7. Taak 5

Wat gaan we doen?

- Taak 5

- Woordenschat

Wat zou jij doen??

Je moeder wil met je naar een museum. Je hebt eigenlijk geen zin. Wat doe je?

Je moeder wil met je naar een museum. Je hebt eigenlijk geen zin. Wat doe je?

Niets zeggen en met mijn moeder meegaan.

Ik zeg tegen mijn moeder dat ik niet wil.

Je hebt een beetje hoofdpijn. Neem je een pil of niet?

Ja!

Nee..

Het is heel heet buiten. Ga je binnen zitten of ga je juist naar buiten?

Binnen

Buiten

Een mug vliegt 's nachts in je kamer.

Ik slaap verder.

Ik maak de mug dood.

Je bent op vakantie. Het regent aldoor, alles is nat.

Ik ga terug naar huis.

Ik blijf op vakantie.

Je bent in een nieuwe stad, en je weet niet meer welke richting je uit moet.

Ik kijk op mijn mobieltje.

Ik vraag iemand om hulp.

Het is druk op het perron bij de trein. Alle mensen willen tegelijk instappen.

Ik wacht op mijn beurt.

Ik ga duwen zodat ik naar binnen kan.

Jaarlijks is er een feest in je straat. Iedereen komt. Je moet nog veel huiswerk maken.

Feestje!!

Nee, ik blijf thuis.

Ik maak mijn huiswerk en ga iets later naar het feestje.

Je wilt een nieuw mobieltje.

Ik zoek een vakantiebaantje zodat ik een telefoon op kan sparen.

Ik kijk lief naar mijn ouders :)

De buren hebben een hond die bijt.

Ik durf bij de buren op bezoek.

Nee, ik ga niet naar de buren!

Woordenschat

Bedenk 5 woorden die horen bij vakantie en vrije tijd

met een...