In deze les zitten 30 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 3 videos.
Onderdelen in deze les
DE RUIMTE
Slide 1 - Tekstslide
De leerkracht introduceert het nieuwe WO-thema 'de ruimte'.
Wat weet jij al over de ruimte?
Slide 2 - Woordweb
De leerlingen vullen in wat ze al weten over het thema 'ruimte'.
Vertellen waaruit het heelal bestaat.
Vertellen hoe het heelal is ontstaan.
Vertellen wat de belangrijkste verschillen zijn tussen een ster, een planeet en een maan.
Na deze les kan ik ...
Slide 3 - Tekstslide
De leerkracht verwoordt de lesdoelen.
Wat is een ander woord voor ruimte?
Slide 4 - Woordweb
De leerlingen geven synoniemen voor het woord 'ruimte' (= heelal of universum).
Waaruit bestaat de ruimte?
maan/satelliet
planeten (waaronder de aarde)
sterren (waaronder de zon)
kometen
Slide 5 - Tekstslide
De leerlingen bekijken uit welke elementen de ruimte bestaat. Vandaag focussen we ons op de maan, de aarde en de zon. Komende les(sen) nemen we ook een kijkje naar de planetoïden en de kometen.
DE AARDE
Slide 6 - Tekstslide
Deze slide heeft geen instructies
Slide 7 - Video
De leerkracht en de leerlingen kijken de video over de aarde.
De aarde is...
A
Een maan
B
Een ster
C
Een planeet
D
Een komeet
Slide 8 - Quizvraag
De leerlingen lazen de leestekst over de aarde (bronnenboek pagina 108). De leerlingen duiden het juiste antwoord aan (= een planeet).
De aarde is ...
A
Een enorme gasbol die licht en warmte uitstraalt.
B
Een hemellichaam dat rond een ster draait.
C
Een klein hemellichaam dat rond een planeet draait.
D
Geen enkel antwoord is juist.
Slide 9 - Quizvraag
De leerlingen duiden het juiste antwoord aan (= een hemellichaam dat rond een ster draait).
Een hemellichaam is een object dat zich in de ruimte bevindt (zoals een ster, een planeet, een maan ...).
De aarde
De aarde is een planeet die rond de zon draait.
Slide 10 - Tekstslide
De leerkracht herhaalt kort dat de aarde een planeet is die rond de zon draait. De volgende les bespreken we de gevolgen van deze bewegingen.
(leerkracht legt uit):
Onze aarde is één van de acht planeten (deze worden komende lessen besproken). Deze planeten draaien rond de zon. Omdat de aarde om haar as draait, wordt ze op sommige momenten bellicht door de zon. Op andere momenten valt ze in de schaduw. Zo ontstaat dag en nacht. De aarde draait in 365 dagen rond de zon (dit bekijken we de volgende les).
DE ZON
Slide 11 - Tekstslide
Deze slide heeft geen instructies
Slide 12 - Video
De leerkracht en de leerlingen kijken de video over de zon.
De zon is...
A
Een maan
B
Een ster
C
Een planeet
D
Een komeet
Slide 13 - Quizvraag
De leerlingen lazen in hun bronnenboek de leestekst over de zon (pagina 108). De leerlingen duiden het juiste antwoord aan (= een ster).
De zon is ...
A
Een enorme gasbol die licht en warmte uitstraalt.
B
Een hemellichaam dat rond een ster draait.
C
Een klein hemellichaam dat rond een planeet draait.
D
Geen enkel antwoord is juist.
Slide 14 - Quizvraag
De leerlingen duiden het juiste antwoord aan (= een enorm grote gasbol die licht en warmte uitstraalt).
De zon
De zon (een ster) is een enorme grote gasbol die licht en warmte uitstraalt.
Slide 15 - Tekstslide
De leerkracht herhaalt dat de zon een ster is. Het is een enorme gasbol die licht en warmte uitstraalt.
(leerkracht legt uit):
De zon is een doodgewone ster, net zoals de andere sterren. Toch is er iets speciaal aan de zon. Deze staat namelijk dicht bij de aarde (dicht in de ruimte is relatief). De afstand tussen de zon en de aarde is 150 miljoen kilometer. De zon is erg warm. Binnenin is het hier wel 15 miljoen graden. Dit zorgt ervoor dat het hier op aarde warm is en dat we hier kunnen leven.
DE MAAN
Slide 16 - Tekstslide
Deze slide heeft geen instructies
Slide 17 - Video
De leerkracht en de leerlingen bekijken de video over de maan.
De maan is...
A
Een maan
B
Een ster
C
Een planeet
D
Een komeet
Slide 18 - Quizvraag
De leerlingen lazen in hun bronnenboek de leestekst over de maan (pagina 109). De leerlingen duiden het juiste antwoord aan (= een maan).
De maan is ...
A
Een enorme gasbol die licht en warmte uitstraalt.
B
Een hemellichaam dat rond een ster draait.
C
Een klein hemellichaam dat rond een planeet draait.
D
Geen enkel antwoord is juist.
Slide 19 - Quizvraag
De leerlingen duiden het juiste antwoord aan (= een klein hemellichaam dat rond een planeet draait).
De maan
De maan is een klein hemellichaam dat rond een planeet draait.
Slide 20 - Tekstslide
De leerkracht herhaalt dat de maan een klein hemellichaam is dat rond een planeet draait.
(leerkracht legt uit):
De meeste planeten in ons zonnestelsel hebben manen. Een ander woord voor maan is satelliet. Onze maan draait rond de aarde (op ongeveer 400 000 km van ons vandaan). De maan wordt, net zoals de aarde, verlicht door de zon.
Niet elke planeet heeft maar één maan. Zo heeft Jupiter bijvoorbeeld 4 grote manen (en nog heel wat kleine manen).
Als we naar de maan kijken, zien we donkere vlakken. Wat zijn dat?
De leerlingen zoeken op het internet een verklaring voor de donkere 'vlekken' op de maan. De antwoorden vullen ze in. De leestekst kan hen hierbij helpen.
(leerkracht legt uit):
De donkere vlakken op de maan zijn kraters van meteorietinslagen.
Het ontstaan van het heelal
Slide 22 - Tekstslide
Deze slide heeft geen instructies
hoe ontstaan?
Hoe is het heelal onststaan?
Slide 23 - Tekstslide
De leerlingen en de leerkracht bekijken hoe het heelal is ontstaan aan de hand deze video (klassikaal tonen op het bord, de leerlingen sluiten hun Chromebook).
Nadien wordt deze video besproken.
Hoe en wanneer is de ruimte ontstaan?
Slide 24 - Woordweb
Na het bekijken van het filmpje vullen de leerlingen kort in wat ze hebben onthouden uit de video.
De ruimte is ontstaan door de oerknal of de Big Bang (13,8 miljard jaar geleden). Het punt (waar toen alles in zat) werd heel zwaar en heet. Met een enorme knal barstte alles uit elkaar. Doorheen de tijd zijn alle 'brokstukken' steeds verder van elkaar beginnen bewegen.
Nadien doet de leerkracht het proefje met de ballon.
Stippen tekenen op een ballon.
Ballon opblazen.
Dit toont visueel hoe de brokstukken steeds verder van elkaar weg zijn gegaan.
Wat weten jullie nog over deze les?
Slide 25 - Tekstslide
Om deze les af te ronden, spelen we een kleine quiz.
Wat is een ander woord voor maan?
Slide 26 - Woordweb
(= satelliet)
Wat is de zon?
A
Een rondvliegende rotsblok.
B
Een klein hemellichaam dat rond een planeet draait.
C
Een hemellichaam dat rond een ster draait.
D
Een enorme gasbol die licht en warmte uitstraalt.
Slide 27 - Quizvraag
(= een enorm grote gasbol die licht en warmte uitstraalt).
Wanneer is het heelal ontstaan?
A
13,8 miljoen jaar geleden
B
138 miljoen jaar geleden
C
13,8 miljard jaar geleden
D
1,3 miljard jaar geleden
Slide 28 - Quizvraag
(= 13,8 miljard jaar geleden)
Wat is de aarde?
A
Een rondvliegende rotsblok.
B
Een klein hemellichaam dat rond een planeet draait.
C
Een hemellichaam dat rond een ster draait.
D
Een enorme gasbol die licht en warmte uitstraalt.
Slide 29 - Quizvraag
(= een hemellichaam dat rond een ster draait).
Deze les was ...
😒🙁😐🙂😃
Slide 30 - Poll
De leerlingen reflecteren over deze les. Hoe hebben zij deze les ervaren?