Vrijheid van meningsuiting

Kan je alles zeggen?
1 / 30
volgende
Slide 1: Tekstslide
BurgerschapMBOStudiejaar 1

In deze les zitten 30 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 2 videos.

time-iconLesduur is: 1 min

Onderdelen in deze les

Kan je alles zeggen?

Slide 1 - Tekstslide

Leerdoelen



  • - Je begrijpt wat vrijheid van meningsuiting betekent en waarom het belangrijk is in onze samenleving.
  • - Je wordt gestimuleerd om na te denken over jouw eigen overtuigingen en ervaringen met betrekking tot vrijheid van meningsuiting.
  • - Je kunt persoonlijke grenzen herkennen en begrijpen dat er grenzen zijn aan wat er wel of juist niet gezegd kan worden.
  • - Je begrijpt het verschil tussen een mening, discriminatie en haat zaaien en kunt deze begrippen toepassen.
  • Je ontwikkelt je debatvaardigheden door standpunten in te nemen en te discussiëren over maatschappelijke stellingen.
  • - Je creëert zelfbewustzijn door persoonlijke ervaringen te delen en begrip opbouwen voor anderen

Slide 2 - Tekstslide

Introductie:

Slide 3 - Tekstslide

Slide 4 - Video

Voor wij aan de slag gaan:
 *we hebben respect voor elkaar  * luisteren naar de ander 
*we laten elkaar uitpraten

Slide 5 - Tekstslide

Wat betekent vrijheid van meningsuiting voor jou?

Slide 6 - Woordweb

Is er wel eens een mening over jou geweest wat jij als kwetsend hebt ervaren?

Slide 7 - Woordweb

We gaan even lekker staan in een rechte lijn in het midden van het lokaal

Slide 8 - Tekstslide

Er komen een aantal stellingen voorbij die je met ja of nee kunt beantwoorden. Geen enkel antwoord is fout, als je het maar kunt beargumenteren.

Slide 9 - Tekstslide

Hier gaan we:
Zitten er, wat jou betreft, grenzen aan vrijheid van meningsuiting?  

Slide 10 - Tekstslide

Ben jij zelf wel eens de grens over gegaan? 

Slide 11 - Tekstslide

Kun je zomaar alles ongestraft zeggen online? 

Slide 12 - Tekstslide

Ga maar weer zitten, gaan verder naar elkaar luisteren.

Slide 13 - Tekstslide

Hoe zit het online met vrijheid van meningsuiting?

Slide 14 - Woordweb

Hoe komt het dat er fellere meningen worden geuit online ?

Slide 15 - Woordweb

Kun je zomaar alles ongestraft zeggen online?

Slide 16 - Woordweb

Waaraan stoor jij je het meest aan post op sociale media?

Slide 17 - Woordweb

Waarom stoor jij je daaraan?

Slide 18 - Woordweb

Slide 19 - Tekstslide

Poster maken
In tweetallen gaan jullie op zoek naar opmerkingen die volgens jullie echt niet oké zijn. Maak hiervan een collage/poster en presenteer deze aan je groep. 
Je krijgt hier 10 a 15 minuten voor.
Hierna gaan we het klassikaal bespreken. 

Slide 20 - Tekstslide

Slide 21 - Video

Zijn er onderwerpen waar anderen over praten waar jij echt helemaal klaar mee bent? Wat zijn dit voor onderwerpen? 

Slide 22 - Tekstslide

Slide 23 - Tekstslide

‘Je mag ook niks meer zeggen!’ 
Soms hoor je mensen zeggen ‘je mag tegenwoordig ook niks meer zeggen.’ Is dat echt zo? Zijn er onderwerpen waar jij niet over durft te praten?

 



Je mag veel zeggen, maar er zijn uitzonderingen op de vrijheid van meningsuiting. Zoek op het internet op welke grenzen er in Nederland zijn. 

timer
10:00

Slide 24 - Tekstslide

Verschillen mening, discriminatie en haat zaaien


Zoek uit voor jezelf: wat is het verschil tussen een mening, discriminatie en haat zaaien? Let op! Deze informatie heb je nodig voor de volgende opdracht!  

Slide 25 - Tekstslide

Slide 26 - Tekstslide

Slide 27 - Tekstslide

Lagerhuis. Wat vinden jullie?
Geweld tegen politie en hulpverleners, seksuele intimidatie op straat, invloed van religie op de politiek, de vrijheid van meningsuiting. De meningen hierover botsen steeds meer. De maatschappij verhardt, zegt men. 

Er komen verschillende stellingen. Hierover ga je met elkaar in gesprek. 
Ben je voor een harde aanpak van problemen? Is de vrijheid van meningsuiting onbegrensd of is die gebonden aan normen van fatsoen en respect? 

Slide 28 - Tekstslide

Kies een hoek
Links is eens

Rechts is oneens.  

Slide 29 - Tekstslide

Wat vind je van de stelling?
Je krijgt een stelling te horen ga in de hoek staan die overeenkomt met wat jij hiervan vind: eens of oneens staan.

Slide 30 - Tekstslide