Lezen hoofdstuk 5

Planning
  • 10 minuten lezen
  • Schrijven van vorige week herhalen
  • Lezen Hoofdstuk 5 behandelen
Lesdoelen
  • Aan het einde van de les kun je uitleggen wat een activerende tekst is en wat een overtuigende tekst is.
  • Aan het einde van de les kun je uitleggen wat een redengevend - en concluderend tekstverband is.


1 / 18
volgende
Slide 1: Tekstslide
NederlandsMiddelbare schoolhavoLeerjaar 1

In deze les zitten 18 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 1 video.

time-iconLesduur is: 60 min

Onderdelen in deze les

Planning
  • 10 minuten lezen
  • Schrijven van vorige week herhalen
  • Lezen Hoofdstuk 5 behandelen
Lesdoelen
  • Aan het einde van de les kun je uitleggen wat een activerende tekst is en wat een overtuigende tekst is.
  • Aan het einde van de les kun je uitleggen wat een redengevend - en concluderend tekstverband is.


Slide 1 - Tekstslide

Welke taal gebruik je in een zakelijke brief?
A
Informeel
B
Formeel

Slide 2 - Quizvraag

Wie kan mij vertellen wat de stappen zijn van een schrijfplan?

Slide 3 - Tekstslide

Schrijfplan
  • Oriënteren
  • Voorbereiden
  • Uitvoeren
  • Nakijken
  • Herschrijven

Slide 4 - Tekstslide

Slide 5 - Video

DOEL van een tekst


- De schrijver wil bij de lezer iets bereiken, daarom heeft een tekst een DOEL

Slide 6 - Tekstslide

Tekstdoelen

Slide 7 - Tekstslide

DOEL:

Overtuigen


De schrijver overtuigen van een mening

Slide 8 - Tekstslide

DOEL:

Activeren


De schrijver wil dat je iets WEL gaat doen

Slide 9 - Tekstslide

PUBLIEK van een tekst


- Om het DOEL van een tekst te kunnen bereiken, moet de schrijver rekening houden met zijn PUBLIEK

Slide 10 - Tekstslide

PUBLIEK van een tekst

Voor welk publiek een tekst bedoeld is,

zie je aan:

- het onderwerp

- het taalgebruik

- de bron

Slide 11 - Tekstslide

informatieve tekst
betogende tekst
activerende tekst
amuserende tekst
verhaal/roman
klachtenbrief
advertentie
liedtekst
nieuwsbericht
folder
handleiding
Oproep voor donatie
boekpresentatie

Slide 12 - Sleepvraag

Tekstverbanden
Welke kennen we al?

Slide 13 - Tekstslide

Ik wil heel graag een voldoende halen, want dan krijg ik van mijn vader een tientje,

De zinnen zijn met elkaar verbonden. 
Aan het woordje WANT kun je zien wat de zinnen met elkaar te maken hebben. Er wordt namelijk een reden gegeven.

Slide 14 - Tekstslide

Signaalwoorden
Signaalwoorden van een REDENGEVEND verband:

  • omdat
  • daarom
  • dus
  • want
  • de reden hiervoor is

Slide 15 - Tekstslide

Onze verwarming is al een week kapot, de kat is gisteren overreden en we kregen net de tandartsrekening, dus je begrijpt dat de stemming niet helemaal top is bij ons thuis.

De zinnen zijn met elkaar verbonden. Aan het woordje DUS kun je zien wat de zinnen met elkaar te maken hebben. Er wordt namelijk een conclusie gegeven.

Slide 16 - Tekstslide

Signaalwoorden

Signaalwoorden van een CONCLUDEREND verband:


  • dus
  • dan ook
  • hieruit volgt
  • de slotsom is
  • concluderend



Slide 17 - Tekstslide

Aan de slag!
Opdracht 3, 4, 5, 7 en 8
voor volgende les af
(blz. 184 t/m 186 en 258)

Slide 18 - Tekstslide