HA - week 40- Les 2 - Spelling hoofdletters en leestekens

• Nederlands
• Middelbare school
• havo
• Leerjaar 2

Welkom!

Nederlands

Mevrouw Takken, TNL

[e-mail]

Ma, di, wo, vrij

Let op: 

Je pakt je spullen, maar ze blijven dicht op tafel liggen

Stillezen

Spelling: bestaat uit 2 delen:

1. Hoe schrijf je alles dat geen werkwoord is?
2. Hoe schrijf je werkwoorden?

Wat gaan we doen vandaag:

Stillezen

Hoe begin en hoe eindig je een zin?

- Start met een hoofdletter;

- Geef aan dat de zin ten einde is: punt, vraagteken, uitroepteken. 

Spelling:

Wanneer gebruik je nog meer hoofdletters?

- (Start de zin met een hoofdletter;)

- In namen (alle namen, mensen, bedrijven, landen, plaatsen e.d. (Aardrijkskundige namen));

-  Woorden die afgeleid zijn van aardrijkskundige namen). 

Spelling:

Leestekens:

- Punt, Vraagteken, Uitroepteken, Komma

Komma "vaagste":

- tussen twee persoonsvormen

- voor verbindingswoorden (daardoor, omdat, want.....)

- Na een uitroep. 'Hé, dat is mijn chocoladetaart!' 

Spelling:

De boeren uit het Noorderland hebben tien vingers aan elke hand. Vijf en twintig aan handen en voeten.

De boeren uit het Noorderland hebben tien vingers aan elke hand. Vijf en twintig aan handen en voeten.

• De boeren uit het Noorderland hebben tien vingers, aan elke hand vijf, en twintig aan handen en voeten.

Hoe zit dit?

Hoe zit dit?

Hoe zit dit?

Hoe zit dit?

Welke is goed?
(niet aan het begin van de zin)

1. Mevrouw De Boer
2. mevrouw de Boer
3. mevrouw De Boer
4. mevrouw de boer

Welke is goed?
(niet aan het begin van de zin)

1. Mevrouw j. De Boer
2. mevrouw J. De Boer
3. mevrouw j. De Boer
4. mevrouw J. de Boer

Wat is goed?
(niet aan het begin van de zin)

1. in het Noordoosten
2. in het noordoosten
3. in het NoordOosten
4. in het noordOosten

Wat is goed?
(niet aan het begin van de zin)

1. Zuid-Limburg
2. zuid-Limburg
3. zuid-limburg
4. Zuid Limburg

Wat:
- Je maakt jouw leerlijn van spelling hoofdletters en leestekens.

Wanneer:

- Dinsdag (vandaag dus) en woensdag

Aan de slag: