BLink tekstverklaren

Blink tekst verklaren
1 / 15
volgende
Slide 1: Tekstslide
NederlandsMiddelbare schoolvmbo lwooLeerjaar 1

In deze les zitten 15 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 45 min

Onderdelen in deze les

Blink tekst verklaren

Slide 1 - Tekstslide

Wat is de titel van tekst 3?

Slide 2 - Open vraag

Schrijf de tussenkopjes op van tekst 3

Slide 3 - Open vraag

Schrijf de eerste twee woorden en de laatste twee woorden van de inleiding op.

Slide 4 - Open vraag

Hoeveel alinea's heeft tekst 3?

Slide 5 - Open vraag

Wat is de bron van deze tekst? Neem de bron heel precies over!

Slide 6 - Open vraag

Je leest een tekst beter als je eerst bedenkt wat je zelf al weet over de tekst.

Hoe noem je de informatie die je al weet over een tekst?

Slide 7 - Open vraag

Je leest een tekst beter als je eerst bedenkt wat je zelf al weet over de tekst. Wat weet je al over 'zoet'?

Slide 8 - Open vraag

Wat is het onderwerp van tekst 3?
A
smaakvoorkeur
B
Superproevers
C
zoet en zout

Slide 9 - Quizvraag

In tekst 3 komen verschillen tussen 'superproevers' en andere mensen aan bod.

Bekijk de afbeelding. Welk antwoord past er in vakje 2?

Slide 10 - Open vraag

Hoe ontstaat zin in zoete of zoute snack?

Bekijk de afbeelding.
Welk antwoord past er in vakje 1?
A
Beloning in de hersenen.
B
Hormonen uit balans.
C
Te weinig vocht in het lichaam.
D
Zin in zoute snacks.

Slide 11 - Quizvraag

Hoe ontstaat zin in zoete of zoute snack?

Bekijk de afbeelding.
Welk antwoord past er in vakje 2?
A
Beloning in de hersenen.
B
Hormonen uit balans.
C
Te weinig vocht in het lichaam.
D
Zin in zoute snacks.

Slide 12 - Quizvraag

Hoe ontstaat zin in zoete of zoute snack?

Bekijk de afbeelding.
Welk antwoord past er in vakje 3?


A
Beloning in de hersenen.
B
Hormonen uit balans.
C
Te weinig vocht in het lichaam.
D
Zin in zoute snacks.

Slide 13 - Quizvraag

Hoe ontstaat zin in zoete of zoute snack?

Bekijk de afbeelding.
Welk antwoord past er in vakje 4?


A
Beloning in de hersenen.
B
Hormonen uit balans.
C
Te weinig vocht in het lichaam.
D
Zin in zoute snacks.

Slide 14 - Quizvraag

Slide 15 - Tekstslide