Avoir

• Frans
• Middelbare school
• vmbo t
• Leerjaar 1

Avoir = Hebben

Doel: Na deze les kun je het werkwoord avoir gebruiken

Prenez vos livres à la page 48 et 49

het persoonlijk voornaamwoord
(page 48)

Lees het groene blok à la page 48 Vertaal het persoonlijk
voornaamwoord: Jullie

1. Nous
2. Ils
3. Elles
4. Vous

Vertaal het persoonlijk voornaamwoord: Ik

1. Je/j'
2. Tu
3. Il
4. Elle

Vertaal Hij:

1. Je
2. Tu
3. Il
4. Elle

Vertaal: zij

1. Je
2. Tu
3. Il
4. Elle

Vertaal het persoonlijk voornaamwoord: Wij

1. On
2. Nous
3. Vous
4. Ils

Avoir

J'ai = ik heb

Tu as = jij hebt

Il a = hij heeft

Elle a = zij heeft

On a = wij hebben/ men heeft

Vertaal: Ik heb

1. J'ai
2. Tu as
3. Il a
4. Elle a

Vertaal: Jij hebt:

1. J'ai
2. Tu as
3. Il a
4. Elle a

Vertaal: hij heeft

1. J'ai
2. Tu as
3. Il a
4. Elle a

Vertaal: Zij heeft

1. Elle a
2. Elles a
3. Elle as
4. Elles as

Avoir

Nous avons = Wij hebben

Vous avez = jullie hebben/ u heeft

Ils/ Elles ont = zij hebben

Wij 

Wij kun je op 2 manieren vertalen in het Frans:

Nous - On

In de spreektaal gebruik je meestal on. 

On kan ook men betekenen

Vertaal:
Wij hebben

1. Nous avons
2. Vous avez
3. Ils ont
4. Elles ont

Vertaal: Hij heeft

1. Il ai
2. Il as
3. Il a
4. il ais

Vertaal zij hebben (ml)

1. Nous avons
2. Vous avez
3. Ils ont
4. Elles ont

Vertaal: U heeft

1. Nous avons
2. vous avez
3. Ils ont
4. Elles ont

Leertip

leertip: Verbuga.eu

Avoir

Het werkwoord hebben in het Frans = Avoir

Dit werkwoord is onregelmatig. Dit betekent dat je dit uit je hoofd moet leren...