Energie

• NT2
• Speciaal Onderwijs
• Leerroute 1

Energie 

Woorden

1. Je leest een omschrijving. 
2. Welk woord is het?

Elke maand betaal je een vast bedrag aan jouw energiebedrijf.

1. meterstand
2. servicekosten
3. termijnbedrag
4. jaarrekening

Energie

1. gas en elektriciteit
2. gas en water
3. elektriciteit en water
4. gas, water en elektriciteit

Hoeveel energie je hebt gebruikt en hoeveel geld je moet betalen/terugkrijgen.

1. termijnbedrag
2. jaarrekening
3. meterstand
4. servicekosten

Hier koop je energie.

1. waterbedrijf
2. elektricien
3. loodgieter
4. energiebedrijf

Hoeveel energie je nu gebruikt hebt.

1. meterstand
2. elektriciteitsmeter
3. termijnbedrag
4. servicekosten

Deze persoon komt als je problemen hebt met water.

1. elektricien
2. deurwaarder
3. loodgieter
4. klant

Minder gebruiken

1. afsluiten
2. zuinig zijn
3. storing

Aanbieder van telefoon, internet en televisie.

1. website
2. bedrijf
3. webcam
4. provider

Nakijken

1. Opdracht 11 
2. Opdracht 12 

Gasmeter: wat is de meterstand?

Elektriciteitsmeter: wat is de meterstand?

Jaarrekening: krijg je geld of moet je geld betalen?

Luisteren

1. Je luistert naar het Nieuws van de Week.
2. Het gaat over energie. 
3. Lees eerst de vraag. 
4. Luister daarna naar het nieuws.
5. Beantwoord de vraag.  

00:49

Waarom komen mensen in de kou te zitten?

1. De verwarming is kapot.
2. Er is geen energie.
3. Ze kunnen hun rekening niet betalen.
4. Het wordt winter.

01:06

Krijgt iedereen dezelfde rekening?

1. Nee, niet iedereen gebruikt dezelfde energie.
2. Ja, iedereen krijgt dezelfde rekening.
3. Nee, dat hangt af van het contract dat je hebt.

02:02

Wat kan Kathlijn niet meer gebruiken?

1. De verwarming & warm water uit de kraan.
2. De douche.
3. Het gasfornuis & de douche.
4. Het gasfornuis.

02:43

Wat doet de regering met het noodfonds?

1. Ze stoppen er geld in wat mensen betalen.
2. Ze gebruiken het om mensen te helpen.
3. Ze gebruiken het om energie goedkoper te maken.

03:03

Zijn de problemen van Kathlijn weg door het noodfonds?

1. Ja, ze maakt zich geen zorgen meer.
2. Misschien, dat weet ze nog niet zeker.
3. Nee, Kathlijn kan nog steeds de rekening niet betalen.

Lezen

1. De gemeente Utrecht gaat mensen ook helpen. 
2. Je leest een stuk uit de krant. 
3. We bespreken de moeilijke woorden. 
4. Je maakt de vragen.  

Energietoeslag aanvragen

1. Wie krijgt de energietoeslag?
2. Hoe vraag je de toeslag aan? 
3. www.padlet.com/noreen28/ibex3 
4. KNM: Energietoeslag