 - Tekstslide

Hoe gaat je hartslag omhoog/ omlaag 
  • ?????

  • Wat is de hartslag in rust? 

  • jonger dan 1 jaar: 105 - 160
  • 1 - 2 jaar: 100 - 150
  • ​2 - 5 jaar: 95 - 140
  • 5 - 12 jaar: 80 - 120
  • ouder dan 12 jaar: 60 - 100 (dus ook volwassenen 

Slide 24 - Tekstslide

Hoe gaat je hartslag omhoog/ omlaag 
  • ?????

  • Wat is de hartslag in rust? 

  • jonger dan 1 jaar: 105 - 160
  • 1 - 2 jaar: 100 - 150
  • ​2 - 5 jaar: 95 - 140
  • 5 - 12 jaar: 80 - 120
  • ouder dan 12 jaar: 60 - 100 (dus ook volwassenen 

Slide 25 - Tekstslide

Bloeddruk
  • Factoren van invloed op RR?
  1. Hartziekten 
  2. Lichaamsgewicht
  3. Activiteiten en rust
  4. Houding
  5. Stress, spanning, angst
  6. Pijn
  7. Medicijnen

Slide 26 - Tekstslide

Meten
  • Zorgvrager eerst 5 minuten laten rusten
  • Altijd aan dezelfde arm meten
  • 2 keer meten
  • Niet kletsen tijdens het meten



Slide 27 - Tekstslide

Belangrijk om te onthouden
  • 120/80 of lager is een ideale bloeddruk.
  • 140/90 of hoger is een hoge bloeddruk.
  • 135/85 of hoger is een hoge bloeddruk bij thuis meten.    Thuis is je bloeddruk namelijk vaak iets lager dan bij de arts.
  • 180/110 of hoger is een ernstig verhoogde bloeddruk.

Slide 28 - Tekstslide

Contra-indicaties RR meten
  • Een gewonde of oedemateuze arm
  • Een verlamde arm  
  • Een arm waar een infuus in zit
  • Een arm waar okseltoilet is uitgevoerd

Slide 29 - Tekstslide

Slide 30 - Tekstslide

Temperatuur
Normale temperatuur: 36 tot 37,5 C
Verhoging: 37,5 tot 38 C
Koorts: boven de 38 C
Ondertemperatuur: lager dan 36 C


Ochtendtemp is lager dan de middagtemp


Slide 31 - Tekstslide

Manieren temperatuur meting
Rectaal (in het rectum)
Axillair (onder de oksel)
Oraal (onder de tong)
Femoraal (in de lies)
Intra-auraal (in het oor)
Via voorhoofd of slaap

Slide 32 - Tekstslide

Huiswerk
Volgende week vrij
17 april Anatomie
zie dia 34 en 35
dagbesteding presentatie vanaf 10.30

Slide 33 - Tekstslide

Slide 34 - Tekstslide

Slide 35 - Tekstslide

Slide 36 - Tekstslide