NN 5vwo Uiteenzetting
1 / 20
Lesduur is: 45 minOnderdelen in deze les
Slide 1 - Tekstslide
Slide 2 - Tekstslide
Slide 3 - Tekstslide
Slide 4 - Tekstslide
Slide 5 - Tekstslide
onderwerp?
Slide 6 - Woordweb
Tekst 1. Mogen we niet meer trots zijn op onze geschiedenis? De functie van deze titel is
A
de lezer motiveren de tekst te lezen
B
de mening van de auteur weergeven.
C
een nieuwsfeit vaststellen.
D
het onderwerp van de tekst noemen.
Slide 7 - Quizvraag
Tekst 2. Stille getuigen: het standbeeld van Jan Pieterszoon Coen. De functie van deze titel is
A
de lezer motiveren de tekst te lezen
B
de mening van de auteur weergeven.
C
een nieuwsfeit vaststellen.
D
het onderwerp van de tekst noemen.
Slide 8 - Quizvraag
Tekst 3. Moeten oude helden op hun sokkels blijven staan? De functie van deze titel is
A
de lezer motiveren de tekst te lezen
B
de mening van de auteur weergeven.
C
een nieuwsfeit vaststellen.
D
het onderwerp van de tekst noemen.
Slide 9 - Quizvraag
Tekst 4. Een blijvende morele verantwoordelijkheid stelt vragen over de koloniale tijd. De functie van deze titel is
A
de lezer motiveren de tekst te lezen
B
de mening van de auteur weergeven.
C
een nieuwsfeit vaststellen.
D
het onderwerp van de tekst noemen.
Slide 10 - Quizvraag
Vraag 3. Moeilijke woorden? Twijfel?
Slide 11 - Woordweb
Vraag 4. In welke tekst(en) vind je de meeste informatie over het onderwerp?
A
Tekst 1
B
Tekst 2
C
Tekst 3
D
Tekst 4
Slide 12 - Quizvraag
Vraag 5. In welke tekst(en) geven diverse deskundigen hun visie op het onderwerp?
A
Tekst 1
B
Tekst 2
C
Tekst 3
D
Tekst 4
Slide 13 - Quizvraag
Vraag 6. In welke tekst(en) wordt het duidelijkst een standpunt ingenomen over het onderwerp?
A
Tekst 1
B
Tekst 2
C
Tekst 3
D
Tekst 4
Slide 14 - Quizvraag
Slide 15 - Tekstslide
De tekstsoort en het tekstdoel van tekst 1 =
A
Uiteenzetting (achtergrondinformatie geven)
B
Beschouwing (opiniëren -aan het denken zetten, een mening laten vormen)
C
Betoog (overtuigen)
Slide 16 - Quizvraag
De tekstsoort en het tekstdoel van tekst 2 =
A
Uiteenzetting (achtergrondinformatie geven)
B
Beschouwing (opiniëren -aan het denken zetten, een mening laten vormen)
C
Betoog (overtuigen)
Slide 17 - Quizvraag
De tekstsoort en het tekstdoel van tekst 3 =
A
Uiteenzetting (achtergrondinformatie geven)
B
Beschouwing (opiniëren -aan het denken zetten, een mening laten vormen)
C
Betoog (overtuigen)
Slide 18 - Quizvraag
De tekstsoort en het tekstdoel van tekst 4 =
A
Uiteenzetting (achtergrondinformatie geven)
B
Beschouwing (opiniëren -aan het denken zetten, een mening laten vormen)
C
Betoog (overtuigen)
