1 Je praat niet door mijn uitleg heen.
2 Wanneer je een vraag hebt, steek je je vinger op.
3 Je hebt je (boek/schrift/pen, woordenboeken) mee.
4 Je doet mee met de les, je let op, je maakt aantekeningen, doet de oefeningen.
5 Je stoort je medeleerlingen niet.
(we respecteren elkaar, lachen elkaar niet uit, geen scheldwoorden)
6 Je doet je huiswerk> altijd leer-werk, soms ook maak-werk
7 Je zit op een plek waar je goed kan werken
8 Je telefoon is thuis, in je kluisje óf in de telefoontas (dus niet in je broek of in je schooltas)
Meest belangrijke regel is, plezier hebben met de Engelse taal en fouten maken mag want daar leren we van!