tekstdoel woordenschat en beeldspraak - oefenen

oefenen met: 
woordenschat
beeldspraak
tekstdoel en publiek

1 / 18
volgende
Slide 1: Tekstslide
NederlandsMBOStudiejaar 2

In deze les zitten 18 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

Onderdelen in deze les

oefenen met: 
woordenschat
beeldspraak
tekstdoel en publiek

Slide 1 - Tekstslide

de lesstof van studiemeter
 gecombineerd met het nieuws van vandaag...

Slide 2 - Tekstslide

eerst woordenschat

Slide 3 - Tekstslide

De oorlog in Oekraïne kan hier in Nederland voor een recessie zorgen.
recessie =
A
schade aan de democratie
B
een politieke crisis
C
opleving van de arbeidsmarkt
D
een achteruitgang in de economie

Slide 4 - Quizvraag

Door het heropenen van gaswinning in Nederland, worden Groningers misschien weer gedupeerd. Gedupeerd =
A
beledigd
B
achtergesteld
C
benadeeld
D
bespot

Slide 5 - Quizvraag

Rusland is de opponent van Oekraïne.
opponent =
A
de tegenstander
B
het buurland
C
het voorbeeld
D
de achtergestelde partij

Slide 6 - Quizvraag

Een delegatie zal namens Oekraïne onderhandelen.
een delegatie =
A
een paar mensen die de groep vertegenwoordigen
B
een persoon die de groep vertegenwoordigt

Slide 7 - Quizvraag

De meeste landen zullen Rusland boycotten.
boycotten =
A
minachten
B
negeren
C
prijzen
D
uitsluiten

Slide 8 - Quizvraag

Er is een nieuwe wet in Rusland, die bepaalde kranten censureert.
censureren =
A
reclame maken voor
B
onbelangrijk maken
C
sponsoren
D
bepaalde media-uitlatingen verbieden

Slide 9 - Quizvraag

Veel Russen in Nederland generen zich vanwege de nieuwe oorlog.
generen =
A
trots zijn
B
afstand nemen van
C
schamen
D
niet onder de indruk zijn van

Slide 10 - Quizvraag

beeldspraak (uitdrukkingen)

Slide 11 - Tekstslide

Poetin bleek al sinds lange tijd een verborgen agenda te hebben.
verborgen agenda =
A
een dubbele (stiekeme) bedoeling
B
een geheime missie

Slide 12 - Quizvraag

Niemand wil verzeild raken in een derde wereldoorlog.
verzeild raken =
A
getroffen worden
B
ongewild betrokken raken bij

Slide 13 - Quizvraag

Burgers in belegerde steden zitten met de handen in het haar.
met de handen in het haar zitten =
A
optimistisch blijven
B
radeloos zijn
C
beledigd zijn

Slide 14 - Quizvraag

tekstdoel en afstemmen publiek
1) Wat wil je met je tekst bereiken? 
2) Hoe houd je rekening met je lezend publiek?

Slide 15 - Tekstslide

doel:overtuigen
Publiek: 
Jij wil klasgenoten overhalen een bedrag op giro 555 te storten.
Schrijf een korte tekst! 
(volgende slide)

Slide 16 - Tekstslide

schrijf hier je tekst

Slide 17 - Open vraag

Slide 18 - Tekstslide