Boeren waren vrij van hun heer wanneer ze éen jaar en één dag in de stad woonden
Waarom is de stad aantekkelijk?: - Geen herendiensten
- Geen belasting betalen aan de heer
Slide 4 - Tekstslide
Slide 5 - Tekstslide
Slide 6 - Tekstslide
Gilden
Ambachtslieden met hetzelfde beroep organiseerden zich in gilden. Je mocht dan in een stad alleen dat beroep uitoefenen als je lid was van het gilde.
Slide 7 - Tekstslide
Voordelen van een gilde...
Zorgde voor de opleiding van nieuwe gildeleden.
Controleerde de kwaliteit van producten.
Stelde de prijs van producten vast.
Als je ziek werd, kreeg je gezin hulp van het gilde.
Als een lid overleed dan kreeg het gezin hulp van het gilde.
Slide 8 - Tekstslide
zakkendragers
In de 15e eeuw telde Dordrecht liefst dertig gilden waarin vierendertig verschillende beroepen waren vertegenwoordigd. Het Zakkendragersgilde heeft van deze gilden het langste bestaan. Pas in 1950 besloot de gemeenteraad om het gilde op te heffen en de zakkendragers die nog in leven waren een uitkering toe te kennen.
Slide 9 - Tekstslide
Slide 10 - Tekstslide
Maselaars
De zakkendragers waren sjouwers van turf en mannen die sjouwden met zakken koren die over de Maas werden aangevoerd.
Het was belangrijk maar ook zwaar werk: zakken konden wel 90 kilo wegen
Slide 11 - Tekstslide
Van leerling tot meester
Je mag alleen een eigen bedrijf hebben, als je lid van een gilde bent.
Hiervoor moet je eerst meester worden:
Je begon al erg jong als onbetaalde leerling;
Daarna werd je gezel; knecht
En pas als je meesterproef (examen) had gedaan kon je meester worden.
Middeleeuwse ambachtslieden aan het werk.
Slide 12 - Tekstslide
Een voorbeeld van een meesterproef.
Om meester te worden moest een poort worden gemetseld.
Slide 13 - Tekstslide
Slide 14 - Video
Gilde opstellen
1. Naam van de gilde
2. Logo van de gilde
3. Regels voor de gilde (minimaal 5)
Slide 15 - Tekstslide
4. Leven en werken in Dordrecht
Slide 16 - Tekstslide
Wat zijn stadsrechten?
A
Recht van een stad op eigen bestuur
B
Recht van een heer om een stad te besturen
C
Recht om een stad te bouwen
D
Recht om een stad in te nemen
Slide 17 - Quizvraag
Wanneer kreeg Dordrecht stadsrecht?
A
572
B
1220
C
1011
D
1589
Slide 18 - Quizvraag
Hoe noemen we de tijd waarin Dordrecht stadsrecht kreeg?
A
De tijd van monniken en ridders
B
de tijd van steden en staten
C
de tijd van jagers en verzamelaars
D
de tijd van Grieken en Romeinen
Slide 19 - Quizvraag
Wat was GEEN stadsrecht?
A
De stad mocht zelf recht spreken
B
De stad mocht een stadsmuur bouwen
C
De stad mocht de landeigenaar afzetten
D
De stad mocht zelf belasting ophalen
Slide 20 - Quizvraag
Een boer is een ambachtsman
A
Niet waar
B
Waar
Slide 21 - Quizvraag
Een timmerman is een ambachtsman
A
Waar
B
Niet waar
Slide 22 - Quizvraag
Het gilde controleert de kwaliteit en de prijs van de producten die de gildeleden maken.
A
Niet waar
B
waar
Slide 23 - Quizvraag
Als een gildelid ziek is, zorgen de andere leden voor hem en zijn gezin.
A
Waar
B
Niet waar
Slide 24 - Quizvraag
Als je goed genoeg was, moest je de ???? afleggen. Dat was een soort examen. Als je slaagde, mocht je lid worden van het gilde.
Welk woord moet er op de vraagtekens staan?
A
gilde
B
meester
C
meesterproef
D
leerling
Slide 25 - Quizvraag
Slide 26 - Video
pak je boekje
we lezen bladzijde 9
Slide 27 - Tekstslide
Slide 28 - Tekstslide
Slide 29 - Tekstslide
Slide 30 - Tekstslide
waken en bijten
het bewaken van een stuk stadsmuur en in de winter het
bijten (bikken) van het ijs van de stadsgracht.
Slide 31 - Tekstslide
Wie wonen er in de stad?
Inwoners van de stad = Burgers/poorters
1. Rijke kooplieden en belangrijke ambachtslieden (gildemeesters) Zaten in het bestuur van de stad (bovenlaag)