workshop zenuwstelsel

Workshop
Zenuwstelsel



28-5-2021
1 / 52
volgende
Slide 1: Tekstslide
VerzorgendeMBOStudiejaar 1

In deze les zitten 52 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 13 videos.

time-iconLesduur is: 60 min

Onderdelen in deze les

Workshop
Zenuwstelsel



28-5-2021

Slide 1 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

leervragen
  • vervolg op MS en Parkinson
  • kennis verbreden
  • Angelmansyndroom; Waarom loopt hij slecht? Hoe kan ik hem het best ondersteunen?
  • Aan welke spieren zit het zenuwstelsel verbonden? En welke zijn belangrijk?
  • ziektebeelden? Hoe werk het zenuwstelsel? wat doet het zenuwstelsel in je lichaam?
  • Wat zijn de gevolgen als de prikkels niet meer goed doorkomen en hoe kan je daar het best mee omgaan?
een vraag heeft een vraagteken

Slide 2 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 3 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

welke leervraag heb jij?
timer
1:30

Slide 4 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

Grote hersenen
Hersenstam
Kleine hersenen
Ruggenmerg

Slide 5 - Sleepvraag

Deze slide heeft geen instructies

Bouw, ligging en functie van delen van het centraal zenuwstelsel. 

- grote hersenen: bewustzijn, zintuiglijke waarneming en bewuste beweging
- kleine hersenen: coördinatie van bewegingen
- hersenstam: verbinding tussen grote hersenen en ruggenmerg en een rol bij reflexen in hoofd- en halsgebied
- ruggenmerg: verbinding van organen met hersenen en een rol bij reflexen van romp en ledematen

Slide 6 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

HERSENEN
  • GROTE HERSENEN
  • KLEINE HERSENEN
  • HERSENSTAM

Slide 7 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

kwabben
frontaalkwab
parietaal kwab
occipitaal kwab
temporaal kwab
gedrag
bewustzijn
plannen
spraak (broca)
zien
zintuigen
cognitieve functies
lezen
rekenen
gehoor
geheugen
concentratie
taalbegrip

Slide 8 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Alzheimer

- 60/70%
-Bekendst en meest voorkomend
- tussen 70 en 80 jaar

- Hersenziekte:
Hersencellen van de hersenschors werken steeds minder. 
- TAU-eiwitten: 
* Stabiliteit van hersencellen en verbindingen tussen cellen. 
* Worden niet goed afgebroken -> ophopingen in en tussen de cellen = Plaques

Hersencellen functioneren niet meer, krimpen en verdwijnen











- Geheugenstoornis: korte termijn

- Geleidelijk verdwijnen cognitieve functies:
Afasie; Agnosie; Apraxie; uitvoerende functies



Slide 9 - Tekstslide

Afasie: steeds minder uitdrukken via taal; begrijpen van taal

- Agnosie: moeite met herkennen van voorwerpen en geluiden

- Apraxie: moeite met praktische handelingen; moeite met volgorde van deelhandelingen (eerst trui en dan hemd)

 



- Uitvoerende functies: logisch nadenken; plannen en doelgericht handelen
Anatomie grote hersenen 
Ontvangt informatie van de rechterkant van het lichaam. Stuurt de spieren/ klieren van de rechterkant aan.
Ontvangt informatie van de rechterkant van het lichaam. Stuurt de spieren/ klieren van de rechterkant aan.
L                      R

Slide 10 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Bescherming hersenen
3 vliezen:
Zacht vlies (binnenste)
Spinnenwebvlies
Hard vlies (buitenste)



Slide 11 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 12 - Video

Deze slide heeft geen instructies

Slide 13 - Video

Deze slide heeft geen instructies

Bescherming ruggenmerg
3 vliezen:
Zacht vlies (binnenste)
Spinnenwebvlies 
Hard vlies (buitenste)



Slide 14 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Witte en grijze stof
Grijze stof = Cellichamen met de celkern
Witte stof = Uitlopers met beschermlaag (myeline)


Hersenen

Slide 15 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Witte en grijze stof
Grijze stof = Cellichamen met de celkern
Witte stof = Uitlopers met beschermlaag (myeline)


Ruggenmerg

Slide 16 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 17 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Hersenen en ruggenmerg = centraal zenuwstelsel

Slide 18 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 19 - Video

Deze slide heeft geen instructies

Slide 20 - Tekstslide

Centraal zenuwstelsel:
Grote hersenen
Kleine hersenen
Ruggenmerg

Perifeer zenuwstelsel:
ruggenmergzenuwen
hersenzenuwen

Slide 21 - Video

Deze slide heeft geen instructies

Centraal zenuwstelsel
Zenuwcellen (neuronen) van de 
hersenen en ruggenmerg 
met ondersteunende cellen.


Slide 22 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

ook wel gevoelszenuw genoemd

Slide 23 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

soorten zenuwen
  • sensorische zenuw: vangen  prikkels van het lichaam op en sturen het naar het centraal zenuwstelsel.
  • motorische zenuw: prikkels vanaf het centraal zenuwstelsel naar de spieren. Zij zorgen ervoor dat de spieren bewegen

Slide 24 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Zenuwcellen
  • Aanvoerende  zenuwen  (sensorisch of sensibele)
  • Afvoerende zenuwen (motorische)
  • Schakelzenuw

Slide 25 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 26 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Wat is het syndroom van Guillain Barré?
.

Slide 27 - Tekstslide

Het syndroom van Guillain Barré (GBS) is een neuropathie (zenuwaandoening).
De belangrijkste kenmerken van GBS zijn verlammingsverschijnselen en (meestal) gevoelsstoornissen aan beide kanten van het lichaam. Deze verschijnselen ontstaan binnen enkele dagen tot weken. Na enkele weken tot maanden verminderen de verlammingsverschijnselen spontaan. 
Oorzaken van het syndroom van Guillain Barré
De meeste mensen die het syndroom van Guillain Barré krijgen, hebben eerst een infectieziekte gehad zoals een maagdarminfectie of een luchtweginfectie. Zo'n infectie kan ontstaan door bacteriën (bijvoorbeeld capylobacter jejuni of mycoplasma pneumonia) of virussen (cytomegalovirus, Epstein Barr virus of HIV). Bij een infectie met een bacterie of virus maakt je lichaam antistoffen aan. Die antistoffen verschillen onderling. Sommige zijn schadelijk voor je lichaam: ze bestrijden niet alleen het virus of de bacterie, maar ook delen van het eigen lichaam. Bij Guillain Barré richten de antistoffen zich tegen delen van de zenuwen. Deze raken beschadigd en kunnen hun taak, het overbrengen van signalen, niet meer goed uitvoeren. Normaal gesproken geeft het ruggenmerg via de zenuwen opdrachten door aan de spieren, waardoor je kunt bewegen. Deze opdrachten komen bij Guillain Barré dus niet meer bij de spieren terecht, waardoor je spieren verzwakken of verlammen. Andersom gaan ook de gevoelssignalen van de huid en spieren niet goed naar het ruggenmerg. Hierdoor kun je last krijgen van gevoelsstoornissen. Een ander mogelijk gevolg van de zenuwbeschadiging is dat de inwendige organen niet of minder goed bestuurd worden.

https://youtu.be/PpN9Klgz49I
PERIFEER ZENUWSTELSEL
12 PAAR HERSENZENUWEN

31-33 PAAR RUGGENMERGZENUWEN

Slide 28 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Hoe noemen we hersenen en ruggenmerg samen?
A
Zenuwstelsel
B
Hersenstelsel
C
Centraal zenuwstelsel
D
autonoom zenuwstelsel

Slide 29 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

En nu allebei naast elkaar: sleep bovenstaande woorden naar het juiste zenuwstelsel
Centrale zenuwstelsel
Perifeer zenuwstelsel
Grote hersenen
Hersenstam
Hersenzenuw
Ruggenmergzenuw
Kleine hersenen

Slide 30 - Sleepvraag

Deze slide heeft geen instructies

Slide 31 - Tekstslide

Het autonome zenuwstelsel, ook onwillekeurige, vegetatieve of viscerale zenuwstelsel genoemd, is het deel van het perifeer zenuwstelsel dat een groot aantal onbewust plaatsvindende functies reguleert. Het autonome zenuwstelsel regelt vooral de werking van inwendige organen, onder andere de ademhaling, de spijsvertering en het verwijden en vernauwen van bloedvaten en het beïnvloedt ook de hartslag.

Animale zenuwstelsel
De skeletspieren worden aangestuurd door zenuwen uit het animale zenuwstelsel. De motorische zenuwen die de skeletspieren aansturen staan onder invloed van de wil en hebben hun oorsprong in de motorische schors van de grote hersenen. Met zenuwen uit het animale zenuwstelsel maakt het organisme bewuste handelingen
het autonome en animale zenuwstelsel. Zet de begrippen bij het juiste zenuwstelsel
autonoom zenuwstelsel
animaal zenuwstelsel
vegetatieve zenuwstelsel
onder invloed van de wil
onwillekeurig
skeletspieren
hartslag

Slide 32 - Sleepvraag

Autonoom en animaal
Het perifere zenuwstelsel is onderverdeeld in het autonome (vegetatieve) en animale (somatische) zenuwstelsel. Het animale zenuwstelsel staat onder invloed van onze wil en zorgt voor bewuste reacties. Wanneer wij ons bewust worden van een prikkel via de sensorische zenuwen, kunnen we bewust via de motorische zenuwen reageren op deze prikkel. Het autonome zenuwstelsel regelt de onbewuste functies van interne organen, zoals de het kloppen van het hart, de spijsvertering en de ademhaling. Dit noemen we homeostase: het vermogen van het lichaam om zelf zijn interne functies te regelen door middel van feedbacksystemen die op een bepaalde normwaarde moeten worden gehouden. Over de werking van je organen hoef je zelf niet na te denken en we hebben hier zelf dus geen invloed op.

Slide 33 - Tekstslide

Het autonome zenuwstelsel, ook onwillekeurige, vegetatieve of viscerale zenuwstelsel genoemd, is het deel van het perifeer zenuwstelsel dat een groot aantal onbewust plaatsvindende functies reguleert. Het autonome zenuwstelsel regelt vooral de werking van inwendige organen, onder andere de ademhaling, de spijsvertering en het verwijden en vernauwen van bloedvaten en het beïnvloedt ook de hartslag.

Animale zenuwstelsel
De skeletspieren worden aangestuurd door zenuwen uit het animale zenuwstelsel. De motorische zenuwen die de skeletspieren aansturen staan onder invloed van de wil en hebben hun oorsprong in de motorische schors van de grote hersenen. Met zenuwen uit het animale zenuwstelsel maakt het organisme bewuste handelingen

Slide 34 - Video

Deze slide heeft geen instructies

sleep de onderdelen van het lichaam naar het juiste zenuwstelsel
Parasympathisch zenuwstelsel 
Sympathisch zenuwstelsel 

Slide 35 - Sleepvraag

Het sympathisch zenuwstelsel (SZS) en het parasympatisch zenuwstelsel (PZS) zijn componenten die samen je autonoom zenuwstelsel vormen. Ze hebben bovendien een tegengestelde werking.
De sympathicus regelt waakzaamheid, zorgt ervoor dat we alert zijn en coördineert actie. Het is een soort gaspedaal.
De parasympathicus daarentegen regelt ontspanning, herstel van het lichaam en rust. Dit is als het ware het menselijk rempedaal.

Slide 36 - Video

Deze slide heeft geen instructies

Prikkels en impulsen

Slide 37 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Prikkels
Prikkels: Alle veranderingen in je omgeving waar je op kan reageren. 

- Inwendige prikkels
- Uitwendige prikkels 

Slide 38 - Tekstslide

Zintuigen zetten prikkels
om in impulsen.
Een impuls is een elektrisch stroompje door een zenuw
impulsen gaan door het zenuwstelsel

Slide 39 - Video

https://youtu.be/z2Ly-DhwjDo
Reflex
Bewuste reactie

Slide 40 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

reflexen/reflexboog

Slide 41 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies


Bewegingszenuwen geleiden impulsen van ...
A
zintuigen naar het ruggenmerg
B
het ruggenmerg naar zintuigen
C
spieren naar het ruggenmerg
D
het ruggenmerg naar spieren

Slide 42 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Gevoelszenuwen geleiden impulsen van ....
A
zintuigen naar het ruggenmerg
B
het ruggenmerg naar zintuigen
C
spieren naar het ruggenmerg
D
het ruggenmerg naar spieren

Slide 43 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Kenmerken van
Autisme

Slide 44 - Woordweb

Autisme is een hersenaandoening. Mensen met autisme verwerken de informatie die bij hen binnenkomt anders dan mensen die deze aandoening niet hebben. Bij autisme is de rijping van het centrale zenuwstelsel in de hersenen vertraagd

Slide 45 - Video

Autisme is een hersenaandoening. Mensen met autisme verwerken de informatie die bij hen binnenkomt anders dan mensen die deze aandoening niet hebben. Bij autisme is de rijping van het centrale zenuwstelsel in de hersenen vertraagd.

https://youtu.be/-bW9EcY-8lA

Slide 46 - Video

https://youtu.be/yhRRHL2FNOw

Slide 47 - Video

https://youtu.be/ning29u3ujs

De ziekte van Parkinson wordt veroorzaakt door het afsterven van zenuwcellen die voor de prikkeloverdracht zorgen. Tremoren, pijnlijke spierstijfheid, bewegingstraagheid, speekselvloed, moeizaam praten en lopen zijn de lichamelijke verschijnselen van deze ziekte. Door een gebrek aan neurotransmitter worden de signalen niet goed van de ene cel naar de andere cel doorgegeven. De aansturing van de spieren wordt daardoor bemoeilijkt. De snelheid van het ziekteproces verschilt per persoon. Na verloop van jaren, is de persoon aan stoel of bed gebonden en heeft veel verzorging nodig.


Slide 48 - Video

https://youtu.be/zTIktoaepCI

Waterhoofd
Verdieping
Kijk op Anatomie Online voor meer info.
Doe hier de E-learning over het zenuwstelsel.

Kijk ook eens op:
https://www.hersenletsel-uitleg.nl/informatie/anatomie-uitleg/hersenen-en-angst-emotie

Slide 49 - Tekstslide

https://www.anatomie-online.nl/zenuwstelsel.html 
Angelmansyndroom; een stoornis (genetisch) ontstaan in de hersenontwikkeling.
De vier belangrijkste kenmerken zijn:

  1. achterblijven van de ontwikkeling (rollen, zitten en lopen)
  2. ernstig verstoorde spraakontwikkeling (geen of zeer weinig woorden)
  3. verstoorde motoriek en balans (wijdbeens lopen en trillende ledematen)
  4. typisch gedrag (veel lachen, flapperen met de handen, overmatig bewegen en gemakkelijk af te leiden)

Slide 50 - Tekstslide

Angelman Syndroom
Het Angelman syndroom (AS, vernoemd naar de Engelse arts Harry Angelman) is een aangeboren ontwikkelingsstoornis waarbij chromosoomafwijkingen een belangrijke rol spelen. Kenmerkend voor het syndroom zijn typische gelaatskenmerken, epilepsie, verstandelijke beperking en afwezigheid van spraakontwikkeling.

https://www.kinderneurologie.eu/ziektebeelden/syndromen/angelman.php

https://www.angelmansyndroom.nl/video/angelman-ouders/

Slide 51 - Video

Deze slide heeft geen instructies

Slide 52 - Video

https://www.youtube.com/watch?v=rETNjwyLiX4