UMUnuutje Skelet

1 / 20
volgende
Slide 1: Tekstslide
BiologieBasisschoolGroep 5-8

In deze les zitten 20 slides, met tekstslides.

time-iconLesduur is: 2 min

Introductie

Hebben dieren en mensen hetzelfde skelet?

Instructies

Leer binnen 2 minuten meer over het skelet.

Onderdelen in deze les

Slide 1 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 2 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 3 - Tekstslide

Bespreek
  • Wie heeft er wel eens een bot gevonden?
  • Waar was dat?
  • Hoe zag het eruit?
  • Wist je wat voor bot het was?
  • Waar het in het lichaam zou hebben gezeten?

Slide 4 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 5 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Ongewerveld dier
Gewerveld dier

Slide 6 - Tekstslide

Vertel:
Niet alle dieren hebben een skelet. Alle dieren met skeletten heten ‘gewervelde’ dieren: ze hebben namelijk een ruggengraat. Zoals de mens. Er bestaan ook  ongewervelde dieren. Dat zijn dieren zonder skelet. Zoals een kwal.

Slide 7 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Exoskelet
Endoskelet

Slide 8 - Tekstslide

Vertel:
Er zijn verschillende soorten skeletten. Zo hebben sommige dieren hun skelet ín het lichaam hebben. Dat heet een endoskelet. Andere dieren hebben een skelet buiten het lichaam. Dat heet een exoskelet.

Slide 9 - Tekstslide

Bespreek: Hier zie je bijvoorbeeld een skelet van een mens, en een skelet van een ander dier, de papagaai Welke overeenkomsten en verschillen zien jullie tussen dit skelet van een mens en die van een papagaai?

Slide 10 - Tekstslide

Goede antwoorden: Overeenkomsten zijn dat ze beide een endoskelet hebben. Allebei armen en benen. Verschillen zijn dat papagaaien vleugels hebben. 

Slide 11 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 12 - Tekstslide

Vertel: Waarom zou je een skelet nodig hebben? Een skelet geeft stevigheid, waardoor je rechtop kan blijven staan en niet als een pudding in elkaar zakt. Ook zorgt het dat je kan bewegen en het beschermt het kwetsbare organen zoals je hart en je longen. 

Slide 13 - Tekstslide

Vertel: Bot bestaat uit kalk en lijmstof. Kalk zorgt ervoor dat bot stevig is. Denk maar aan een schoolkrijtje, dat is ook van kalk. Dat is stevig, maar als je het wilt buigen, breekt het. Daarom hebben botten ook lijmstof. Lijmstof zorgt voor de buigzaamheid van het bot. Lijmstof is net gum. Dat is gemakkelijk te buigen, maar veert daarna weer terug. 

Slide 14 - Tekstslide

Vertel: Maar hoe werkt een skelet dan precies?

Bespreek: Draai je rechterarm eens een heel rondje. En beweeg je ellenboog eens. Wat voor gewrichten zouden dat zijn denkje?
Doe: Laat de kinderen hun arm en ellenboog bewegen

Slide 15 - Tekstslide

Vertel:
Alle botten van het skelet zitten aan elkaar op punten die gewrichten heten.
Je schouder is dus een kogelgewricht en je ellenboog een rolgewricht.

Slide 16 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 17 - Tekstslide

Vertel: Zo heeft UU onderzoeker Femke Holwerda met haar collegas een 175 miljoen jaar oud fossiel van de langnekdino Patagosaurus fariasi onderzocht en kon ze te weten komen hoe snel de dino groeide, hoe hij liep en dat hij luchtzakken had

Slide 18 - Tekstslide

Vertel: Onderzoeker Michelle Teunissen van de Universiteit Utrecht zocht naar nieuwe behandelingen voor artrose. Dat is een ziekte waarbij je gewrichten slijten. Zowel mensen als dieren kunnen leiden aan deze ziekte. De onderzoeker vergeleek hiervoor de botten van een dwergpoedel met een deense dog.

Slide 19 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 20 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies