Les 1 Een stroomkring maken

4.1 Een stroomkring maken
Pak voor je:
- boek
- pen
- laptop (nog even dichtlaten)

1 / 37
volgende
Slide 1: Tekstslide
ExactMiddelbare schoolmavoLeerjaar 2

In deze les zitten 37 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 1 video.

time-iconLesduur is: 50 min

Onderdelen in deze les

4.1 Een stroomkring maken
Pak voor je:
- boek
- pen
- laptop (nog even dichtlaten)

Slide 1 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Leerdoelen 4.1
  1.  Je kunt uitleggen hoe je een gesloten stroomkring maakt.
  2.  Je kunt het verschil tussen geleiders en isolatoren beschrijven.
  3.  Je kunt een aantal geleiders en isolatoren noemen.
  4. Je kunt uitleggen op welke manier je de stroomsterkte meet.
  5. Je kunt beschrijven wat een elektrische stroom is.
  6. Je kunt uitleggen wat een led is en hoe een led werkt.

Slide 2 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Voorkennis
Pak je laptop erbij en ga naar Lessonup, 
hier volgen een paar vragen..

Slide 3 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Wat is géén elektrisch apparaat?
A
verlichting
B
televisie
C
stereo-installatie
D
radiator van de verwarming

Slide 4 - Quizvraag

Door de radiator stroomt heet water. Dit is geen elektrisch apparaat.
Ook in de natuur kun je elektriciteit tegenkomen.

Welk verschijnsel heeft met elektriciteit te maken?
A
bliksemflitsen tijdens onweer
B
donderslagen tijdens onweer
C
licht van de zon
D
warmte van de zon

Slide 5 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Een lampje kun je laten branden door het op een batterij aan te sluiten.

Welke opmerking over de batterij is waar?
A
Een batterij heeft maar één aansluiting, dit is de 'plus' van de batterij.
B
Een batterij heeft maar één aansluiting, dit is de 'min' van de batterij.
C
Een batterij heeft twee aansluitingen, de 'plus' en de 'min'.

Slide 6 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Stroomdraden worden vaak van koper gemaakt.

Waarom worden stroomdraden van koper gemaakt?
A
Koper kun je moelijk buigen.
B
Koper laat stroom gemakkelijk door.
C
Koper laat stroom moeilijk door.

Slide 7 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Om stroomdraden zit een plastic isolatielaag.

Waarom zit die isolatielaag er?
A
Omdat je anders je vingers verbrandt aan de hete stroomdraden.
B
Omdat je anders een elektrische schok kunt krijgen
C
Omdat elektrische stroom gemakkelijk door plastic heen kan stromen.

Slide 8 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Omrekenen
De volgende vragen gaan over omrekenen.

Slide 9 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

300 mA = ......... A

Slide 10 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

0,001 A = ......... mA

Slide 11 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

0,05 A = ......... mA

Slide 12 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

Omrekenen...
vind ik makkelijk
is redelijk te doen
zou ik meer willen/moeten oefenen
is echt niet mijn ding.. HELP!

Slide 13 - Poll

Deze slide heeft geen instructies

De lampen op je fiets branden door een dynamo.

Welke opmerking over de dynamo is juist?
A
Als je harder fietst, gaan de lampen feller branden.
B
Een dynamo moet je na enige tijd vervangen. De dynamo is dan leeg.
C
Een dynamo werkt pas als je aan het fietsen bent.
D
Een dynamo werkt ook als je stil staat.

Slide 14 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

In je smartphone zit een batterij. Na enige tijd moet je die weer opladen.

Wanneer raakt je batterij het snelste leeg?
A
Als je muziek aan het luisteren bent.
B
Als je chat met vrienden (Snapchat).
C
Als je de lamp aan hebt staan.

Slide 15 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

De laptop mag weer dicht

Slide 16 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 17 - Video

Deze slide heeft geen instructies

Om een lampje te laten branden, moet je er een elektrische stroom doorheen laten lopen. Dat lukt alleen als je een gesloten stroomkring maakt.
4.1 Een stroomkring maken

Slide 18 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Om een lampje te laten branden, moet je er een elektrische stroom doorheen laten lopen. Dat lukt alleen als je een gesloten stroomkring maakt.
De woorden ‘stroom’ en ‘stroomkring’ maken duidelijk dat er ‘iets’ door de snoeren en het lampje heen beweegt. Natuurkundigen hebben dat ‘iets’ de naam lading gegeven. 
4.1 Een stroomkring maken

Slide 19 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

4.1 Een stroomkring maken
Stoffen kun je indelen in twee groepen:
  1. geleiders: deze stoffen laten de stroom goed door.
  2. isolatoren: deze stoffen laten niet of nauwelijks stroom door.

Slide 20 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

4.1 Een stroomkring maken
Stoffen kun je indelen in twee groepen:
  1. geleiders: deze stoffen laten de stroom goed door.
  2. isolatoren: deze stoffen laten niet of nauwelijk stroom door.

Slide 21 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

4.1 Een stroomkring maken
Geleiders: stoffen die de stroom doorlaten
  • alle metalen zijn geleiders 
  • vb: goud, zilver, koper, zink, platina, ijzer, nikkel, kwik
  • een stof die de stroom goed geleid maar geen metaal is heet koolstof.

Slide 22 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

4.1 Een stroomkring maken
Geleiders: stoffen die de stroom doorlaten
  • alle metalen zijn geleiders 
  • vb: goud, zilver, koper, zink, platina, ijzer, nikkel, kwik
  • een stof die de stroom goed geleid maar geen metaal is heet koolstof.
  • Vloeistoffen: zuren en zout water (zout-oplossing)

Slide 23 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

4.1 Een stroomkring maken
Isolatoren: stoffen die de stroom niet doorlaten
  • vb: rubber, glas, hout, plastic.
  • De beste isolator is lucht.

Slide 24 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

4.1 Een stroomkring maken
  • Met een stroommeter (amperemeter) kun je meten hoe sterk de elektrische stroom (lading) is.
  • We noemen dit de stroomsterkte.
  • De stroomsterkte meet je in de eenheden ampere (A) of milli-ampere (mA)
  • 1 A = 1000 mA

Slide 25 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

4.1 Een stroomkring maken
  • Met een stroommeter (amperemeter) kun je meten hoe sterk de elektrische stroom (lading) is.
  • We noemen dit de stroomsterkte.
  • De stroomsterkte meet je in de eenheden ampere (A) of milli-ampere (mA)
  • 1 A = 1000 mA

Slide 26 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

4.1 Een stroomkring maken

Slide 27 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

4.1 Een stroomkring maken

Slide 28 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

4.1 Een stroomkring maken

Slide 29 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

4.1 Een stroomkring maken

Slide 30 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

4.1 Een stroomkring maken
0,3 A = 300 mA

Slide 31 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

4.1 Een stroomkring maken
Een LED is een lampje dat in allerlei soorten verlichting gebruikt wordt.

Slide 32 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

4.1 Een stroomkring maken
Een LED is een lampje dat in allerlei soorten verlichting gebruikt wordt.
  • LED betekend light emitting diode
  • Een diode laat de stroom maar in 1 richting door.
  • Een LED lamp verbruikt tot 90% minder energie dan een gloeilamp.

Slide 33 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Waarom is een elektriciteitsleiding aan de binnenkant van koper en aan de buitenkant van pvc?

Slide 34 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

Aan de slag
Maak de opdrachten bij 4.1:
Vraag 1 t/m 15

Klaar?
Maak online de vragen van 
V-trainer bij 4.1


Slide 35 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Leerdoelen check 4.1
  1.  Je kunt uitleggen hoe je een gesloten stroomkring maakt.
  2.  Je kunt het verschil tussen geleiders en isolatoren beschrijven.
  3.  Je kunt een aantal geleiders en isolatoren noemen.
  4. Je kunt uitleggen op welke manier je de stroomsterkte meet.
  5. Je kunt beschrijven wat een elektrische stroom is.
  6. Je kunt uitleggen wat een led is en hoe een led werkt.

Slide 36 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Huiswerk
Maken 4.1: vraag 1 t/m 10

Slide 37 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies