V5 DNA bs 2

Thema 4
1 / 41
volgende
Slide 1: Tekstslide
BiologieMiddelbare schoolhavoLeerjaar 5

In deze les zitten 41 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 2 videos.

time-iconLesduur is: 15 min

Onderdelen in deze les

Thema 4

Slide 1 - Tekstslide

Studiewijzer

Slide 2 - Tekstslide

Gen
Celkern
DNA
Chromosomen
Allel

Slide 3 - Sleepvraag

Celwand
Cytoplasma
DNA
Celmembraan
Celkern
Zweepharen

Slide 4 - Sleepvraag

Zet in de juiste volgorde van GROOT naar KLEIN
Cel
Celkern
Chromosoom
DNA
molecuul
Nucleotide
Stikstofbase

Slide 5 - Sleepvraag

Wat is de nucleotide sequentie van de andere (complementaire) streng?
CGGATACGGTTA

Slide 6 - Open vraag

DNA is opgebouwd uit slechts 4 verschillende nucleotiden, hoe kunnen deze coderen voor veel meer verschillende eiwitten?
A
Door de locatie
B
Er zijn maar 4 eiwitten
C
Er zijn er stiekem meer
D
De nucleotiden vormen samen een code

Slide 7 - Quizvraag

Wat is een gen?
A
Een basenpaar
B
Een spiraal gevormde structuur
C
Al het DNA bij elkaar
D
Een deel van een DNA-molecuul dat een code voor een eiwit bevat

Slide 8 - Quizvraag

Studiewijzer

Slide 9 - Tekstslide

Studiewijzer

Slide 10 - Tekstslide

Slide 11 - Tekstslide

Overige begrippen
S-fase
helicase
replicatiebel
primer
leidende streng
volgende streng

Okazaki-fragmenten
DNA-ligase
PCR
gelelectroforese 
DNA-fingerprint
restrictie enzymen

Slide 12 - Tekstslide

Celdeling
Van 1 cel.....
...naar ongeveer 30 biljoen cellen!

Slide 13 - Tekstslide

Celdeling 

Slide 14 - Tekstslide

Celdeling 

Slide 15 - Tekstslide

Slide 16 - Tekstslide

DNA-replicatie

Slide 17 - Tekstslide

Slide 18 - Tekstslide

stap 3
de primer hecht aan het ssDNA 
  • primers worden door het enzym primase gemaakt 
  • primer is complementair 

Slide 19 - Tekstslide

Slide 20 - Link

Slide 21 - Video

Slide 22 - Video

Slide 23 - Tekstslide

Slide 24 - Tekstslide

Telomeren

Slide 25 - Tekstslide

PCR (Polymerase Chain Reaction)

Slide 26 - Tekstslide

Gelelectroforese

gel
electro = stroom
forese = mee laten voeren


-> hiervoor is een lading nodig
-> DNA = negatief geladen door de fosfaten in de helix

Slide 27 - Tekstslide

Gelelectroforese 

Slide 28 - Tekstslide

Sequencen
  • DNA-analyse methode 

  • Bepalen van de volgorde van de nucleotiden

Slide 29 - Tekstslide

DNA-fingerprinting

  • Niet-coderende DNA: repeterende fragmenten
  • Aantal herhalingen is uniek per persoon
  • Net zo uniek als een vingerafdruk

Slide 30 - Tekstslide

Restrictie enzymen
  • enzymen die stukjes van 4-8 nucleotiden kunnen herkennen en vervolgens het DNA daar knippen
  • afkomstig uit bacteriën 
  • gebruikt in de researchlab's op PCR fragmenten voor het kloneren, samenstellen van genen

Slide 31 - Tekstslide


Welk enzym komt in actie nadat de 2 DNA strengen uit elkaar zijn gegaan? (BINAS 71D) 
A
DNA-polymerase
B
DNA-ligase
C
DNA-helicase
D
DNA-chromatase

Slide 32 - Quizvraag


Waarom is het gewichtpercentage van adenine vrijwel gelijk aan dat van thymine? 
A
Dat is toeval
B
Omdat er overal ongeveer een kwart van is
C
Omdat deze samen een basenpaar vormen
D
Omdat het chromosoom is dubbel geklapt

Slide 33 - Quizvraag

Hoe wordt het kopiëren van het DNA genoemd?
A
translatie
B
replicatie
C
transcriptie
D
sequencing

Slide 34 - Quizvraag

In welk deel van de celcyclus vind DNA replicatie plaats?
A
G1 fase
B
G2 fase
C
S fase
D
M fase

Slide 35 - Quizvraag

Waarom hebben prokaryoten geen telomeren?

Slide 36 - Open vraag

Welk enzym is betrokken bij DNA replicatie?
A
DNA-gyrase
B
DNA-polymerase
C
DNA-helicase
D
DNA-ligase

Slide 37 - Quizvraag

Studiewijzer

Slide 38 - Tekstslide

Slide 39 - Tekstslide

Slide 40 - Link

Slide 41 - Tekstslide