thermoregulatie en hormoonklieren, 10 en 17 september

thermoregulatie en hormoonklieren
1 / 22
volgende
Slide 1: Tekstslide
Verpleging en verzorgingMBOStudiejaar 4

In deze les zitten 22 slides, met tekstslides en 2 videos.

time-iconLesduur is: 60 min

Onderdelen in deze les

thermoregulatie en hormoonklieren

Slide 1 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 2 - Tekstslide

beste plek om temp te meten is rectaal

Slide 3 - Tekstslide

waarom bibberen? zo ontstaat er activiteit waardoor we weer gaan opwarmen

Slide 4 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 5 - Tekstslide

Het orgaan dat voornamelijk verantwoordelijk is voor de opwarming van ons lichaam is de spieren, in samenwerking met de hypothalamus. Dit proces gebeurt via thermogenese, oftewel het genereren van warmte. Hier zijn de belangrijkste manieren waarop ons lichaam zichzelf opwarmt:

Spieren: Een belangrijk mechanisme is rillen. Wanneer de hypothalamus merkt dat de lichaamstemperatuur te laag is, stuurt het signalen naar de spieren om te gaan rillen. Dit zijn snelle, onvrijwillige spiercontracties die warmte produceren.

Bruin vetweefsel: Dit type vetweefsel, dat vooral voorkomt bij baby's en in kleinere hoeveelheden bij volwassenen, genereert warmte door vetten te verbranden. Dit proces heet non-shivering thermogenese (warmteproductie zonder rillen).

Hypothalamus: De hypothalamus, gelegen in de hersenen, fungeert als het controlecentrum voor thermoregulatie. Bij blootstelling aan kou stuurt het signalen naar de spieren om te rillen en verhoogt het de activiteit van bruin vetweefsel om warmte te genereren.

Naast deze mechanismen helpen ook de schildklierhormonen (zoals thyroxine) om het metabolisme te verhogen, wat bijdraagt aan warmteproductie in het lichaam.

In het kort: de spieren en bruin vetweefsel zijn verantwoordelijk voor het opwarmen van het lichaam, gestuurd door signalen vanuit de hypothalamus.

Het orgaan dat voornamelijk verantwoordelijk is voor de afkoeling van ons lichaam is de huid, samen met de zweetklieren en de bloedvaten. Deze werken gecoördineerd om overtollige warmte af te voeren wanneer de lichaamstemperatuur te hoog wordt. Het afkoelingsproces verloopt als volgt:

Huid: De huid speelt een cruciale rol bij het afgeven van warmte. Door middel van zweten en veranderingen in de bloedstroom reguleert de huid hoeveel warmte wordt afgegeven aan de omgeving.

Zweetklieren: Wanneer de hypothalamus detecteert dat het lichaam te warm is, stimuleert het de zweetklieren om zweet te produceren. Dit zweet verdampt op het huidoppervlak, waardoor warmte aan de lucht wordt afgegeven en het lichaam afkoelt.

Bloedvaten: De bloedvaten in de huid verwijden zich (dit proces heet vasodilatatie) om meer bloed naar het huidoppervlak te brengen. Hierdoor kan warmte gemakkelijker worden afgegeven aan de omgeving.

Hypothalamus: Net als bij het opwarmen, fungeert de hypothalamus ook als regelcentrum voor afkoeling. Wanneer de lichaamstemperatuur stijgt, stuurt de hypothalamus signalen naar de huid en zweetklieren om het afkoelingsproces te starten.

Ademhaling: Hoewel minder belangrijk dan de huid, draagt ook het ademhalingssysteem bij aan afkoeling. Bij snelle ademhaling kan warmte via de ademhaling worden afgevoerd.

Samengevat is de huid, samen met de zweetklieren en bloedvaten, het belangrijkste orgaan voor de afkoeling van ons lichaam, waarbij de hypothalamus dit proces aanstuurt.







invloeden op de temperatuur
Vasodilatatie en vasoconstrictie:
Zweten en afkoelen van de huid:
Rillen en warmteproductie:
Kleding en kleding:

Slide 6 - Tekstslide

vasodilatatie
vasoconstrictie
Als we het warm hebben, verwijden de bloedvaten in de huid zich (vasodilatatie), waardoor meer bloed dichter naar het lichaamsoppervlak stroomt en warmte sneller wordt afgegeven. Als we het daarentegen koud hebben, vernauwen de bloedvaten zich (vasoconstrictie), waardoor er minder bloed naar het lichaamsoppervlak stroomt en de lichaamswarmte behouden blijft.

zweet en afkoelen
Zweet is de belangrijkste manier waarop het lichaam warmte afgeeft in warme omgevingen. Wanneer het zweet op de huid verdampt, neemt het de warmte met zich mee en koelt het lichaam dus af.

rillen
In een koude omgeving kan het lichaam reageren met rillen, wat snelle spiersamentrekkingen zijn die warmte produceren. Het lichaam kan ook zijn metabolische activiteit verhogen om meer warmte te produceren.

kleding
Naast fysiologische reacties kunnen we ook ons gedrag en onze kleding aanpassen aan de temperatuur. In de winter trekken we warme kleren aan en zoeken we beschutting, terwijl we in de zomer de schaduw opzoeken en lichte kleding dragen.


afwijkingen in de temperatuur
koorts
onderkoeling
koortsstuip
koude rilling

schrijf voor jezelf op waardoor deze afwijkingen veroorzaakt worden, welke organen/ klieren zijn hierbij betrokken, symptomen, wat te doen



Slide 7 - Tekstslide

Koorts
Wat gebeurd er bij koorts?
Wat moet je doen bij koorts?
symptomen
onderkoeling
Wat gebeurd er bij onderkoeling?
Wat moet je doen bij onderkoeling?
symptomen
koortsstuip
Wat gebeurd er bij een koortsstuip?
Wat moet je doen of juist niet doen bij een koortsstuip.
symptomen
Koude rilling
Wat gebeurd er bij een koude rilling
Wat moet je doen bij een koude rilling
Symptomen

koorts
bij infectie gaat het immuunsysteem signalen sturen naar de hypothalamus om de temp te verhogen
hierdoor kunnen afweermechanismen aan het werk om bacteriën te bestrijden die niet goed tegen hoge temp kunnen.
dus koorts is een afweer mechanisme

Slide 8 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

onderkoeling
de hypothalamus reguleert, als temp te lang blijft bestaan
ontstaat onderkoeling

breng naar een warme omgeving als persoon buiten is
verwarmde dekens
geef iets te eten
natte kleding verwijderen
hoofd en nek goed warm, daar verliest een mens een hoop warmte aan
niet direct contact met hittebronnen of te snel opwarmen, hierdoor versneld de bloedsomloop in de huid en kunnen organen verder afkoelen

Slide 9 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 10 - Video

Deze slide heeft geen instructies

Slide 11 - Video

koortsstuip
koude rilling
lichaamstemperatuur verhogen door op te warmen en de ziekteverwekkers geen kans te geven
of bij kou door samentrekken van de spieren

koude rilling ontstaat vaak als mensen even een normale temperatuur hebben, door de rilling warmt het lichaam weer op naar het 'doel' temperatuur

Slide 12 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Problemen met thermoregulatie
hypothermie
hyperthermie
thermische verwondingen
Chronische aandoeningen en ziekten die de thermoregulatie beïnvloeden


Slide 13 - Tekstslide

Hypothermie:
Hypothermie treedt op wanneer de lichaamstemperatuur onder normaal daalt. Dit kan worden veroorzaakt door langdurige blootstelling aan kou, onvoldoende kleding bij koud weer of gezondheidsproblemen die het vermogen van het lichaam om warmte te produceren verminderen. Symptomen zijn onder andere rillen, een vertraagde stofwisseling en in ernstige gevallen kan dit leiden tot bewustzijnsverlies en de dood.

Hyperthermie:
Hyperthermie is een aandoening waarbij de lichaamstemperatuur boven de normale waarden stijgt. Het kan worden veroorzaakt door blootstelling aan extreme hitte, overmatige lichaamsbeweging in warm weer of medische problemen die de warmteproductie van het lichaam verhogen. Symptomen zijn onder andere overmatig zweten, snelle hartslag en in ernstige gevallen kan een hitteberoerte of hitte-uitputting optreden.

Thermische verwondingen:
Brandwonden door hitte: Deze ontstaan door contact met hete voorwerpen, vloeistoffen, stoom of vuur. Ze kunnen variëren van oppervlakkige brandwonden (eerste graad) tot diepe brandwonden (derde graad) die alle huidlagen aantasten1.
Bevriezing: Dit treedt op wanneer de huid en onderliggende weefsels bevriezen door blootstelling aan extreem koude temperaturen. Dit kan leiden tot ernstige schade aan de huid en weefsels2.
Chemische brandwonden: Hoewel technisch gezien niet altijd thermisch, kunnen sommige chemische stoffen brandwonden veroorzaken die vergelijkbaar zijn met thermische brandwonden3.
Elektrische brandwonden: Deze ontstaan door contact met elektrische stroom, wat hitte genereert en brandwonden veroorzaakt

Chronische aandoeningen en ziekten die de thermoregulatie beïnvloeden:
Sommige chronische ziekten, zoals diabetes, hypothyreoïdie of de ziekte van Parkinson, kunnen het vermogen van het lichaam om de temperatuur te regelen beïnvloeden. Mensen met deze ziekten kunnen gevoeliger zijn voor temperatuurstoornissen en moeten voorzichtig zijn wanneer ze worden blootgesteld aan extreme temperaturen.

ziekte van Parkinson:
Gevoeligheid voor warmte: Veel Parkinsonpatiënten zijn gevoelig voor warmte. Een lichte stijging van de lichaamstemperatuur kan al leiden tot een vertraging of blokkade van zenuwimpulsen, wat de symptomen kan verergeren12.
hormoonklieren

Slide 14 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Hormonen in de schildklier
Schildklier maakt twee hormonen aan: 
T4 = Thyroxine
T3 = tri-joodthyronine
Beide hormonen zijn belangrijk 
voor de stofwisseling.
Schildklier wordt aangestuurd 
door TSH = thyroïdstimulerend hormoon, 
dat in de hypofyse wordt aangemaakt

Slide 15 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

functie van de hormonen van de schildklier
- ons basaal mechanisme te regelen, waardoor verbranding van glucose tot stand komt en wij actiever worden
- aansturen van de groei en ontwikkeling, vooral onze houding en bewegingsapparaat,  zenuwstelsel en voortplantingsorganen
- reguleren van de bloeddruk

Slide 16 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 17 - Tekstslide

de pijnappelklier produceert melatonine, een hormoon dat essentieel is voor het reguleren van het slaap-waakritme en het aanpassen van het lichaam aan veranderingen in licht en duisternis.

melatonine om te slapen wordt mbv het licht afgegeven aan het bloed
evenals cortisol voor de activiteit
deze wisselen elkaar dus af in 24u

waarom gebruiken mensen dan extra melatonine?
nachtdienst slaap waak ritme is ontregeld
jetlag
of omdat mensen zelf slecht in slaap komen, dan maakt het lichaam mogelijk te weinig melatonine zelf aan

Slide 18 - Tekstslide

Glandotrope hormonen (ook wel tropische hormonen genoemd) worden geproduceerd in de hypofyse (vooral in de voorkwab, de adenohypofyse). Deze hormonen stimuleren andere endocriene klieren (glandulae) om hun eigen hormonen af te scheiden. Glandotrope hormonen reguleren dus indirect verschillende lichaamsprocessen via hun effect op andere klieren.

Slide 19 - Tekstslide

effecthormonen worden geproduceerd door verschillende endocriene klieren in het lichaam, waaronder de hypofyse, schildklier, bijnieren, alvleesklier, geslachtsklieren, bijschildklieren en epifyse. Ze werken direct in op doelcellen om specifieke fysiologische processen te reguleren.
samengevat hormonen
Het belangrijkste orgaan voor de productie van hormonen is de hypofyse

hoewel de Hypofyse centrale rol speelt, zijn andere organen zoals de schildklier, bijnieren, alvleesklier, en geslachtsklieren ook belangrijk in de productie van specifieke hormonen. Deze organen werken nauw samen in het endocriene systeem om de hormonale balans in het lichaam te handhaven.
hormonen vanuit de schildklier ( t4 Thyroxine, T3 jodium, calcium )
hormonen vanuit bijnier ( cortisol, aldosteron en androgenen )
hormonen vanuit alvleesklier ( insuline, glucagon, 
 hormonen vanuit de geslachtsklier ( LH en FSH )

Slide 20 - Tekstslide

schildklier
Deze drie hormonen zijn essentieel voor de stofwisseling, het energieniveau, de groei en het behoud van een gezonde botstructuur.

bijnier
De bijnieren spelen dus een sleutelrol in de regulatie van stressreacties, de stofwisseling, de bloeddruk en de elektrolytenbalans in het lichaam.

alvleesklier
Samengevat: de alvleesklier produceert insuline, glucagon, somatostatine, en pancreatisch polypeptide, die samen helpen bij het reguleren van de bloedsuikerspiegel en andere belangrijke metabole processen.
afwijkingen in de  hormoonklieren
hebben we vorige keer allemaal doorgenomen


take care pathologie, hoofdstuk 12, 30 vragen

Slide 21 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

test
https://www.anatomie-online.nl/hormonen-kennisquiz.html  

Slide 22 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies