5.1 Prikkels en signalen

5.1 Prikkels en signalen
1 / 24
volgende
Slide 1: Tekstslide
BiologieMiddelbare schoolvwoLeerjaar 1

In deze les zitten 24 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 2 videos.

time-iconLesduur is: 45 min

Onderdelen in deze les

5.1 Prikkels en signalen

Slide 1 - Tekstslide

Leerdoelen
  • Je kunt uitleggen dat gedrag door inwendige en uitwendige prikkels ontstaat.
  • Je kunt uitleggen welke prikkels altijd dezelfde reactie geven en hoe dit bijdraagt aan verzorggedrag.
  • Je kunt voorbeelden geven van hoe dieren en mensen met lichaamstaal communiceren.
  • Je kunt toepassingen van signalen in reclame, cartoons en kledingstijl herkennen.

Slide 2 - Tekstslide

Gedrag
is alles wat een mens of dier doet

Slide 3 - Tekstslide

Welk gedrag heb jij vandaag vertoont?

Slide 4 - Woordweb

Slide 5 - Video

Wat zijn de flamingo's hier volgens jou aan het doen? En waarom?

Slide 6 - Open vraag

Waarom?
  1. Welke functie heeft gedrag in de natuur?
  2. Wat is de directe aanleiding voor gedrag?
  3. Hoe ontstaat gedrag tijdens de ontwikkeling van een dier?


Slide 7 - Tekstslide

Daarom!
  1. Succesvol gedrag leidt tot overleving, groei en voortplanting
  2. Gedrag ontstaat als reactie op inwendige en uitwendige prikkels
  3. Succesvol gedrag wordt geleerd door: inprenting, gewenning, imitatie, oefening, operant- en klassiek conditioneren en inzicht.

Slide 8 - Tekstslide

Flamingo's
Functie?

Aanleiding?

Aangeleerd?

Slide 9 - Tekstslide

Rustgedrag: slapen
Slaap verbetert:
  • Geheugen
  • Concentratievermogen
  • Gezond eetgedrag
  • Reactietijd
  • Humeur
  • Uithoudingsvermogen
  • Spierherstel

Slide 10 - Tekstslide

In welke situatie ga jij het snelst naar bed?
A
situatie A
B
situatie B
C
situatie C
D
situatie D

Slide 11 - Quizvraag

Waarom slapen we niet genoeg?
Prikkels: veranderingen waarop je kunt reageren
  • Inwendige prikkels: komen van binnen (hormoonstelsel en zenuwstelsel)
  • Uitwendige prikkels: waargenomen met uitwendige zintuigen (hfst 4)

Doorslaggevende factoren:
  • Drempelwaarde: de minimale sterkte die nodig is voor een zintuig om een impuls naar de hersenen te sturen
  • Motivatie: de wil om te reageren (alle prikkels opgeteld)


Slide 12 - Tekstslide

De jonge pimpelmeesjes sperren. Op welke inwendige en uitwendige prikkels reageren de vogels?

Slide 13 - Open vraag

Motivatie
  • Wat kost het vangen (tijd, energie, risico)
  • Wat levert het op (hoe groot is de prooi)
  • Hoe hard heb ik het nodig?




Slide 14 - Tekstslide

Motivatie
  • Als de optelsom boven de drempelwaarde komt, is de motivatie groot genoeg om bepaald gedrag te vertonen.




Slide 15 - Tekstslide

Slide 16 - Video

Sleutelprikkel

Een uitwendige prikkel die vrijwel altijd lijdt tot dezelfde reactie van een dier.

Slide 17 - Tekstslide

Sleutelprikkel
Een prikkel die een doorslaggevende rol speelt bij het ontstaan van bepaald gedrag (door sterkere motivatie)


Slide 18 - Tekstslide

Wat zal er nu gebeuren???

Slide 19 - Tekstslide

Supranormale prikkel
Een overdreven sleutelprikkel -> geeft een extra sterke respons


Slide 20 - Tekstslide

Je moet het slim spelen...

Slide 21 - Tekstslide

Je moet het slim spelen...

Slide 22 - Tekstslide

De functie van succesvol gedrag is vrijwel altijd

Slide 23 - Open vraag

De opdrachten
Bestudeer blz. 94 t/m 106.

Sta je gemiddeld op je eindlijst een 6.5 of hoger
Maken + nakijken opdr. 6, 8, 10, 11, 13, 14, 17, 22, 25, 26
Sta je gemiddeld op je eindlijst lager dan een 6.5
Maken + nakijken opdr. 2, 3, 4, 6, 8, 9, 10, 11, 13, 15, 17, 19, 22, 25





Slide 24 - Tekstslide