Present Continuous

Welcome!
1 / 28
volgende
Slide 1: Tekstslide
EngelsMiddelbare schoolvmbo kLeerjaar 1

In deze les zitten 28 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 30 min

Onderdelen in deze les

Welcome!

Slide 1 - Tekstslide

Goals
At the end of this lesson...

  • You know how and when to use the present continuous (duurvorm)

Slide 2 - Tekstslide

Present Continuous - Duurvorm

Slide 3 - Tekstslide

Even een korte herhaling voordat we beginnen!

Welke drie tegenwoordige tijd vormen van 'to be' ken je?

Slide 4 - Open vraag

AM
ARE
IS
you
we
they
he
I
she
it
  Tim
Moira
Giel & Senna

Slide 5 - Sleepvraag

TO BE = ZIJN
I am
you are
he / she / it is

we are
you are
they are
enkelvoud
}
meervoud
}

Slide 6 - Tekstslide

Wanneer gebruik je de 'Present Continuous'?
  • Je gebruikt de present continuous als iets aan de gang is op het moment dat je erover spreekt of schrijft. Iets gebeurt dus op dit moment. Nu!

  • En om irritatie uit te spreken.

Slide 7 - Tekstslide

Example

They are not listening to me!

Slide 8 - Tekstslide

Example

Timmy is sitting on a warm toilet seat.

Slide 9 - Tekstslide

Example

The cats are pushing all the buttons in the elevator.

Slide 10 - Tekstslide

Hoe ziet de vorm eruit?
am / are / is + werkwoord + ing



I am explaining grammar.
You are all listening to me.
She is doing something else.

Slide 11 - Tekstslide

Let op!
Als het werkwoord eindigt op een -e, dan laat je deze weg als je -ing toevoegt.

to dance - I'm dancing
to smile - He is smiling

Slide 12 - Tekstslide

Let op!
Als het werkwoord één lettergreep heeft en eindigt op een klinker + medeklinker verdubbel je de laatste medeklinker.

to stop     - He is stopping him.
to run       - They are running.

Slide 13 - Tekstslide

We ... the dishes right now

A
are doing
B
is doing
C
are do
D
do

Slide 14 - Quizvraag

Look! They ... him his present
A
are give
B
give
C
are giving
D
is giving

Slide 15 - Quizvraag

I ... a book for school right now
A
am read
B
am reading
C
read
D
are reading

Slide 16 - Quizvraag

She ... her bag all by herself as we speak
A
is carrying
B
carries
C
are carrying
D
is carry

Slide 17 - Quizvraag

He ... in the Alps this weekend
A
is skied
B
skiing
C
skies
D
is skiing

Slide 18 - Quizvraag

Choose the Present Continuous:
Look! The birds ___ away!
A
fly
B
flying
C
are fly
D
are flying

Slide 19 - Quizvraag

You're the reason why I .... in the mirror,
.... in the shower.
present continuous-1

Slide 20 - Open vraag

Listen and fill in the gaps: The clock ... ... so stay.
4. the man is looking at a mine.
present continuous-6

Slide 21 - Open vraag

So comfortable we ... ...
in a bubble, bubble.
4. the man is looking at a mine.
present continuous-7

Slide 22 - Open vraag

Samenvatting
  • Je gebruikt de Present Continuous als iets nu gebeurt/bezig is.

  • Dit is de vorm: am / are / is + ww + ing

  • Werkwoord eindigt op -e? Weg ermee!

  • Eén lettergreep, eindigt op klinker + medeklinker? = extra medeklinker!

Slide 23 - Tekstslide

Slide 24 - Tekstslide

Slide 25 - Tekstslide

Slide 26 - Tekstslide

Slide 27 - Tekstslide

Homework:


Page. 26 4B

Slide 28 - Tekstslide