4.2 botten

• Biologie
• Middelbare school
• havo, vwo
• Leerjaar 1

H4 Stevigheid en beweging

4.2 Botten

Aan het einde van de les...

- Kun je de bouw van botweefsel en kraakbeenweefsel beschrijven.

- Kun je beschrijven hoe de samenstelling van botten verandert tijdens het leven.

Twee typen weefsels

Kraakbeenweefsel: Erg soepel en buigzaam;

Botweefsel: Erg stevig en stug.

Tussencelstof

Kraakbeenweefsel: Veel lijmstof (collageen) wat het soepel maakt

Botweefsel: Kalkzouten om het hard en stevig te maken, lijmstof (collageen) voor een béétje beweging.

Waarom breken oudere mensen vaker botten?

Hoe ouder je wordt, hoe minder collageen en meer kalkzouten er in je botten zitten.

Waarom zorgt die verandering voor het sneller breken van botten?

En baby's dan?

Het skelet van een baby is vooral kraakbeen. De botten die ze hebben, hebben veel collageen en weinig kalkzout.

Waarom zou dat zo zijn?

En baby's dan?

Fontanellen bestaan uit bindweefsels om het schedel flexibel te maken.

Zelfstandig werken

- Werk aan de opdrachten van 4.2

- Klaar? Begin alvast aan 4.3

Succes! 

Wat is het verschil tussen botweefsel en kraakbeenweefsel?

Wat is de functie van kalkzouten? En van collageen?

Huiswerk: 

Opdrachten van 4.1 en 4.2 voor maandag 1 maart.