Naamgevingstechnieken inleiding

Bedenk een naam voor een helm die je kan opplooien.
1 / 18
volgende
Slide 1: Woordweb
NederlandsSecundair onderwijs

In deze les zitten 18 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

Onderdelen in deze les

Bedenk een naam voor een helm die je kan opplooien.

Slide 1 - Woordweb

Bedenk een naam voor een draaiend bankje, zodat je altijd een droge zitplaats hebt!

Slide 2 - Woordweb

Hoe noem je nieuwe woorden?

Slide 3 - Open vraag

Een taal bezit veel trucs om woorden te vormen. Kennen jullie enkele technieken?

Slide 4 - Open vraag

1. Woorden gevormd met onderdelen
a) Samenstelling
b) Afleiding
c) Afkorting / verkorting

Slide 5 - Tekstslide

Woorden gevormd met onderdelen
Samenstelling
Afleiding
Afkorting /verkorting

Slide 6 - Sleepvraag

2. Leenwoorden
  • uit het Engels
  • uit het Frans
  • uit het Spaans
  • uit het Italiaans
  • uit het Latijn

Slide 7 - Tekstslide

Geef een voorbeeld van een leenwoord

Slide 8 - Open vraag

3. Metoniemen = vorm van figuurlijk taalgebruik
Je gebruikt een ander woord voor wat je bedoelt:
  • Oorzaak voor gevolg bv. Wie is er hier met vuile voeten gekomen?
  • Deel voor het geheel = pars pro toto bv. de bemanning bestaat uit 8 koppen
  • Geheel voor het deel = totum pro parte bv. België verloor de match.
  • Het concrete voor het abstracte Bv. Goed zijn boterham verdienen

Slide 9 - Tekstslide

Oorzaak voor gevolg
Deel voor het geheel
Geheel voor het deel
Het concrete voor het abstracte

Slide 10 - Sleepvraag

3. Metoniemen = vorm van figuurlijk taalgebruik

  • Naam door plaats van herkomst bv. een glas champagne
  • Naam van uitvinder(= eponiem) bv. brailleschrift
  • Maker voor het gemaakte bv. Ik zoek het op in de Van Dale

Slide 11 - Tekstslide

Plaats van herkomst
Naam van uitvinder (eponiem) of merknaam
Maker voor het gemaakte

Slide 12 - Sleepvraag

3. Metoniemen = ook woorden die verwijzen naar een eigenschap
  • Typisch kenmerk
  • Materiaal waaruit het gemaakt is

Slide 13 - Tekstslide

Metafoor = beeldspraak

Slide 14 - Open vraag

En nu even oefenen in je boek
Maak Opdracht 2, 3 in je boek blz. 306 - 311
Maak dan opdracht 4 bij oefeningen

Slide 15 - Tekstslide

Extra
Ga naar de site op de laatste slide 
a) Zoek één voorbeeld van een nieuw woord
B) Geef de verklaring van het woord
C) Gebruik dit woord in een goede zin
D) post dit op de Padlet (link volgende slide)

Slide 16 - Tekstslide

Slide 17 - Link

Slide 18 - Link