H6.3 Procenten en aantallen

    Welkom
💼 Pak je boek, schrift en schrijfspullen.
📖 Leg bladzijde 232 (H6.3) voor je open.
🔲 Leg je ipad vast op zijn kop op tafel.

DEZE LES:
§6.3 Procenten en aantallen
1 / 15
volgende
Slide 1: Tekstslide
WiskundeMiddelbare schoolvmbo k, g, t, mavoLeerjaar 1

In deze les zitten 15 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 45 min

Onderdelen in deze les

    Welkom
💼 Pak je boek, schrift en schrijfspullen.
📖 Leg bladzijde 232 (H6.3) voor je open.
🔲 Leg je ipad vast op zijn kop op tafel.

DEZE LES:
§6.3 Procenten en aantallen

Slide 1 - Tekstslide

Bureau docent
Jack
Tygo
Klas 1D
Allison
Iep
Lenthe
Jenna
Jolijn
Jelte
Jayden
Zimri
Liona
David
Jax
Elise
Lieke
Daan
Niek
Saar
Marsha
Stijn
Naomi
Yanou
Owen
Dylon
Bastian
Sven

Slide 2 - Tekstslide

oefenen 
uitleg 
  lesprogramma
nakijken 
H6.2 11, 12, 13*, 012, 014, u3 & u4
Wat zijn procenten
We maken samen vraag 17 & 21
aan de slag 
Zelfstandig, daarna zachtjes fluisterend.
huiswerk
voorkennis 
Werken met de tussenstap 1
Maak §6.3 af.

Slide 3 - Tekstslide

        Nakijken
Kijk H6.2 opd 11, 12 & 13
  Zie je bij het nakijken niet goed wat je fout deed, stel vragen.



 

Slide 4 - Tekstslide

        Nakijken
Kijk H6.2 opd 012, 014, U3 & U4
  Zie je bij het nakijken niet goed wat je fout deed, stel vragen.



 

Slide 5 - Tekstslide

Wat leer je in deze paragraaf?

Aan het eind van deze kun je uitleggen dat procent een deel van 100 is.


Ik begrijp de zin:  Delen door de linker, vermenigvuldigen met de rechter

Aan het eind van deze les kan je de gegevens uit een verhaaltje omzetten naar een tabel.
        leerdoelen

Slide 6 - Tekstslide

        Voorkennis
Procenten, wat zijn dat?

Procent betekent per 100


Wanneer we met procenten werken hebben we het dus over hoeveel van de 100.

Procenten werken we uit in een verhoudingstabel
 
100...

Slide 7 - Tekstslide

Breuken en percentages omrekenen
30% = 30/100

Slide 8 - Tekstslide

10% is welk deel?
A
10010
B
101
C
1010
D
10100

Slide 9 - Quizvraag

Welk percentage hoort er bij
10035
A
0,35%
B
35%
C
3,5%
D
350%

Slide 10 - Quizvraag

Stapgrootte
.



Uitleg 
Gegevens in een tabel zetten
Lees de eerste/tweede zin van het verhaaltje.
Onderstreep de getallen met eenheden erbij.
Zet de gegevens in een tabel.
Zoek het andere getal in de tekst, zet deze op de goede plek in de tabel.
Zet de 1 in je tabel als tussenstap en
Delen door de linker, vermenigvuldigen met de rechter
Je hebt de opdracht opgelost.
1.
2.
3.
4.

Slide 11 - Tekstslide

Stapgrootte
.



blz. 223 opd. 17
Samen oefenen 

Slide 12 - Tekstslide

Stapgrootte
.



Lees de eerste/tweede zin van het verhaaltje.
Onderstreep de getallen met eenheden erbij.
Zet de gegevens in een tabel.
Zoek het andere getal in de tekst, zet deze op de goede plek in de tabel.
Zet de 1 in je tabel als tussenstap en
Delen door de linker, vermenigvuldigen met de rechter
Je hebt de opdracht opgelost.
1.
2.
3.
4.
blz. 234 opd. 21
Samen oefenen 

Slide 13 - Tekstslide

Zelfstandig 
aan de slag 
Neem blz. 234 voor je.
Maak: opd. 22, 20, 19 en 021
Klaar? Probeer U5 maar eens.
Zelfstandig aan de slag

Kijk nog eens naar je aantekeningen als je een vraag hebt.

timer
5:00

Slide 14 - Tekstslide

Huiswerk 
Werk fluisterend binnen je tafelrij

Kijk goed naar de hoek, en hou je aantekening er bij.
Huiswerk:

Maak opd. 19, 20, 22 en 021 (blz. 233/234)

Slide 15 - Tekstslide