unit 1 intro
1 / 16
Onderdelen in deze les
Slide 1 - Tekstslide
Slide 2 - Tekstslide
Slide 3 - Video
Slide 4 - Tekstslide
welk gebouw staat NIET in Londen?
A
Twin towers
B
Big Ben
C
Londen eye
D
Towerbridge
Slide 5 - Quizvraag
Hoe zeg je in het Engels:
Ik woon in Londen.
Ik woon in Londen.
A
I live in London.
B
I am in London.
Slide 6 - Quizvraag
Wat is de hoofdstad van Engeland?
A
Rome
B
Berlijn
C
Londen
D
Boekarest
Slide 7 - Quizvraag
wat is een ander woord voor metro in Londen?
A
underground
B
train
C
bus
D
car
Slide 8 - Quizvraag
Wie woont er in Buckingham Palace?
A
De minister-president
B
De koningin als ze in Londen is.
C
De kroonprins en zijn vrouw
D
Niemand, het is een museum
Slide 9 - Quizvraag
Welk land hoort niet bij Groot-Brittannië?
A
Engeland
B
Schotland
C
Wales
D
Ierland
Slide 10 - Quizvraag
Hoe zeg je in het Engels:
Leuk je te ontmoeten.
Leuk je te ontmoeten.
A
Nice to meet you.
B
Nice meeting you.
C
Nice meet you.
D
Nice to have met you.
Slide 11 - Quizvraag
Met welke munteenheid betaalt men in Engeland?
A
De Euro
B
De Pond
C
De Dollar
D
De Euro, maar de Pond zodra ze officieel uit de EU zijn
Slide 12 - Quizvraag
Wat is de originele Engelse vlag?
A
Vlag A is de officiële vlag van Engeland
B
Vlag B is de officiële vlag van Engeland
C
Vlag C is de officiële vlag van Engeland
D
De officiële vlag van Engeland staat hier niet tussen
Slide 13 - Quizvraag
Slide 14 - Tekstslide
Welke foto is de vlag van Engeland?
A
1
B
2
