1.4 deel 1

• Natuurkunde
• Middelbare school
• havo
• Leerjaar 3

Wat gaan we doen

• Begrippenlijst maken 
• Uitleg 1.4
• aan de slag 1.4
  

Geef een omschrijving bij de volgende begrippen.

• Medium
• oscillogram
• Trillingstijd
• Frequentie
• Amplitude
• Grondtoon van een snaar
• Octaaf 
• Resonantie 

Geef een omschrijving bij de volgende begrippen

• Medium = tussenstof waardoor geluidstrilling zich verplaatst
• oscillogram= uitwijking-tijdsdiagram (u-t) van een trilling
• Trillingstijd= tijd die 1 trilling er over doet 
• Frequentie = aantal trillingen in 1 seconde 
• Amplitude = maximale uitwijking van een trilling (geeft aan hoe hard)
• Grondtoon van een snaar = je hoor toon met bepaalde frequentie 
• Octaaf = frequentie van toon verdubbelt toon met zelfde naam = octaaf hoger/lager 
• Resonantie =Een trillend voorwerp kan een ander voorwerp in trilling brengen
• 
  

Doelen §1.4

• weten hoe je de geluidssterkte in dB bepaald
• geluid 2x zo hard dan + 3 dB
• bepalen van de geluidssterkte op afstand

Geluidssterkte (decibel - dB)

Geluidssterkte (decibel - dB)

Rekenen met decibel

De geluidssterkte neemt af, wanneer je verder van de bron af staat. 

Hier geldt eenzelfde regel voor. 

ga je 2x zo ver weg staan dan is het geluid 4x zo zacht.
een halvering is afname van 3dB. 

Bij iedere verdubbeling van de afstand neemt het 6dB af

4x zover weg is 6+6 = 12 dB zachter

Oefen sommen 

Oefen sommen 

d

d

van 2 naar vier is een verdubbeling dus geluid 3 dB harder
73+3=76 dB

1, 2, 4, 8, 16 = 4x een verdubbeling dus 4x 3dB harder = 92 dB

Aan het werk 

Lezen 1.4 in stilte 

Maken = 39 t/m 43 Zachtjes overleggen mag