Grammatik C: keuzevoorzetsels
Als er in je zin...
... wél een voorzetsel uit HAANINVUUZ
,... maar géén tijdstip/plaats/beweging staat,
dan gebruik je de 7/2-regel:
bij auf + über (=2) krijg je dan de 4e naamval
bij de rest (= 7; an, hinter, neben, in, unter, vor, zwischen), krijg je dan de 3e naamval