Formative test kader 3 - unit 1

Formative test unit 1
Succes!
1 / 48
volgende
Slide 1: Tekstslide
EngelsMiddelbare schoolvmbo kLeerjaar 3

In deze les zitten 48 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 30 min

Onderdelen in deze les

Formative test unit 1
Succes!

Slide 1 - Tekstslide

Translate
Kies / geef de juiste vertaling van de volgende woorden.

LET OP! het zijn woorden uit het boek en het idioomboekje door elkaar

Slide 2 - Tekstslide

Kies de juiste vertaling van het woord:

calculator
A
rekenmachine
B
wiskunde
C
kalk
D
goud

Slide 3 - Quizvraag

Vertaal:
Surname

Slide 4 - Open vraag

Kies de juiste vertaling van het woord:

Jeans
A
broek
B
t-shirt
C
spijkerbroek
D
jas

Slide 5 - Quizvraag

Vertaal:
Background

Slide 6 - Open vraag

Kies de juiste vertaling van het woord:

Bead
A
bieden
B
bidden
C
overal
D
kraal

Slide 7 - Quizvraag

Vertaal:
Sensitive

Slide 8 - Open vraag

Kies de juiste vertaling van het woord:

Topic
A
top
B
broekzak
C
onderwerp
D
universiteit

Slide 9 - Quizvraag

Vertaal:
unpleasant

Slide 10 - Open vraag

Kies de juiste vertaling van het woord:

Century
A
eeuw
B
cent
C
centraal
D
openen

Slide 11 - Quizvraag

past simple
Vul bij de volgende zinnen de past simple in, voorbeeld:
I walked away

LET OP bevestigend (+), ontkennend (-) en vragend (?)

Slide 12 - Tekstslide

+ She _____ football all day (play)

Slide 13 - Open vraag

? ___ he _____ to go there? (want)

Slide 14 - Open vraag

- We ______ all of it (eat)

Slide 15 - Open vraag

+ It _____ all day (rain)

Slide 16 - Open vraag

+ The dog ________ to eat the sausage (want)

Slide 17 - Open vraag

- They ________ all of their work (finish)

Slide 18 - Open vraag

Who / Which
Kies bij de volgende zinnen uit het juiste woord

Slide 19 - Tekstslide

He is the one ____ waited for me
A
who
B
which

Slide 20 - Quizvraag

She missed the meeting _____ was very important
A
who
B
which

Slide 21 - Quizvraag

He wanted the thing _____ was the most expensive
A
who
B
which

Slide 22 - Quizvraag

He is the man ____ fixed my bike
A
who
B
which

Slide 23 - Quizvraag

Much / Many
Kies bij de volgende zinnen uit het juiste woord

Slide 24 - Tekstslide

There is so _____ money in the safe
A
much
B
many

Slide 25 - Quizvraag

I have _____ friends
A
much
B
many

Slide 26 - Quizvraag

There are _____ plants in this house
A
much
B
many

Slide 27 - Quizvraag

We don't have _____ time
A
much
B
many

Slide 28 - Quizvraag

He drinks so _____ water
A
much
B
many

Slide 29 - Quizvraag

He hasn't seen _____ movies
A
much
B
many

Slide 30 - Quizvraag

a / an
Kies het juiste woord bij de volgende zinnen

Slide 31 - Tekstslide

____ FBI agent
A
a
B
an

Slide 32 - Quizvraag

___ apple
A
a
B
an

Slide 33 - Quizvraag

___ old house
A
a
B
an

Slide 34 - Quizvraag

___ car
A
a
B
an

Slide 35 - Quizvraag

___ chicken
A
a
B
an

Slide 36 - Quizvraag

___ hour
A
a
B
an

Slide 37 - Quizvraag

___ part
A
a
B
an

Slide 38 - Quizvraag

Used to
Vul de lege vakjes in. Gebruik used to + werkwoord

Slide 39 - Tekstslide

I _______ to school when I was younger (walk)

Slide 40 - Open vraag

They ________ this drink. Now they don't anymore (like)

Slide 41 - Open vraag

He ________ a playstation, but he sold it (have)

Slide 42 - Open vraag

We _________ to the movies when I was younger (go)

Slide 43 - Open vraag

This building ________ a lot better (look)

Slide 44 - Open vraag

Phrases
Geef de juiste vertaling van de volgende zinnen. Succes!

Slide 45 - Tekstslide

Everything was a lot cheaper, wasn't it?

Slide 46 - Open vraag

Did you play many sports?

Slide 47 - Open vraag

To tell you the truth, I was often bored

Slide 48 - Open vraag