shock

leerdoelen
Je kunt benoemen welke 4 verschillende vormen van shock er zijn.
Je kunt benoemen welke organen beïnvloed worden als een patiënt een shock heeft.
Je kunt benoemen welke complicatie er op kunnen treden tijdens een shock.
Je kunt benoemen wat een reversibele en irreversibele shock is
Je kunt benoemen wat aerobe en een anaerobe verbranding is.
Je kunt benoemen welke invloed shock heeft op.
Je kunt benoemen wat de klassieke symptomen zijn van een shock.
Je kunt benoemen wat het verschil is tussen een koude en warme shock.
Je kunt benoemen welke interventies je moet toepassen bij een shock.
Je kunt benoemen waarom snel herkennen en handelen bij een septische shock belangrijk is.

1 / 38
volgende
Slide 1: Tekstslide
Verpleging en verzorgingMBOStudiejaar 3

In deze les zitten 38 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

Onderdelen in deze les

leerdoelen
Je kunt benoemen welke 4 verschillende vormen van shock er zijn.
Je kunt benoemen welke organen beïnvloed worden als een patiënt een shock heeft.
Je kunt benoemen welke complicatie er op kunnen treden tijdens een shock.
Je kunt benoemen wat een reversibele en irreversibele shock is
Je kunt benoemen wat aerobe en een anaerobe verbranding is.
Je kunt benoemen welke invloed shock heeft op.
Je kunt benoemen wat de klassieke symptomen zijn van een shock.
Je kunt benoemen wat het verschil is tussen een koude en warme shock.
Je kunt benoemen welke interventies je moet toepassen bij een shock.
Je kunt benoemen waarom snel herkennen en handelen bij een septische shock belangrijk is.

Slide 1 - Tekstslide

welke moeilijke woorden heb je niet kunnen vinden of heb je nog vragen over?

Slide 2 - Woordweb

Thijs wordt onrustig en angstig.
Binnen een half uur is de bloeddruk gedaald tot 80/65 mmhg. Hij ziet bleek en voelt klam en
koud aan.
Zijn ademhalingsfrequentie neemt toe en wordt oppervlakkig.
Tot je grote schrik kom je erachter dat Thijs de afgelopen 9 uur maar 50 cc. geürineerd heeft!

Slide 3 - Tekstslide

incident nr 1 wat is de oorzaak

Slide 4 - Woordweb

Thijs heb je net naar de verkoever gebracht, hij wordt met spoed geopereerd.
Door alle drukte heb je zijn moeder nog niet kunnen bereiken. Wanneer je naar de afdeling
terugloopt. Staat ze je op te wachten samen met een man.
Ze is erg boos dat zie je al van een afstand.
Wanneer je de situatie uit wil leggen, begint ze te schreeuwen tegen je. De man stelt zich
ook agressief naar je op. Zowel verbaal als non-verbaal.

Slide 5 - Tekstslide

incident nr 2 wat doe je

Slide 6 - Woordweb

Slide 7 - Tekstslide

Slide 8 - Tekstslide

Slide 9 - Tekstslide

Slide 10 - Tekstslide

Slide 11 - Tekstslide

Slide 12 - Tekstslide

Slide 13 - Tekstslide

Slide 14 - Tekstslide

Slide 15 - Tekstslide

Slide 16 - Tekstslide

Slide 17 - Tekstslide

Slide 18 - Tekstslide

Slide 19 - Tekstslide

Slide 20 - Tekstslide

Slide 21 - Tekstslide

Slide 22 - Tekstslide

Slide 23 - Tekstslide

Slide 24 - Tekstslide

Slide 25 - Tekstslide

Slide 26 - Tekstslide

Slide 27 - Tekstslide

Slide 28 - Tekstslide

Slide 29 - Tekstslide

Slide 30 - Tekstslide

Slide 31 - Tekstslide

Welke soort shock is dit?
Dhr. Broeren is opgenomen op de afdeling chirurgie na een aanrijding met een vrachtwagen met zijn motor. Dhr heeft verschillende schaafwonden, Hij braakt oud bloed en heeft een drain gekregen vanwege een klaplong. Dhr is 77 jaar oud. Heeft 2 dochters en een vrouw. Dhr is met pensioen en rijdt al 50 jaar motor. Dhr is bekend met hypertensie en hartfalen.



Dhr. beldt op vanwege dat hij zich koortsig voelt. Temperatuur is 38,1. Dhr krijgt paracetamol, deze wordt uitgebraakt met oud bloed. Vitale functies zijn:
- 89/57 RR
- Saturatie 92% met 3 liter zuurstof
- 104 HF
- 22 AH
Hij heeft een teen die blauw is geworden. Je gaat kijken of er pulsaties zijn te vinden in het bloedvat. Zijn rechter been is erg koud ten opzichte van zijn linker been. Ook geeft hij pijn op de borst aan.
Je belt de arts doormiddel van de SBARR methode. Wat denk je wat er aan de hand is?  










Slide 32 - Tekstslide

Welke aan symptomen zijn afwijkend en geven richting aan de soort shock

Slide 33 - Woordweb

kan je verklaren om welke shock het gaat

Slide 34 - Woordweb

kahoot

Slide 35 - Tekstslide

Theorie 
keuze uitleg vragen

Slide 36 - Tekstslide

Opdracht
  • verdelen in 4 subgroepen in teams
  • je krijgt de shockvorm van de docent
  • schrijf een casus zonder de shock te benoemen, wel symptomen en mogelijke oorzaak maar geef niet te veel weg
  • vervolgens uitwisselen, leg uit om welke shockvorm het gaat en beschrijf de behandeling en de interventies. Gebruik hiervoor de stappen van klinisch redeneren.

Slide 37 - Tekstslide

Distributieve shock komt door?
A
Cardiogene shock, Obstructive shock
B
Hypovolemische schock
C
Distributieve shock
D
Geen shock

Slide 38 - Quizvraag