13.3 impulsgeleiding

Hoofdstuk 13 - Zenuwstelsel
1 / 26
volgende
Slide 1: Tekstslide
BiologieMiddelbare schoolvwoLeerjaar 5

In deze les zitten 26 slides, met tekstslides.

time-iconLesduur is: 45 min

Onderdelen in deze les

Hoofdstuk 13 - Zenuwstelsel

Slide 1 - Tekstslide

Slide 2 - Tekstslide

13.3 impulsgeleiding
Je leert hoe neuronen signalen verwerken en hoe ze impulsen geleiden

Slide 3 - Tekstslide

Impulsen
Een impuls is een soort elektrische stroom door een zenuwcel.
Een impuls is een tijdelijke wijziging van het potentiaalverschil (ladingverschil) tussen de buitenkant en de binnenkant van de zenuwcel. 
Hij begint ergens (dendriet of cellichaam) en verspreidt zich over het hele membraan van de zenuwcel richting de uiteinden van het axon.


Slide 4 - Tekstslide

Rustpotentiaal
Bij een zenuwcel in rust is het
verschil in lading tussen de
buitenkant van de cel en de
binnenkant -70mV.
De binnenkant van de cel is 
negatief geladen ten opzichte
van de buitenkant.



Slide 5 - Tekstslide

Rustpotentiaal - Na+-K+-pomp
BINAS 88E
Continu worden 3 
Nanaar buiten en
2 K+naar binnen 
gepompt. 
Kost energie. 

Slide 6 - Tekstslide

Na+ en K+ poorten
Het potentiaalverschil van -70 mV (rustpotentiaal) wijzigt bij een prikkel door het openen en sluiten van Na+ en K+ poorten.
Als de prikkel sterk genoeg is ontstaat een actiepotentiaal.

Slide 7 - Tekstslide

Na+ poorten
Na+ poorten kunnen openen als gevolg van:
een chemische prikkel (neurotransmitter bij een zintuig/ in een synaps tussen twee zenuwcellen)
een elektrische prikkel (poorten ernaast gaan open)
een mechanische prikkel (tastzintuig)

Slide 8 - Tekstslide

Actiepotentiaal (88F) BINAS!

Slide 9 - Tekstslide

1 Rustfase

Slide 10 - Tekstslide

2 Prikkel -> depolarisatie
Prikkel zwak:
kleine depolarisatie en herstel naar rustpotentiaal

Slide 11 - Tekstslide

2 Drempelwaarde
Prikkel sterk genoeg:
Membraanpotentiaal naar -50mV: 
actiepotentiaal

Slide 12 - Tekstslide

3 Actiepotentiaal
Alle Na+ poorten gaan open, cascade

Slide 13 - Tekstslide

4 Repolarisatie
Bij 30 mV sluiten de Na+ poorten en openen de K+ poorten

Slide 14 - Tekstslide

5 Hyperpolarisatie
K+ poorten reageren iets te traag bij bereiken rustpotentiaal

Slide 15 - Tekstslide

Actiepotentiaal (88F) BINAS!

Slide 16 - Tekstslide

Impulsrichting
Doordat volgende Na+ poorten openen als gevolg van de actiepotentiaal in de buurt 'loopt' de actiepotentiaal over het hele neuron. Van dendriet naar het uiteinde van alle axonen.

Slide 17 - Tekstslide

Impuls

Slide 18 - Tekstslide

Impulsrichting
Vanaf de depolarisatie is er een periode dat het neuron ongevoelig is voor nieuwe prikkels (refractaire periode), de Na+poorten kunnen ze even niet meer opnieuw geopend worden.

Deze periode is lang genoeg om te voorkomen dat de impuls ook weer terug gaat. De impuls gaat dus altijd maar één kant op.

Slide 19 - Tekstslide

Sprongsgewijze impulsgeleiding

Slide 20 - Tekstslide

Sprongsgewijze impulsgeleiding
De isolatie van de zenuwcellen zorgt ervoor dat de impuls grote sprongen maakt over de celmembraan van ongeïsoleerd deel naar ongeïsoleerd deel (van insnoering van Ranvier naar insnoering van Ranvier). 

Sprongsgewijze impulsgeleiding gaat erg snel.

Slide 21 - Tekstslide

Slide 22 - Tekstslide

Impulsgeleiding
Fysiek geheugen steuntje

Slide 23 - Tekstslide

De impulswave
Rustpotentiaal: handen gestrekt langs lichaam
Drempelwaarde: navelhoogte
Depolarisatie: Handen boven hoofd uitgestrekt
Repolarisatie: Handen zakken naar beneden
Hyperpolarisatie: Even door de knieën zakken en weer terug naar start positie

Slide 24 - Tekstslide

Doel 13.3
Ik kan na deze les:
• beschrijven wat de begrippen rustpotentiaal, drempelwaarde,
actiepotentiaal, en de-, re- en hyperpolarisatie betekenen;
• uitleggen dat hyperpolarisatie tot eenrichtingsverkeer leidt;
• uitleggen dat de cellen van Schwann (de myelineschede) voor
een snellere impulsgeleiding zorgen;
• uitleggen dat de grafiek van een actiepotentiaal een weergave is
van een meting op één punt van een uitloper.

Slide 25 - Tekstslide

Begrippen 13.3
membraanpotentiaal. rustpotentiaal, Na+-Ka+-pomp, ionpoorten, chemische prikkel, elektrische prikkel, actiepotentiaal, cascade-effect, prikkeldrempel, depolarisatie, repolarisatie, hyperpolarisatie, absoluut refractaire periode, alles-of-nietsprincipe

Slide 26 - Tekstslide