B3 Het voortplantingsstelsel van een vrouw

Basisstof 3
Het voortplantingsstelsel van een vrouw
1 / 27
volgende
Slide 1: Tekstslide
BiologieMiddelbare schoolvmbo kLeerjaar 2

In deze les zitten 27 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 2 videos.

Onderdelen in deze les

Basisstof 3
Het voortplantingsstelsel van een vrouw

Slide 1 - Tekstslide

Zaadbal
Zaadleider
Bijbal
Blaas
Zwellichaam
Prostaat
Urinebuis

Slide 2 - Sleepvraag

B3: de vrouw

Slide 3 - Tekstslide

Voortplantingsorgaan vrouw
Welke onderdelen ken je al?

Slide 4 - Woordweb

Slide 5 - Video

Voortplantingsstelsel van de vrouw. De meeste voortplantingsorganen liggen in de onderbuik
Voortplantingsstelsel van de vrouw.
De meeste voortplantingsorganen liggen in de onderbuik. 

Slide 6 - Tekstslide

Slide 7 - Tekstslide

Nr. 1
Nr. 8
Nr. 3
Nr. 4
Nr. 5
Nr. 7
Vagina
Baarmoeder
Baarmoederwand
Eileider
Eierstok
baarmoederslijmvlies

Slide 8 - Sleepvraag

eicellen 
-vrouwelijke geslachtscellen

- productie: vanaf dat een meisje ongesteld is, tot ongeveer 50 jaar (overgang)



Slide 9 - Tekstslide

eisprong
een ander woord voor eisprong is OVULATIE.
-De eicel komt vrij uit de eierstok. 
- Eileiders vervoeren de eicel, naar baarmoeder. 
- Per 4 weken 1 eicel, om en om


Slide 10 - Tekstslide

Waar worden eicellen gemaakt?
A
in de baarmoeder
B
in de eileider
C
in de eierstokken
D
in de baarmoederwand

Slide 11 - Quizvraag

Bevruchting
Als de man een zaadlozing krijgt in de vagina van de vrouw bewegen de zaadcellen richting de eicel. 
De eicel van de vrouw smelt samen met de zaadcel van de man. 

Slide 12 - Tekstslide

Bevruchting
- vindt plaats in de eileider
- de kop van de zaadcel dringt binnen in de eicel. 
- de eicel gaat 'op slot' 
- de kern van de eicel en de kern van de zaadcel smelten samen. 

Slide 13 - Tekstslide

Slide 14 - Video

een klompje cellen. 
Na de bevruchting deelt de eicel zich tot een klompje cellen. Dit klompje cellen wordt vervoerd naar de baarmoeder. 

Slide 15 - Tekstslide

Innesteling
De wand van de baarmoeder is lekker zacht en dik door slijmvlies. 
Hier kan het klompje cellen vastgroeien om zich te ontwikkelen tot een embryo.
Dit heet innesteling
De vrouw is nu zwanger. 

Slide 16 - Tekstslide

Hoe noem je geslachtscellen van een vrouw?
A
zaadcel
B
eicel
C
lichaamscel
D
embryo

Slide 17 - Quizvraag

Wat is bevruchting ?
A
de kern van de zaadcel versmelt met de kern van de eicel
B
als het eicelletje gaat innestelen in de baarmoeder.
C
Als de eisprong plaatsvindt
D
als de vrouw ongesteld wordt.

Slide 18 - Quizvraag

Clitoris:
gevoelig voor seksuele prikkels

Urinebuis: 
hierdoor wordt urine afgevoerd naar buiten

Vagina:
hier kan de penis naar binnen. 

kleine schaamlippen: maken slijm aan bij seksuele opwinding. 

maagdenvlies:
randje slijmvlies aan begin van vagina. 

Slide 19 - Tekstslide

Volledige clitoris

Slide 20 - Tekstslide

maagdenvlies

Slide 21 - Tekstslide

Het maagdenvlies is een echt vlies en sluit de vagina helemaal af
A
Juist
B
Onjuist
C
niet bij iedereen
D
dat kun je niet weten

Slide 22 - Quizvraag

Hygiëne
Het is belangrijk om de schaamlippen goed te wassen/spoelen met water. 
Tussen de schaamlippen kan slijm zitten. Hier kunnen bacteriën snel groeien. Daardoor kunnen ontstekingen en nare geurtjes ontstaan. 

Slide 23 - Tekstslide

Hoe noemen we het samensmelten van zaadcel en eicel?
A
bevruchting
B
innesteling
C
menstruatie
D
ovulatie

Slide 24 - Quizvraag


In welk deel van het voortplantingsstelsel van een vrouw bevindt zich het maagdenvlies?
A
In de baarmoeder
B
In de grote schaamlippen
C
In de vagina
D
In de eierstok

Slide 25 - Quizvraag

Waarin liggen de eicellen?
A
Eierstokken
B
Baarmoeder
C
Eilleider
D
Vagina

Slide 26 - Quizvraag

Huiswerk
Paragraaf 3: 9, 11a, 11b, 11d

Slide 27 - Tekstslide