H2.2: Vermogen en energie

• Natuurkunde
• Middelbare school
• havo
• Leerjaar 3

Lesdoelen:

• Leg uit wat vermogen is.
• Bereken het vermogen, spanning of stroom met

• Bereken energie, vermogen of tijd met

P=U⋅I

E=P⋅t

Vermogen.

• is verbruikte elektrische energie per seconde (= Watt [W])
  
• op een apparaat wordt altijd het maximale vermogen vermeld ook als deze verschillende standen heeft.
  
• spanning en stroomsterkte bepalen het vermogen.
  

Elektrisch vermogen

De hoeveelheid verbruikte energie per seconde.

U is spanning in Volt [V]

 I  is stroom in Ampère [A]

P is vermogen in Watt [W]

P=U⋅I

Elektrische energie

P is vermogen in watt (W)

t is tijd in seconden (s)

E is energieverbruik in joule (J)

E=P⋅t

De J(oule) als eenheid

1 Joule [J] is een kleine hoeveelheid energie.

Daarom gebruik je meestal:

kJ   = 1000 J    =    10³ J

MJ  = 1.000.000 J    =    10⁶ J

Elektrische energie verbruik wordt niet in Joule gemeten maar om praktische redenen in kWh.

J(oule) of kWh, that's the question ...

Als P in  [W]  en tijd in [s]   => E = P x t   =>  [J]           (natuurkundig)

Als P in [kW] en tijd in [h]  =>  E = kW x u   =>  [kWh]       (praktisch)

1 kWh = 1000(w).3600(s) = 3.600.000 J = 3,6 x 10⁶ J = 3,6 MJ

De kWh is een praktische maat voor de energie leverancier.

Maken: opgave 18

             MAAK DE VOLGENDE OPGAVE

               12 t/m 17 (blz 66)

ALS JE KLAAR BENT: 

REGELS:

• Schrijven in je schrift
  



• Hulp: je boek
• Geen overleg
  


• Over 18 minuten bespreken we de opgaven
  

Voor extra oefening maak opgaven 19 en 20

Lesafsluiting:

Het vermogen is energie per seconde

Twee formules:

P=U⋅I

E=P⋅t