Duits: der- en eingroep 1e, 3e en 4e naamval

  • Ist dein Handy in der Handytasche? 
  • Bitte setzt euch.
Schlag dein Buch auf den Seiten 128/129 auf.
1 / 15
volgende
Slide 1: Tekstslide
DuitsMiddelbare schoolvmbo k, g, t, mavo, havo, vwoLeerjaar 1,2

In deze les zitten 15 slides, met interactieve quiz, tekstslides en 6 videos.

Onderdelen in deze les

  • Ist dein Handy in der Handytasche? 
  • Bitte setzt euch.
Schlag dein Buch auf den Seiten 128/129 auf.

Slide 1 - Tekstslide

Lesdoelen:
  • Opfrissen kennis van het ontleden van zinnen in zinsdelen.
  • Opfrissen kennis van 1e, 3e en 4e naamval + der- en eingroep
  • Oefenen met de verschillende naamvallen.

Slide 2 - Tekstslide

1e en 4e naamval der- en ein-groep
In de volgende dia kun je nog een keer kijken naar de uitleg van de 1e en 4e naamval van de der- en eingroep.

Slide 3 - Tekstslide

Slide 4 - Video

Wat was de hij/hem regel?
Weet je niet (zo goed) meer wat de hij/hem regel was bij het bepalen van de 1e en 4e naamval, kijk dan de volgende dia.

Slide 5 - Tekstslide

Slide 6 - Video

de derde naamval
De volgende dia's laten je zien:
  • Welk Nederlands zinsdeel in het Duits de 3e naamval oproept.
  • Hoe je dat Nederlands zinsdeel kunt vinden
  • Welke uitwerking de 3e naamval op de bepaalde en onbepaalde lidwoorden heeft.

Slide 7 - Tekstslide

Slide 8 - Video

Slide 9 - Video

online oefenen 1e 3e en 4e naamval
In de volgende dia's volgen wat online oefeningen om ook de 3e naamval onder de knie te krijgen.
Eerst alleen de 3e naamval en daarna een mix van naamvallen

Slide 10 - Tekstslide

Lesdoelen bereikt?
In deze les:
  • heb ik mijn kennis over het ontleden van zinnen opgefrist
  • heb ik mijn kennis over de 1e en 4e naamval opgefrist
  • heb ik geleerd hoe ik het meewerkend voorwerp in een zin kan vinden.
  • heb ik geleerd wat de 3e naamval in betekent voor de bepaalde en onbepaalde lidwoorden in een zin.

Slide 11 - Tekstslide

3e naamval hij/hem regel
Voor degene die het prettig vinden met de hij/hem regel te werken staat in de volgende dia de link naar de hij/hem regel 1e, 3e en 4e naamval.

Slide 12 - Tekstslide

Slide 13 - Video

Slide 14 - Video

Ich habe dich mit (de) Hund (m) gesehen.
A
dem
B
der
C
den
D
die

Slide 15 - Quizvraag