8.1 Bloed

Hoofdstuk 8
1 / 25
volgende
Slide 1: Tekstslide
BiologieMiddelbare schoolvmbo g, tLeerjaar 4

In deze les zitten 25 slides, met tekstslides en 1 video.

time-iconLesduur is: 50 min

Onderdelen in deze les

Hoofdstuk 8

Slide 1 - Tekstslide

Lesdoelen

  • De onderdelen van het bloed kunnen benoemen.
  • De taak kunnen benoemen van rode bloedcellen, witte bloedcellen en bloedplaatjes.
  • Kunnen benoemen waar in het lichaam nieuwe bloedcellen worden gemaakt.

Slide 2 - Tekstslide

Waaruit bestaat bloed?
  • Bloedplasma
  • Bloedcellen

Bloedcellen zijn:
  • Rode bloedcellen
  • Witte bloedcellen
  • Bloedplaatjes

Slide 3 - Tekstslide

Rode bloedcellen
  • Vervoeren zuurstof door je lichaam
  • Zuurstof hecht vast aan hemoglobine
  • Hemoglobine is een rode kleurstof in de rode bloedcellen

Slide 4 - Tekstslide

Witte bloedcellen
  • Bestrijden ziekteverwekkers
  • Witte bloedcellen type 1: Eten de ziekteverwekkers op
  • Witte bloedcellen type 2: Maken afweerstoffen (antistoffen)

Slide 5 - Tekstslide

Type 1
Type 2   afweerstoffen (antistoffen)

Slide 6 - Tekstslide

Slide 7 - Video

Bloedplaatjes

  • Zorgen dat wondjes dichtgaan. 
  • In de fibrinedraden blijven rode bloedcellen hangen.
  • Dit heet bloedstolling

Slide 8 - Tekstslide

Slide 9 - Tekstslide

Bloedstolling

Slide 10 - Tekstslide

Rode beenmerg
  • Bloedcellen zijn na een paar maanden versleten
  • Je lichaam maakt dus constant nieuwe bloedcellen aan
  • Dit gebeurt in het rode beenmerg

Slide 11 - Tekstslide

Hoe vervoert het bloed stoffen?
  • Je bloed neemt stoffen op, vervoert die stoffen, en geeft ze ergens anders weer af.

  • Opname en afgifte van stoffen gebeurd in heel dunne bloedvaatjes: de haarvaten.

Slide 12 - Tekstslide

Slide 13 - Tekstslide

Transport via bloedplasma
  • Het bloedplasma vervoert bijna alle stoffen in je lichaam.
  • De stoffen zitten zijn opgelost in het bloedplasma, net als suiker in thee

  • Voorbeelden: Glucosedeeltjes, vitaminen, mineralen, hormonen, antistoffen en afvalstoffen (zoals koolstofdioxide)

Slide 14 - Tekstslide

Transport via rode bloedcellen

  • Rode bloedcellen vervoeren zuurstof.
  • Dit gebeurt met behulp van hemoglobine
  • Zuurstof bindt zich vast aan de hemoglobine en laat ergens anders weer los.

Slide 15 - Tekstslide

Slide 16 - Tekstslide

Slide 17 - Tekstslide

Bloedarmoede
  • Rode bloedcellen bevatten te weinig hemoglobine.
  • Je wordt snel moe, want er kan minder zuurstof vervoert worden.
  • Organen krijgen dus minder zuurstof.

  • Bloedarmoede kan ontstaan door een tekort aan ijzer.

Slide 18 - Tekstslide

Wat verandert er bij inspanning?
  • Tijdens het sporten werken allerlei organen sneller.
  • Hiervoor is meer energie nodig.
  • Om meer energie te krijgen is er meer verbranding nodig.

Slide 19 - Tekstslide

Verbranding

Slide 20 - Tekstslide

Formule verbranding

Slide 21 - Tekstslide

Voldoende glucose
  • Tijdens het sporten gaat het glucosegehalte in het bloed omlaag.

  • Aanvullen vanuit de 'reserves' genaamd glycogeen.

  • Adrenaline & Glucagon zetten het glycogeen om in glucose.

Slide 22 - Tekstslide

Voldoende zuurstof
  • Ook zuurstof heb je meer nodig tijdens het sporten.

  • Zuurstof vul je aan door tijdens het sporten sneller te ademen.

  • Ook je hart gaat sneller kloppen, waardoor je bloed sneller gaat stromen.

  • Als het bloed sneller stroomt, krijgen de spieren sneller meer zuurstof.

Slide 23 - Tekstslide

Zelf aan de slag (8.1)
Maken: opdracht .. uit werkboek 

Slide 24 - Tekstslide

Aan het werk 
Maken: opdracht 3 tot en met 10 paragraaf 8.1.

Slide 25 - Tekstslide