5.3 Booming India

5.3 Booming India
1 / 18
volgende
Slide 1: Tekstslide
AardrijkskundeMiddelbare schoolhavo, vwoLeerjaar 3

In deze les zitten 18 slides, met tekstslides.

time-iconLesduur is: 90 min

Onderdelen in deze les

5.3 Booming India

Slide 1 - Tekstslide

Een veranderend land 
India is een land in transitie:
- van ontwikkelingsland  naar ontwikkeld land.
- duale economie = modern, ontwikkeld deel en  traditioneel, achtergebleven deel 
Ook wel een opkomend land

Slide 2 - Tekstslide

Een veranderend land 
• Na dekolonisatie in 1947:
- zelfvoorziening - nauwelijks handel met andere landen = erg arm land
• Vanaf 1990:- speciale economische zones (sez) - outsourcing (=uitbesteden) van werk door bedrijven uit het buitenland

Slide 3 - Tekstslide

Een veranderend land 
India: tot 1990 land met veel landbouw, weinig diensten.

Nu: stereotypisch werk voor Indiërs is ICT, helpdesks, etc.

Hoe is dat zo snel veranderd?

Slide 4 - Tekstslide

Een veranderend land 
1990: Indische regering zet sez's (speciaal economische zones) op. Hier hoeven buitenlandse bedrijven weinig belasting te betalen.
Gevolg: rijke landen vestigen hier fabrieken om gebruik te maken van lage lonen. Dit heet outsourcing.

Slide 5 - Tekstslide

Een veranderend land 
Grote verschil stad/platteland is een kenmerk van een opkomend land.

Deel van het land wordt snel rijker, verschillen worden heel groot.

Slide 6 - Tekstslide

Een veranderend land 
Grote verschil stad/platteland is een kenmerk van een opkomend land.

India is verschoven van de periferie van de wereld, naar de semi-periferie.

Slide 7 - Tekstslide

Dimensies / invalshoeken van waaruit je een gebied of gebeurtenis kunt bekijken:

Economische dimensie: (het bezit van) grondstoffen, werk, geld.
Sociaal-culturele dimensie: hoe mensen met elkaar willen omgaan en hoe ze voor elkaar zorgen.
Politieke dimensie: gaat over het verdelen van de macht.
Fysische dimensie: vanuit de belangen van de natuur.




Slide 8 - Tekstslide

Slide 9 - Tekstslide

Vooral de IT-sector groeide sterk in India:
Reden 1: lagelonenland met veel goedopgeleide mensen die Engels spreken.
Reden 2: ingenieursstudies zijn populair en hebben een hoge status.
Reden 3: door het tijdsverschil werken ze  overdag voor Europa en ‘s nachts voor de VS.
  Grootste IT-bedrijven oa in Bengaluru: het ‘Indiase Silicon Valley’

Slide 10 - Tekstslide

Globalisering
Veel Indiërs werken in IT.

Ze zijn goed opgeleid en spreken goed Engels. Daardoor: snel aan het werk bij grote bedrijven als Google, Apple etc.

Slide 11 - Tekstslide

Globalisering
Lonen in India zijn laag -> veel ingenieurs gaan naar het buitenland.

Voordeel: ze kunnen geld terug naar huis sturen.
Nadeel: de kennis verdwijnt uit India zelf (braindrain). Dat remt de ontwikkeling van het land.

Slide 12 - Tekstslide

Slide 13 - Tekstslide

Slide 14 - Tekstslide

Geldzendingen (remittances)
Migranten sturen geld naar familie in het land van herkomst. Deze geldzendingen (remittances in het Engels) zijn een belangrijke vorm van inkomen voor mensen in armere landen.

Slide 15 - Tekstslide

Samengevat
Indische economie groeit snel in de stad (voor sez's), langzaam op platteland -> groot verschil tussen beide (duale economie)

Door globalisering kunnen rijke landen makkelijk werk oursourcen aan een land als India, dat daardoor economisch groeit.

Hoogopgeleide Indiërs vertrekken naar landen met hogere lonen, India verliest deze kennis (braindrain) en ontwikkeling wordt afgeremd.

Slide 16 - Tekstslide

Slide 17 - Tekstslide

Slide 18 - Tekstslide