4B zakelijke email

Nederlands
Het schrijven van een zakelijke e-mail
1 / 19
volgende
Slide 1: Tekstslide
NederlandsMiddelbare schoolvmbo b, kLeerjaar 3,4

In deze les zitten 19 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 30 min

Onderdelen in deze les

Nederlands
Het schrijven van een zakelijke e-mail

Slide 1 - Tekstslide

De opmaak
  • Vul de onderwerpsregel in  (kort en bondig)

  • Aanhef
  • Inleidende zin
  • Alinea 1
  • Alinea 2
  • Afsluitende zin
  • Slotformule
  • Naam

Slide 2 - Tekstslide

Regels voor het schrijven van een zakelijke email

Slide 3 - Tekstslide

Welk is een correct onderwerp?
A
Ik heb een vraag over de bioscoop
B
Bioscoop
C
Vraag bioscoop
D
Een vraag over de bios

Slide 4 - Quizvraag

Je hebt wat vragen over de schoolreis naar Parijs zoals de kosten en slaapplek. Onderwerp?

Slide 5 - Open vraag

Welke taal gebruik je in een zakelijke e-mail altijd? Meer antwoorden mogelijk.
A
Informeel
B
Formeel
C
Hallo
D
Beste of Geachte

Slide 6 - Quizvraag

Met welk woord begint de aanhef van een zakelijke e-mail altijd?
A
Beste
B
Geachte
C
Hallo
D
Beste of Geachte

Slide 7 - Quizvraag

Je schrijft de zakelijke e-mail aan Lars Wouters. Welke aanhef gebruik je?
A
Geachte meneer Wouters,
B
Geachte Lars Wouters,
C
Geachte heer,
D
Geachte heer Wouters,

Slide 8 - Quizvraag

Je schrijft de zakelijke e-mail aan de klantenservice van de Hema. Welke aanhef gebruik je?
A
Geachte klantenservice,
B
Geachte Hema,
C
Geachte heer/mevrouw,
D
Geachte medewerker,

Slide 9 - Quizvraag

Hoofdletters en andere leestekens
  • Je voor- en achternaam beginnen met hoofdletters
  • Namen van steden, landen, merken: met hoofdletters
  • na de aanhef een komma
  • Na de afsluiting een komma



Slide 10 - Tekstslide

Gebruik leestekens!
  • Als je een lange zin schrijft, gebruik dan leestekens (komma etc)
  • Als je een vraag stelt, zet er het leesteken ? achter.
  • Vergeet de punten niet, aan het einde van een zin.



Slide 11 - Tekstslide

Hoe schrijf je een naam goed?
Voornaam en achternaam zijn altijd  met hoofdletter: Lisa de Vos 
Schrijf je heer of mevrouw dan is een tussenvoegsel ook met hoofdletter: mevrouw De Vos 

Slide 12 - Tekstslide

Hoe schrijf je Jayden zijn naam correct?
(jayden van de wetering)
A
Jayden Van De Wetering
B
Jayden Van de wetering
C
Jayden van de Wetering
D
Jayden van De Wetering

Slide 13 - Quizvraag

Hoe schrijf je Nikita haar naam correct?
(nikita de leeuw)
A
Nikita De Leeuw
B
Nikita de Leeuw
C
nikita de leeuw
D
Nikita De leeuw

Slide 14 - Quizvraag

De inleidende zin
  • In de inleidende zin vertel je altijd waarom je de e-mail schrijft.
  • Als in de opdracht staat dat je jezelf moet voorstellen, dan doe je dat ook in de inleidende zin.

Slide 15 - Tekstslide

Het middenstuk

  • Hier schrijf je de belangrijke punten en/of vragen van de mail.

  • Beschrijf deze punten kort en bondig
  •  
  • Gebruik makkelijke taal! Zo voorkom je spelfouten. Moet wel formeel blijven.

Slide 16 - Tekstslide

Afsluitende zin
In de afsluitende zin sluit je de e-mail netjes af. Je kan hier vaak het laatste verplichte punt voor gebruiken.
  • Ik hoop spoedig van u te horen.
  • Ik ontvang graag snel een reactie.
  • Ik vraag u om binnen twee weken te reageren.

Slide 17 - Tekstslide

Slotformule en naam
  • Met vriendelijke groet(en),

Sluit af met je voornaam en achternaam.

Slide 18 - Tekstslide

Nu zelf doen
Jij wilt stage lopen bij het bedrijf We Will Sell. 

Je vraagt of je in week 25 daar stage mag lopen.
Vraag hoeveel uren jij daar stage zou kunnen lopen in die week.
Vraag welke werkzaamheden je dan allemaal gaat doen.
Verzin zelf het onderwerp

Je schrijft naar de eigenaar: Pieter van der Ploeg
Zijn mail is: pploeg@freemail.com

Slide 19 - Tekstslide