Spelling - leestekens in een woord

Spelling - leestekens in een woord
1 / 16
volgende
Slide 1: Tekstslide
NederlandsMiddelbare schoolvmbo kLeerjaar 3

In deze les zitten 16 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 30 min

Onderdelen in deze les

Spelling - leestekens in een woord

Slide 1 - Tekstslide

Doelen van vandaag
Je leert:
  • hoe je een trema gebruikt
  • hoe je een koppelteken gebruikt
  • hoe je accenten in een woord gebruikt

Slide 2 - Tekstslide

Trema en koppelteken
Soms kun je twee klinkers die na elkaar komen, samen verkeerd lezen. Dit wordt wel klinkerbotsing genoemd. Je schrijft dan een leesteken tussen de twee klinkers.

Slide 3 - Tekstslide

Trema
Als je het woord verkeerd kunt uitspreken, dan gebruik je een trema.
geëist, beïnvloed, poëzie, zeeën, coördinatie, financiën

In cijfers en getallen gebruik je een trema.
tweeënvijftig, drieëntachtig

Latijnse en Franse woorden die eindigen op -ei, -eus, -eum, en -ien krijgen geen trema.
museum, opticien, petroleum

Slide 4 - Tekstslide

Trema
Wanneer gebruik je een trema?

A
Als binnen een woord klinkers botsen
B
Gewoon omdat het leuk staat.

Slide 5 - Quizvraag

Trema of geen trema?
A
geinstalleerd
B
geïnstalleerd

Slide 6 - Quizvraag

Trema of geen trema?
A
gekopïeerd
B
gekopieerd

Slide 7 - Quizvraag

Koppelteken
Koppelteken:
In samenstellingen die verkeerd gelezen kunnen worden, plaatsen we een koppelteken:
zo-even, stage-uren, radio-omroep, na-apen.

Slide 8 - Tekstslide

Koppelteken of geen koppelteken?
A
minijurk
B
mini-jurk

Slide 9 - Quizvraag

Koppelteken of geen koppelteken?
A
Astma-aanval
B
Astmaaanval

Slide 10 - Quizvraag

Koppelteken of geen koppelteken?
A
80 jarige
B
80-jarige

Slide 11 - Quizvraag

Accenten in een woord
Er zijn ook woorden die je met een accent schrijft voor de juiste uitspraak. Vaak komen die woorden uit het Frans. Het accent komt altijd op de e.

Slide 12 - Tekstslide

Accenten in een woord
Accent naar rechts: logé, oké, hé, één​

Accent naar links: crèche, caissière, hè​

Een ‘dakje’: enquête

Slide 13 - Tekstslide

Een accent is
A
Zo'n streepje of dakje op de e.
B
Hetzelfde als een trema.

Slide 14 - Quizvraag

Maken
Opdracht 4 t/m 6 in boek B (blz. 219)
Klaar? Versterk Jezelf online



Als er gewerkt wordt aan de opdrachten is het stil in de klas.

Slide 15 - Tekstslide

Leestekens in een woord
Waarom? --> Klinkerbotsing voorkomen / juiste uitspraak van een woord aangeven 
  1. trema (drieëndertig)
  2. koppelteken (radio-omroep, mini-essay)
  3. accent (oké, caissière, enquête)

Slide 16 - Tekstslide